De ontwerpwijzigingen en aanvullingen op een aantal artikelen van de Wet op de vordering en inbeslagname van eigendommen, die momenteel door het Ministerie van Justitie worden beoordeeld, hebben de bevoegdheid om te beslissen over de vordering en inbeslagname van eigendommen sterk gedecentraliseerd.
Het ontwerp vult de gevallen van vordering en inbeslagname van eigendommen aan in overeenstemming met de Wet op de voorkoming en bestrijding van natuurrampen uit 2013, de Wet op de nationale defensie uit 2018 (gewijzigd en aangevuld in 2024) en de Wet op de civiele bescherming uit 2023. Het breidt met name de situaties uit waarin vordering en inbeslagname kunnen worden toegepast, inclusief in geval van staat van beleg. Dienovereenkomstig wordt de zinsnede "om redenen van nationale verdediging, veiligheid of nationale belangen" vervangen door "om redenen van nationale verdediging, veiligheid of nationale belangen, noodtoestand, preventie en bestrijding van natuurrampen".
Daarnaast wordt in het ontwerp de bevoegdheid om te beslissen over de aankoop en vordering van activa, in sommige gevallen toegekend aan de leiders van veel ministeries, afdelingen en voorzitters van provinciale volkscomités, in plaats van dat deze bevoegdheid bij de premier ligt.
Met name de regelgeving omtrent grondvordering wordt verduidelijkt om overlapping met de Grondwet van 2024 te voorkomen.
Een andere opmerkelijke verandering is de toevoeging van het recht van beroep voor eigenaren van onroerend goed tegen beslissingen over vordering en inbeslagname van onroerend goed, en de regeling dat klachten worden afgehandeld in overeenstemming met de klachtenwet. Tegelijkertijd wordt het beginsel van non-discriminatie duidelijk gedefinieerd en worden de rechten en legitieme belangen van eigenaren van onroerend goed gewaarborgd bij de uitvoering van vordering en inbeslagname.
Ook de verantwoordelijkheid voor de behandeling van overtredingen van de wet op de inbeslagname en confiscatie van goederen is uitgebreid. Zo is het Ministerie van Financiën belast met de inspectietaak. Ook zijn de regels voor verboden handelingen uitgebreid. Zo mag de beslissing over de inbeslagname en confiscatie van goederen niet worden vernietigd als er een geval is waarin vernietiging vereist is.
Ook het beginsel van schadevergoeding is inhoudelijk aangevuld en verbeterd ten opzichte van de huidige regelgeving. Volgens deze regelgeving wordt de hoogte van de schadevergoeding bij beschadiging, verlies of volledige beschadiging van teruggevorderde goederen gebaseerd op de marktprijs op het moment van teruggave of schadevergoeding.
Wat betreft het onderwerp van de gevorderde activa, stelt het ontwerp voor om onderzoek te doen en "vee" toe te voegen aan de lijst van gevorderde activa, met name voor verdedigingstaken zoals bewaking, communicatie, verkenning, bestrijding van kikvorsmannen, wapendragen...
Volgens het wetsontwerp tonen deze wijzigingen en aanvullingen de inspanningen van de bevoegde autoriteiten om een uitgebreid, transparant en effectief juridisch kader te creëren voor de inbeslagname en confiscatie van eigendommen in Vietnam, waarbij tegelijkertijd de belangen van de staat en de bevolking in harmonie worden gebracht.
Bron: https://www.sggp.org.vn/dam-bao-hai-hoa-loi-ich-giua-nha-nuoc-va-nguoi-dan-khi-trung-mua-trung-dung-tai-san-post811349.html






Reactie (0)