Vu Hong Thanh, voorzitter van de Economische Commissie, rapporteerde tijdens de vergadering: "Naar aanleiding van de standpunten van afgevaardigden van de Nationale Vergadering is het gewijzigde wetsontwerp inzake de vastgoedsector herzien op basis van de gewijzigde wetsontwerpen inzake grond, de gewijzigde wetsontwerpen inzake huisvesting en aanverwante wetten. Het wetsontwerp zorgt ervoor dat er geen overlappingen of conflicten zijn in de reikwijdte van de regelgeving, terwijl de consistentie en synchronisatie van het rechtssysteem gewaarborgd blijven. Het wetsontwerp is herzien om de reikwijdte van de regelgeving, inclusief de vastgoedsector, de rechten en plichten van organisaties en personen die actief zijn in de vastgoedsector, de regulering van de vastgoedmarkt en het overheidsbeheer van de vastgoedsector, duidelijk te definiëren."
Voorzitter van de Economische Commissie, Vu Hong Thanh, zei dat het wetsontwerp bepalingen bevat voor gevallen waarin de Wet op de Vastgoedsector niet wordt toegepast, waardoor de reikwijdte van het wetsontwerp wordt gewaarborgd. Wat betreft het concept "vastgoedbedrijf", heeft het wetsontwerp het concept van vastgoedbedrijf herzien in de richting van: verduidelijking van de soorten vastgoedbedrijven; toevoeging van inhoud over de implementatie van vastgoedprojectoverdracht en vastgoeddienstverlening; en handhaving van de zinsnede "met het oog op winst" om consistent te zijn met het concept van bedrijf zoals vastgelegd in de Ondernemingswet.
Voorzitter van de Economische Commissie van de Nationale Vergadering, Vu Hong Thanh, presenteert het rapport. Foto: Doan Tan/VNA
Voorzitter van de Economische Commissie, Vu Hong Thanh, zei dat veel meningen erop wezen om het niet verplicht te stellen, maar alleen om vastgoedtransacties via handelsplatformen te stimuleren. Sommigen waren het erover eens dat de soorten vastgoedtransacties via handelsplatformen gereguleerd moeten worden.
De Vaste Commissie van de Economische Commissie heeft geconcludeerd dat uit de praktische samenvatting van de implementatie van de Wet op de Vastgoedsector uit 2014 blijkt dat de huidige vastgoedhandelsvloeren geen transparantie garanderen en de rechtszekerheid van transacties niet waarborgen, omdat de vastgoedhandelsvloer een begunstigde is in de transactierelatie. Het verplicht stellen van transacties via vastgoedhandelsvloeren is niet in overeenstemming met het huidige rechtssysteem, belemmert het recht op vrijheid van ondernemen, brengt het potentiële risico met zich mee dat wettelijke bepalingen worden misbruikt om de markt te monopoliseren en te verstoren, en waarborgt niet de uitvoering van de taak om een gezonde, veilige en duurzame vastgoedmarkt te ontwikkelen.
Naar aanleiding van de standpunten van afgevaardigden in de Nationale Vergadering is het wetsontwerp als volgt herzien: De verplichte bepaling voor onroerendgoedtransacties via vastgoedhandelsplatforms in Hoofdstuk VII van het wetsontwerp is geschrapt om gunstige voorwaarden te creëren voor investeerders en klanten om vrijelijk de transactiemethode te kiezen; aanvulling van Clausule 7, Artikel 8 van het wetsontwerp inzake het Staatsbeleid inzake vastgoedinvesteringen en -bedrijven, waarin staat: "De Staat moedigt organisaties en individuen aan om transacties uit te voeren voor het kopen, verkopen, overdragen, leasen, verpachten van huizen, bouwwerken en grondgebruiksrechten via vastgoedhandelsplatforms".
Het wetsontwerp biedt twee opties voor deposito's in woningbouwbedrijven en toekomstige bouwprojecten.
Optie 1: Regelgeving "Investeerders in vastgoedprojecten mogen alleen een aanbetaling doen volgens de overeenkomst met klanten wanneer het project een basisontwerp heeft dat is getaxeerd door een overheidsinstantie en de investeerder beschikt over een van de documenten met betrekking tot grondgebruiksrechten. De aanbetalingsovereenkomst moet duidelijk de verkoopprijs, de huurkoopprijs van de woning en de bouwwerkzaamheden vermelden en het aanbetalingsbedrag mag niet meer bedragen dan 10% van de verkoopprijs, de huurkoopprijs van de woning en de bouwwerkzaamheden."
Optie 2: Regulering "Investeerders in vastgoedprojecten mogen pas deposito's van klanten innen als de woningen en bouwwerken aan alle voorwaarden voor ingebruikname voldoen en er transacties zijn uitgevoerd in overeenstemming met de bepalingen van deze wet."
De Vaste Commissie van de Economische Commissie koos voor optie 1, omdat de koper voldoende duidelijkheid heeft over de rechtmatigheid van het project wanneer het basisontwerp door een gespecialiseerd bouwbureau wordt beoordeeld. Bedrijven zijn proactiever in hun businessplannen en ronden het bouwontwerp af na het basisontwerp.
Ook volgens het Permanent Comité van de Economische Commissie moet het acceptatiepercentage van deposito's op een redelijk niveau worden gereguleerd om te garanderen dat het deposito niet bedoeld is om vastgoedbedrijven deposito's te laten ontvangen als een kanaal voor kapitaalmobilisatie.
Een te hoge depositorente zal incompetente vastgoedbedrijven niet uitsluiten van deelname aan de markt, waardoor het risico op kapitaaltoe-eigening, fraude en toe-eigening van vermogen van klanten (personen) toeneemt. Een te lage depositorente zal de deelnemende partijen niet effectief binden aan hun verantwoordelijkheden, en de betrokken partijen zijn mogelijk bereid de verbintenis te schenden en het verlies van de deposito te accepteren.
Daarom bepaalt het wetsontwerp dat de maximale aanbetalingsrente 10% van de verkoopprijs of huurkoopprijs bedraagt. Daarnaast vult het wetsontwerp de bepaling aan dat partijen de verkoopprijs of huurkoopprijs duidelijk in de aanbetalingsovereenkomst moeten vermelden, wat bijdraagt aan het binden van verantwoordelijkheden en het waarborgen van de ondertekening van het contract.
Volgens het Permanent Comité van de Economische Commissie heeft Optie 2, waarbij het innen van borg wordt toegestaan wanneer "de woning of het bouwwerk aan alle voorwaarden voor ingebruikname voldoet en er transacties zijn verricht overeenkomstig de bepalingen van deze wet", niet langer de betekenis van een borg, maar wordt het in wezen een contractuele betaling op basis van de voortgang.
Eerder, tijdens de vijfde zitting, besprak en becommentarieerde de Nationale Vergadering het gewijzigde wetsontwerp inzake de vastgoedsector. Op basis van de standpunten van de afgevaardigden van de Nationale Vergadering, werd het wetsontwerp bestudeerd, verwerkt en toegelicht door de Vaste Commissie van de Economische Commissie, die het voorzitterschap bekleedde en samenwerkte met de opsteller ( Ministerie van Bouw ) en relevante instanties en organisaties. Tegelijkertijd werden er seminars georganiseerd om deskundigen, managers en betrokkenen te raadplegen over het wetsontwerp, om zo een meer theoretische en praktische basis te leggen voor de voltooiing ervan.
Het wetsontwerp bevat, na te zijn opgenomen en herzien, 10 hoofdstukken en 84 artikelen. Er zijn 9 artikelen geschrapt en er is 1 artikel toegevoegd ten opzichte van het wetsontwerp dat bij de Vijfde Zitting aan de Nationale Vergadering is voorgelegd.
Volgens de krant VNA/Tin Tuc
Bron






Reactie (0)