Op 18 juni stuurde het Permanent Comité van de Nationale Vergadering een rapport naar de afgevaardigden over de ontvangst, uitleg en herziening van het gewijzigde wetsontwerp inzake de prijzen. Naar verwachting wordt dit rapport vanmiddag, 19 juni, aangenomen.
Het rapport van het Permanent Comité van de Nationale Assemblee besteedde veel aandacht aan de kwestie van het handhaven van maximumprijzen voor binnenlandse vliegtickets. Dit is een punt van zorg voor veel afgevaardigden.
Er zijn onder meer meningen die voorstellen om de regelgeving inzake het prijskader te schrappen en dit punt volledig volgens de marktmechanismen uit te voeren.
Verhoog de sociale kosten, verhoog de uitgaven van de staatsbegroting
Het Permanent Comité van de Nationale Assemblee is van mening dat het handhaven van de maximumprijs voor vliegtickets als reguleringsinstrument van de staat noodzakelijk is.
Volgens het Permanent Comité van de Nationale Assemblee is het concurrentievermogen van de luchtvaartmarkt in de huidige context nog steeds beperkt en moeten inspanningen worden geleverd om de synchrone en moderne ontwikkeling van vervoerswijzen te bevorderen. Met name nu de hogesnelheidslijn Noord-Zuid nog niet is aangelegd en geëxploiteerd, heeft de staat nog steeds instrumenten nodig om de prijzen van binnenlandse luchtvaartdiensten te beheersen en zo bij te dragen aan de stabilisatie van de markt.
Op de lange termijn, wanneer alle vormen van transport zich synchroon ontwikkelen, zullen er veel mogelijkheden zijn voor mensen om de prijsregulering voor binnenlandse luchtvervoersdiensten voor passagiers op een juiste manier te berekenen.
Het Permanent Comité van de Nationale Vergadering bevestigde dat de prijsplafondregulering volledig in overeenstemming is met Resolutie 11 van het Centraal Comité van de 12e Partij. Een socialistisch georiënteerde markteconomie is derhalve een economie die volgens marktregels functioneert en door de staat wordt beheerd.
Het Permanent Comité van de Nationale Assemblee benadrukte bovendien dat de regulering van prijsplafonds in essentie een instrument is voor de prijsbeheersing door de staat, waarmee de verantwoordelijkheid van de staat voor het stabiliseren van de markt wordt gewaarborgd. Het is geen integratie van sociaal beleid zoals de Luchtvaartvereniging stelt.
Bovendien waarborgt de regulering van prijsplafonds nog steeds het initiatief van ondernemingen. Volgens het Permanent Comité van de Nationale Assemblee hebben luchtvaartmaatschappijen momenteel nog steeds het recht om de serviceprijzen te bepalen, inclusief vliegtickets; alleen voor economy class-tickets hebben ze het recht om specifieke prijzen vast te stellen op basis van een maximumprijsoverschrijding.
Volgens het Permanent Comité van de Nationale Assemblee betekent het ontbreken van een prijsplafond dat de staat het instrument van prijsregulering heeft laten varen. Luchtvaartmaatschappijen kunnen de tarieven voor economy class-tickets volledig verhogen, vooral tijdens vakanties, Tet en toeristische seizoenen wanneer de vraag naar reizen toeneemt. Dit heeft gevolgen voor mensen, vooral mensen met een laag inkomen die moeilijk toegang hebben tot luchtvaartdiensten, wat de maatschappelijke kosten verhoogt.
Volgens het Permanent Comité van de Nationale Assemblee leidt dit ook tot hogere uitgaven voor de staatsbegroting, omdat veel overheidsinstanties momenteel jaarlijks een groot deel van hun budget moeten besteden aan de aankoop van vliegtickets om in hun werk te voorzien. Er zijn zelfs momenten geweest (zoals recentelijk tussen 30 april en 1 mei) waarop luchtvaartmaatschappijen tegelijkertijd de prijzen van vliegtickets verhoogden, wat negatieve gevolgen had voor de toeristische activiteiten en de psyche van mensen.
Het Ministerie van Transport kan het prijsplafond indien nodig aanpassen.
Het Permanent Comité van de Nationale Assemblee stelde ook dat het afschaffen van het prijsplafond een zeer grote kwestie is, een wijziging in een belangrijk beleid en dat de impact ervan, volgens de regelgeving, zorgvuldig moet worden beoordeeld. Hoewel de regering geen effectbeoordeling heeft ingediend en er ook geen heeft, is er momenteel onvoldoende basis voor wijzigingen, wat gevolgen zou kunnen hebben voor de samenleving en de economie, aldus het rapport.
De Nationale Vergadering zal vroeg deze middag, 19 juni, stemmen over de herziene Prijzenwet.
Met name de regeling van prijsplafonds in het wetsontwerp is, naast de mening van de meerderheid van de afgevaardigden, ook het gevolg van het verzoek van het staatsbeheersagentschap op het gebied van de burgerluchtvaart.
Het Ministerie van Transport heeft op basis van een praktische beoordeling van de afgelopen jaren bij de samenvatting van de Wet op de burgerluchtvaart in het Samenvattend verslag en de beoordeling van de implementatie van de Wet op de burgerluchtvaart een evaluatie gedaan en voorgesteld om de prijsplafondregulering te handhaven.
Een andere reden, aldus het Permanent Comité van de Nationale Assemblee, is dat de prijsplafondregulering een voldoende rechtsgrondslag vormt onder de Mededingingswet en de Prijzenwet. Hoewel de markt niet langer monopolistisch is zoals voorheen door de aanwezigheid van zes luchtvaartmaatschappijen die binnenlandse routes exploiteren, is het grootste deel van het marktaandeel in werkelijkheid nog steeds in handen van drie grote luchtvaartmaatschappijen: Vietnam Airlines met ongeveer 35%, Vietjet Air met ongeveer 40% en Bamboo Airways met ongeveer 16%.
Vietnam Airlines en Vietjet Air zijn dan ook beide dominante ondernemingen en de groep van drie ondernemingen, waaronder Bamboo Airways, is de groep met een dominante positie op de binnenlandse luchtvaartmarkt (goed voor 91% van het marktaandeel). Volgens de Mededingingswet is er op deze markt dan ook sprake van beperkte concurrentie en is staatscontrole vereist. De regulering van de prijsplafonds door de staat is dan ook volledig in overeenstemming met de wettelijke criteria.
Het huidige prijskader biedt nog steeds mogelijkheden om de soorten diensten te diversifiëren, zorgt voor aantrekkelijkheid en speelt in op de keuze van klanten voor hoogwaardige diensten in verschillende segmenten.
Volgens het rapport ligt het prijsplafond niet vast. Indien nodig kan de overheid (in dit geval het Ministerie van Transport) het prijsplafond reguleren tot een redelijk niveau, passend bij de sociaal-economische omstandigheden in elke fase en op elk moment, en zo de harmonie tussen burgers en bedrijven waarborgen. Als het prijsplafond ongepast blijkt te zijn, hebben luchtvaartmaatschappijen dus het recht om de overheid te verzoeken het onmiddellijk aan te passen, maar dit betekent niet dat de wet moet worden gewijzigd.
Op grond van bovenstaande analyse verzoekt het Permanent Comité van de Nationale Assemblee de Nationale Assemblee om alleen de regulering van prijsplafonds voor passagiersvervoerdiensten per vliegtuig toe te staan.
Bronlink






Reactie (0)