In de onlangs uitgevaardigde verordening nr. 377 van het Politbureau wordt duidelijk melding gemaakt van de decentralisatie van het kaderbeheer en de planning, benoemingen, nominaties, tijdelijke schorsing, ontslag uit het ambt, aftreden en ontslag van kaderleden.
Wat betreft de benoeming en nominatie van kandidaten, stelt het Reglement van het Politbureau duidelijk dat deze gebaseerd moet zijn op de normen, voorwaarden, kwaliteiten, ethiek, capaciteiten, sterktes en het prestige van de kaderleden. Dit moet, volgens het Politbureau, ook voortvloeien uit de vereisten voor de uitvoering van de politieke taken van de regio, het agentschap en de eenheid.
Volgens Verordening 377 kunnen bevoegde autoriteiten kandidaten voor hogere functies overwegen, benoemen of aanbevelen voor functionarissen die overtredingen of tekortkomingen hebben begaan, die zijn gedisciplineerd of die bezig zijn met het onderzoeken, inspecteren, onderzoeken of afhandelen van aangiften of klachten..., maar moeten zij in specifieke gevallen normen en voorwaarden garanderen.

Panorama van de 12e Centrale Conferentie, 13e termijn (Foto: Doan Bac).
Ten eerste moeten functionarissen die overtredingen of tekortkomingen hebben begaan, de ervaringen evalueren en daarvan leren. Ze moeten echter niet zoveel leren dat disciplinaire maatregelen moeten worden overwogen.
Ten tweede moeten kaderleden die overtredingen of tekortkomingen hebben begaan, hun verantwoordelijkheid nemen en worden gedisciplineerd, maar de bevoegde autoriteit besluit om geen discipline op te leggen of geen disciplinaire beslissing uit te vaardigen vanwege het verstrijken van de verjaringstermijn (als de disciplinaire maatregel de vorm heeft van een berisping of waarschuwing), vanwege directe verantwoordelijkheid, de verantwoordelijkheid van het hoofd of gezamenlijke verantwoordelijkheid met betrekking tot de kwestie, en hebben zij het onderzoek voltooid en waar nodig correcties doorgevoerd.
Ten derde worden kaderleden gedisciplineerd middels een berisping (na 24 maanden); een waarschuwing leidt niet tot ontslag of ontzetting uit hun functie (na 36 maanden); of ontzetting uit hun functie (na 60 maanden).
In dit geval geldt dat kaderleden voldoen aan de normen en voorwaarden en dat de bevoegde autoriteiten hebben beoordeeld dat zij de evaluatie hebben afgerond en eventuele overtredingen en tekortkomingen hebben overwonnen. Tegelijkertijd beoordelen de partijcomités die rechtstreeks leidinggeven aan de kaderleden of zij over de kwaliteiten, capaciteiten en bekwaamheden beschikken om te voldoen aan de vereisten en toegewezen taken. De bevoegde autoriteiten kunnen hen dan in aanmerking nemen en benoemen voor een hogere positie en zijn verantwoordelijk voor hun beslissingen.
Artikel 377 van het Politbureau stelt duidelijk dat kaderleden die een berisping of waarschuwing hebben gekregen en van wie de disciplinaire periode is verstreken maar niet de hierboven voorgeschreven termijn heeft bereikt, niet in aanmerking komen voor benoeming of nominatie voor een hogere functie. Wel komen ze in aanmerking voor herbenoeming of nominatie voor herverkiezing als het kaderlid voldoet aan de voorgeschreven normen en voorwaarden.
Ambtenaren die een berisping krijgen, kunnen niet worden benoemd of worden aanbevolen voor een hogere functie. Wel kan elk geval zorgvuldig worden overwogen en gewogen om te worden herbenoemd of aanbevolen voor herverkiezing.
In de reglementen van het Politbureau zijn ook duidelijk de gevallen vastgelegd waarin ambtenaren tijdelijk niet in aanmerking worden genomen, niet worden herbenoemd of niet worden aanbevolen voor herverkiezing.
Ambtenaren die worden benoemd of voorgedragen om zich kandidaat te stellen voor een hogere functie, moeten volgens de regelgeving zorgen voor de algemene normen en de specifieke normen van de benoemde of voorgedragen functie.
Kaders die vanuit de lokale personeelsafdeling worden aangesteld, moeten worden ingepland voor de benoemde functie of voor een gelijkwaardige of hogere functie. Voor personeel van externe bronnen vereist het Politburo dat zij worden ingepland voor een gelijkwaardige of hogere functie.
Ambtenaren die worden benoemd of voorgedragen om zich kandidaat te stellen voor een hogere functie, moeten de huidige functie of een gelijkwaardige functie minimaal 1 jaar (12 maanden) hebben bekleed.
In bijzondere gevallen, waarin de ambtstermijn of een gelijkwaardige positie niet gegarandeerd is, zal de bevoegde autoriteit die het kader benoemt, haar beslissing overwegen, nemen en daarvoor verantwoordelijk zijn.
Volgens het Politburo moeten kaderleden van agentschappen binnen het politieke systeem die voor het eerst worden voorgedragen voor een leidinggevende of managementfunctie (hoger) oud genoeg zijn om een volledige ambtstermijn te vervullen. In bijzondere gevallen zal de bevoegde autoriteit die de kaderleden benoemt, hun beslissingen overwegen, nemen en er verantwoordelijk voor zijn.
Die officier moet bovendien gezond genoeg zijn om de toegewezen taken uit te voeren.
Artikel 377 van het Politbureau stelt ook duidelijk dat de benoemingstermijn voor een functie 5 jaar (60 maanden) bedraagt voor leidinggevende en managementfuncties in agentschappen en eenheden binnen het politieke systeem en staatsbedrijven. Voor een aantal specifieke functies geldt een benoemingstermijn van minder dan 5 jaar, conform aparte regelgeving.
Bron: https://dantri.com.vn/thoi-su/can-bo-bi-cach-chuc-sau-5-nam-co-the-duoc-bo-nhiem-giu-chuc-vu-cao-hon-20251017092909508.htm
Reactie (0)