
Inspecteur-generaal van de regering, Doan Hong Phong, presenteerde het wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van een aantal artikelen van de Wet op de opvang van burgers, de Wet op klachten en de Wet op aangifte. Foto: Quochoi.vn
In de ochtend van 11 november vervolgde de 10e sessie door Inspecteur -generaal Doan Hong Phong het wetsontwerp te presenteren tot wijziging en aanvulling van een aantal artikelen van de Wet op de ontvangst van burgers , de Wet op klachten en de Wet op aangiften.
Wat betreft de Wet op de Burgerontvangst, voegt het ontwerp bepalingen toe over de vorm van online burgerontvangst. Burgers kunnen er dus voor kiezen om burgers persoonlijk of online te ontvangen.
Het wetsontwerp draagt de regering op om andere gevallen te bepalen en te specificeren waarin burgers de toegang kan worden geweigerd.
Om te voldoen aan het model van de lokale overheidsorganisatie met twee niveaus, voegt het wetsontwerp een aantal taken toe aan de voorzitter van het Volkscomité op gemeentelijk niveau: het beslissen over de inrichting van ontvangstplaatsen voor burgers buiten het hoofdkwartier van het Volkscomité op gemeentelijk niveau; het uitvaardigen van regels over de ontvangst van burgers; het aanstellen van een personeelseenheid om burgers te ontvangen.
Het wetsontwerp is een aanvulling op de bepalingen: Het Ministerie van Nationale Defensie, het Ministerie van Openbare Veiligheid en de Staatsbank van Vietnam wijzen inspectie-instanties aan die ambtenaren bemiddelen bij het verrichten van burgerontvangstwerkzaamheden. Ministeries zonder ministerieel inspectieorgaan wijzen geschikte eenheden aan die ambtenaren bemiddelen bij het verrichten van burgerontvangstwerkzaamheden. Gespecialiseerde instanties die onder het provinciaal Volkscomité vallen, wijzen geschikte ondergeschikte eenheden aan die ambtenaren bemiddelen bij het verrichten van burgerontvangstwerkzaamheden.

De Nationale Vergadering luisterde naar presentaties en rapporten over het onderzoek naar wetten op de ochtend van 11 november. Foto: Quochoi.vn
Wat de Klachtenwet betreft, kan het in de praktijk voorkomen dat de afhandeling van klachten moet worden opgeschort of beëindigd vanwege: overmacht of objectieve belemmeringen; de noodzaak om te wachten op de afhandelingsresultaten van andere bevoegde instanties; de klager trekt de klacht in, de klager overlijdt zonder erfgenaam met betrekking tot de rechten en belangen, of de klagende instantie of organisatie wordt ontbonden of failliet verklaard.
Het wetsontwerp vult daarom de bepalingen inzake tijdelijke opschorting en schorsing van de klachtenbehandeling aan. Tijdelijke opschorting en schorsing worden opgelegd door een besluit van de bevoegde autoriteit, met duidelijke vermelding van de redenen en de rechtsgrondslag, dat wordt toegezonden aan de klager, de aangeklaagde en aanverwante partijen.
Aanvulling op de regeling dat de klager een deel van de inhoud van de klacht kan intrekken; de klager kan de klacht intrekken door bij de klachtenbehandelaar of degene die de klacht inhoudelijk controleert, zijn/haar mening over het intrekken van de klacht vast te leggen.
Wat betreft de afhandeling van klachten op het tweede niveau, vult het wetsontwerp het recht van de klachtenbehandelaar op het tweede niveau aan om, indien nodig, een gespecialiseerde instantie te raadplegen, naast het raadplegen van de Adviesraad om de nauwkeurigheid bij de afhandeling van klachten te waarborgen.
Om consistent te zijn met de opzet van het systeem van inspectie-instanties, breidt het wetsontwerp de verantwoordelijkheid uit van het hoofd van de eenheid die is belast met het adviseren over de afhandeling van klachten bij staatsbeheersinstanties die geen inspectie-instantie hebben.
In de praktijk komt het voor dat de klager niet deelneemt aan de dialoog wanneer hij daartoe wordt uitgenodigd. Dit maakt het moeilijk om de klacht op te lossen en er is geen wettelijke basis om de oplossing voort te zetten of op te schorten.
Daarom wordt in het wetsvoorstel de bepaling aangevuld dat, indien de klager is uitgenodigd maar niet deelneemt aan de dialoog, de persoon die de klacht behandelt, de klacht blijft behandelen.
Wat betreft de Wet op de opzegging, vormt het wetsontwerp een aanvulling op de regelgeving inzake de beginselen voor het bepalen van de bevoegdheid om opzeggingen te beslissen in een aantal gevallen die nog niet in de Wet op de opzegging zijn geregeld.
Dienovereenkomstig bepalen de minister, het hoofd van een agentschap op ministerieel niveau en de voorzitter van een provinciaal Volkscomité de bevoegdheid om aangiften tegen agentschappen, organisaties, kaderleden, ambtenaren en overheidsmedewerkers op te lossen op het moment dat er een schending plaatsvindt die onder hun beheer valt en die niet vallen onder de gevallen zoals gespecificeerd in clausules 3, 4, 5 en 6, artikel 12 (clausule 7, artikel 12).
Bron: https://laodong.vn/thoi-su/chu-tich-ubnd-cap-xa-se-co-them-3-nhiem-vu-trong-tiep-cong-dan-1607066.ldo






Reactie (0)