![]() |
| De heer Vu Minh Duc, directeur van de afdeling Leraren en Onderwijsmanagers ( Ministerie van Onderwijs en Opleiding ) |
Onlangs heeft het Ministerie van Onderwijs en Vorming een ontwerpbesluit aangekondigd dat het salaris- en toelagebeleid voor leerkrachten reguleert en om publieke commentaren vraagt. Volgens het ontwerp hebben alle leerkrachten recht op een "speciale salariscoëfficiënt". Met name kleuterleidsters hebben recht op een speciale salariscoëfficiënt van 1,25 ten opzichte van de huidige salariscoëfficiënt; andere leerkrachtenfuncties hebben recht op een coëfficiënt van 1,15 ten opzichte van de huidige salariscoëfficiënt.
In een document dat naar het Ministerie van Onderwijs en Opleiding werd gestuurd om commentaar te leveren op bovenstaand ontwerp, stelde het Ministerie van Binnenlandse Zaken echter dat de regeling van een speciale salariscoëfficiënt voor leraren geen politieke of juridische basis heeft.
De heer Vu Minh Duc, directeur van de afdeling Leraren en Onderwijsmanagers (Ministerie van Onderwijs en Opleiding), zei dat de "speciale salariscoëfficiënt" een specifieke beleidsoplossing is met een politieke en juridische basis.
Volgens hem is het beleid waarbij "de salarissen van leraren de hoogste prioriteit krijgen binnen het administratieve salarissysteem" en leraren naast de salarissen "extra toelagen krijgen, afhankelijk van de aard van het werk en de regio", de afgelopen 29 jaar altijd aangemerkt als een consistente taak en oplossing in de resoluties en conclusies van de partij.
Het Politbureau heeft onlangs Resolutie 71-NQ/TW uitgevaardigd over doorbraken in de ontwikkeling van het onderwijs. Daarin staat duidelijk: "Er zijn speciale en uitzonderlijke voorkeursbeleidsmaatregelen voor leraren".
De vertegenwoordiger van het Ministerie van Onderwijs en Opleiding bevestigde ook dat de regeling van de "speciale salariscoëfficiënt" de opzet van het huidige salarissysteem niet verstoort.
De heer Duc zei dat de salarisregels losstaan van de regels voor toelagen. Wat betreft salaris bepaalt de Nationale Assemblee dat "de salarissen van leraren het hoogst staan in het systeem van salarisschalen voor administratieve beroepen". "Deze regeling heeft alleen betrekking op de salarisschaal waarin leraren worden ingedeeld, niet op de soorten toelagen die leraren ontvangen", aldus de heer Duc.
Volgens de heer Duc staan de salarissen van leraren op dit moment echter niet op de hoogste rang binnen het salarissysteem voor administratieve beroepen. De meeste lerarensalarissen liggen zelfs nog lager.
Concreet valt 12% van de leraren in een van de drie salarisgroepen: A1, A2.1, A3.1, maar bijna 100% van de ambtenaren in andere sectoren en vakgebieden (zoals gezondheidszorg, bouw, transport, justitie, cultuur - sport, wetenschap en technologie, informatie en communicatie...) valt in deze drie groepen.
Hiervan is maximaal 1,17% van de senior leraren (graad I) ingedeeld in de hoogste salarisschaal (inclusief A3.1 en A3.2). In andere sectoren is maximaal 10% van de ambtenaren ingedeeld in salarisschaal A3.1.
Zo heeft 88% van de leraren een lager salaris dan ambtenaren in andere sectoren en vakgebieden. Deze leraren kunnen de hoogste salariscoëfficiënt van 6,78 krijgen; ambtenaren in andere sectoren kunnen de hoogste salariscoëfficiënt van 8,0 krijgen (ongeveer 1,18 keer hoger). Met uitzondering van ambtenaren in de sectoren gezondheid en wetenschap en technologie, hebben ambtenaren in andere sectoren slechts een universitaire opleiding nodig in alle drie de rangen.
Daarnaast heeft 100% van de kleuterleidsters het laagste salaris in het systeem van de salarisschalen voor administratieve beroepen. "Als we naar de realiteit van deze salarisschaal kijken, zien we niet dat het beroep van leraar echt een nobel beroep is, dat door de maatschappij wordt gewaardeerd. De professionele activiteiten van leraren lijken eenvoudiger dan die van ambtenaren in andere sectoren. Terwijl in werkelijkheid de 'carrière van het opleiden van mensen' vereist dat leraren toegewijd zijn, van het vak houden, van leerlingen houden, uitgebreide kennis hebben, pedagogische vaardigheden, communicatieve vaardigheden, zelfstudievermogen, het vermogen om zich continu te blijven bijscholen en het imago van een voorbeeldige leraar opbouwen...", aldus de heer Duc.
Een vertegenwoordiger van het Ministerie van Onderwijs en Vorming zei dat het plaatsen van lerarensalarissen op het hoogste niveau in het systeem van administratieve salarisschalen geen gunst is, maar een waardige behandeling.
De heer Duc benadrukte: "Het betalen van hoge salarissen is een manier om de waarde van een bepaald beroep te erkennen. Gezien de bijzondere kenmerken van arbeid, het creëren van kennisproducten en een hooggekwalificeerde beroepsbevolking, het op zich nemen van de rol van 'beslisser over de toekomst van de natie' zoals Resolutie 71 van het Politbureau zojuist heeft uitgevaardigd, is het hebben van een 'speciale coëfficiënt', zodat de salarissen van leraren de hoogste zijn in de salarisschaal voor administratieve beroepen, een waardige behandeling van de rol, positie en verantwoordelijkheid van leraren."
Daarom zal het Ministerie van Onderwijs en Vorming volgens de heer Duc doorgaan met het perfectioneren van de inhoud van de regelgeving om de consistentie van het beleid en de standpunten van de Partij en de Staat inzake de salarissen van leraren aan te tonen.
Bron: https://baoquocte.vn/bo-gddt-he-so-luong-dac-thu-voi-nha-giao-la-dai-ngo-xung-dang-334375.html







Reactie (0)