Het niet goed uitvoeren van de planning
Uit de conclusie van de Rijksinspectie bleek duidelijk dat het Ministerie van Industrie en Handel zich niet aan de regelgeving hield, dat de planning voor de ontwikkeling van zonne-energie niet in lijn was met de planningsperiode tot 2020 en dat er op provinciaal niveau tot 2020 geen planning voor zonne-energie was.
Ondertussen heeft het ministerie de toevoeging van 114 zonne-energieprojecten met een totaalvermogen van 4.166 MW aan de provinciale energieplanning goedgekeurd, terwijl in de planning slechts 14 projecten (870 MW) waren goedgekeurd.
Volgens de inspectieconclusie werden 92 projecten met een totaalvermogen van 3.194 MW goedgekeurd zonder wettelijke basis voor de planning.
Het ministerie van Industrie en Handel adviseerde de premier tevens om goedkeuring te verlenen voor de toevoeging van 54 afzonderlijke projecten met een totale capaciteit van 10.521 MW aan het aangepaste Power Plan VII, terwijl er geen plan was en er dus geen wettelijke basis was.
De Rijksinspectie stelde dat er snel werd geïnvesteerd in zonne-energie op daken met een capaciteit van maar liefst 7.864 MW, waarmee de totale zonne-energiecapaciteit steeg tot 16.506 MW, bijna 20 keer hoger dan goedgekeurd. Dit leidde tot een onevenwicht tussen energiebronnen en netwerken, de structuur van de energiebronnen en de regio's, wat leidde tot problemen bij de exploitatie van het systeem.
De gevolgen van bovenstaande overtredingen zijn volgens de Rijksinspectie: De FIT-prijs die aan investeerders wordt betaald en de systeemkosten die met minimaal 5,5 cent/kWh stijgen, wat leidt tot lokale overbelasting, problemen bij het bedienen van het systeem en het dwingen van elektriciteitscentrales om hun productie te verlagen.
"De hoofdverantwoordelijkheid voor de bovengenoemde tekortkomingen en overtredingen ligt bij het Ministerie van Industrie en Handel en de volkscomités van de provincies die van plan waren in het project te investeren", zo luidde de conclusie.
Bovendien werd in de conclusie gewezen op schendingen bij het adviseren over de uitvaardiging van Besluit 13/2020 betreffende het mechanisme ter stimulering van de ontwikkeling van zonne-energie in Vietnam, hetgeen in strijd is met Resolutie 115 van de regering.
Dit had tot gevolg dat 15 zonne-energieprojecten die profiteerden van de voorkeursprijs van 9,35 cent/kWh, niet op de juiste onderwerpen gericht waren. Het totale bedrag dat EVN moest betalen was dus ongeveer 1,481 miljard VND meer.
Het Ministerie van Industrie en Handel adviseerde tevens dat de voorwaarden voor netgekoppelde zonne-energieprojecten om de FIT-prijs van 7,09 cent/kWh toe te passen, niet in overeenstemming zijn met de conclusie van de Vaste Commissie van de Overheid. De Overheidsinspectie stelde vast dat de hoofdverantwoordelijkheid ligt bij het Ministerie van Industrie en Handel in zijn adviserende rol, evenals bij de aanverwante ministeries en afdelingen.
Overdracht aan het onderzoeksbureau
De inspectiedienst is van mening dat de consultatie over het vaststellen van een periode van 20 jaar voor het toepassen van FIT-prijzen op netgekoppelde zonne-energieprojecten te lang en onredelijk is.
Het ministerie van Industrie en Handel heeft een aantal toegewezen taken nog niet afgerond. Zo is het ministerie niet verantwoordelijk voor het verstrekken van advies over aanbestedingsregels, is het de invoering van een mechanisme voor de aankoop van elektriciteit uit oude projecten waarvan de voorkeursprijzen zijn verlopen, uitgesteld en is de invoering van een concurrerende groothandelsmarkt voor elektriciteit uitgesteld.
Op basis van bovenstaande conclusies adviseert de Rijksinspectie de noodzaak om de wettelijke regelgeving voor elektriciteitsbeheer te verbeteren. Tevens beveelt zij de regering aan om het Ministerie van Openbare Veiligheid de opdracht te geven de dossiers en documenten in ontvangst te nemen en volgens de regelgeving te behandelen.
Waaronder: Het Ministerie van Industrie en Handel heeft 154 extra projecten goedgekeurd zonder wettelijke basis, wat leidt tot verspilling van middelen en blijk geeft van laks beheer, wat tekenen van onverantwoordelijkheid vertoont en ernstige gevolgen heeft.
Het advies van het Ministerie van Industrie en Handel aan de premier om de inhoud van Besluit 13/2020 openbaar te maken, is niet in overeenstemming met de aanwijzing van de premier. Het verhoogt de kosten voor de inkoop van elektriciteit en verlaagt de winst van staatsbedrijven, EVN.
De inspectiedienst heeft ook documenten overgedragen aan het Ministerie van Openbare Veiligheid, zodat het Ministerie van Industrie en Handel deze kan beoordelen. Er moeten richtlijnen worden opgesteld voor het stimuleringsmechanisme voor de ontwikkeling van zonne-energie op daken. Dit mechanisme kent mazen, tekortkomingen en overtredingen, maar geniet nog steeds voorkeursmechanismen.
Bovendien overlapt de uitvoering van bouwinvesteringen en projecten op plangronden de planning van andere provincies.
De Rijksinspectie heeft daarom een document gestuurd waarin de bovenstaande zaken worden overgedragen aan de Veiligheidsonderzoeksdienst. Deze zaken worden bekeken en afgehandeld conform de regelgeving.
Daarnaast stelde de Rijksinspectie voor om de verantwoordelijkheden met het Ministerie van Industrie en Handel, EVN, PVN, TKV te herzien en af te handelen en economische kwesties aan te pakken bij projecten die niet aan de regelgeving voldoen.
Bron






Reactie (0)