"Neem geen geld van boeren aan om bedrijven te compenseren"

Op 17 juni in de middag besprak de Nationale Assemblee in groepen het gewijzigde wetsontwerp inzake de omzetbelasting en het ontwerpbesluit van de Nationale Assemblee over het verlagen van de omzetbelasting.

Hoang Van Cuong, afgevaardigde van de Nationale Assemblee (de delegatie van Hanoi ), nam deel aan de discussie en stemde volledig in met de resolutie om de btw met 2% te verlagen tot 31 december 2024. In de huidige context is de binnenlandse vraag over het algemeen nog steeds laag. Een verlaging van de btw zal daarom helpen de prijzen van diensten te verlagen, met name voor essentiële goederen en diensten. Dit zal de consumptie en productie stimuleren. Ten tweede is de deadline van 31 december 2024 tevens het einde van het jaar voor de belastingafwikkeling.

"In werkelijkheid is het doel bij de implementatie van de resolutie om de btw met 2% te verlagen echter de uiteindelijke prijs van goederen wanneer ze de consument bereiken. Maar in werkelijkheid is het aantal consumenten dat van deze voordelen geniet op dit prijsniveau niet groot, behalve in het geval van aankopen van goederen en diensten met facturen en documenten. De meeste populaire diensten en goederen hebben vrijwel geen documenten. Zo kan de prijs van een kom pho bij het ontbijt met 2% worden verlaagd als deze maatregel wordt toegepast," aldus de heer Cuong.

Financiën - Bankieren - — Hoang Van Cuong, afgevaardigde van de Nationale Assemblee, gaf zijn mening.

Volgens de heer Cuong heeft de delegatie van de Nationale Assemblee bij het toezicht op de gemeenten de consensus van de gemeenten vastgelegd, ook al zou dit de begrotingsinkomsten beïnvloeden. De gemeenten stelden een btw-verlaging van 2% voor, omdat dit daadwerkelijk een positief effect heeft op het herstel van de productie.

Met betrekking tot de wijziging van de Wet op de BTW zei de heer Cuong dat het noodzakelijk is om de inhoud van een geleidelijke verhoging van het BTW-tarief te overwegen: "Om de productie te stimuleren en de consumptie te bevorderen, moeten we momenteel de belastingen verlagen. Maar als de daadwerkelijke verhoging tegen eind 2025, tegen 2026, 10% bedraagt, dan zal dit het tegenovergestelde effect hebben vergeleken met de huidige wens om de productie te bevorderen."

Volgens de heer Cuong is de BTW in Vietnam vergeleken met het wereldgemiddelde van 15% nog steeds laag, maar vergeleken met de groep ontwikkelingslanden is het een hoog niveau.

"Belastinghervorming in de richting van een verhoging van de btw moet zorgvuldig worden overwogen. Belastinghervorming is hard nodig, maar we hebben nog ruimte voor belasting op veel andere gebieden. Een typisch voorbeeld is de onroerendgoedbelasting, waar momenteel vrijwel geen belasting wordt geïnd. Tegelijkertijd zal de onroerendgoedbelasting het inkomen reguleren en de activiteiten van verschillende groepen burgers reguleren, met name mensen met een hoog inkomen en veel vermogen...", aldus de heer Cuong.

De heer Cuong stelde ook een standpunt voor met betrekking tot de objecten die van de niet-belastbare groep naar de 5%-belastbare groep werden overgedragen, doorgaans meststoffen en bepaalde soorten landbouwmachines en -apparatuur.

"Als de belasting wordt verhoogd naar 10%, zullen boeren hogere prijzen voor kunstmest moeten betalen. Welk probleem lost een belastingverhoging van 5% op deze producten op?", vroeg de heer Cuong zich af, eraan toevoegend dat er een argument is dat kunstmestbedrijven een deel van de inputkosten moeten betalen zonder aftrek. Dus als de belasting met 5% wordt verhoogd, kunnen bedrijven de kosten aftrekken en dalen de kosten voor bedrijven, en dus ook de verkoopprijs van kunstmest. Hij gaf echter aan dat dit argument niet overtuigend is.

Want volgens hem worden meststoffen verkocht tegen een prijs zonder belasting. Wanneer de belasting stijgt, komt daar nog eens 5% belasting bij, waardoor de prijs van meststoffen nog hoger wordt, en we kunnen niet zeggen dat de prijs is gedaald door de belasting.

Bovendien zei de heer Cuong dat we slechts ongeveer 70% van de kunstmest kunnen produceren, de resterende 30%. Als de belasting met 5% stijgt, moet de prijs van geïmporteerde kunstmest natuurlijk hoger zijn dan het huidige niveau. Dit heeft als voordeel dat de import wordt beperkt en binnenlandse bedrijven worden gestimuleerd om te produceren.

"Maar voor boeren komt er natuurlijk nog eens 5% belasting bij. Bedrijven krijgen een korting, maar boeren moeten de belasting betalen", analyseerde de heer Cuong.

Om de tegenstrijdigheid te overwinnen wanneer meststoffenproducenten wel invoerbelasting moeten betalen, maar geen uitvoerbelasting kunnen aftrekken, stelde de heer Cuong voor om de exportbelasting te wijzigen naar 0% en deze in de groep goederen te plaatsen die net als geëxporteerde goederen in aanmerking komen voor teruggave van invoerbelasting. Dit garandeert de ware betekenis van "geen geld van boeren afpakken om bedrijven te compenseren".

De heer Cuong zei ook dat het noodzakelijk is om een financiële dienstverlening in de niet-belastingplichtige groep te behouden, met name de groep van zogenaamde afgeleide financiële diensten die zich ontwikkelen van de bank- en effectensector tot grondstoffenbeurzen, termijncontracten, termijncontracten, enz. om nieuwe soorten bedrijven te stimuleren.

Bovendien vroeg de heer Cuong zich af of producten en diensten op digitale platforms wel of niet onderworpen zijn aan btw. Bijvoorbeeld: het product is software, de klanten zijn niet alleen binnenlands, maar ook buitenlands... in dit geval is het een exportdienst en is er geen btw verschuldigd.

Volgens de heer Cuong heeft de ontwikkeling van digitale technologie dringend behoefte aan stimulering. Daarom zouden deze producten ook moeten worden opgenomen in de lijst van producten waarvoor geen of geen btw geldt, net als geëxporteerde goederen.

Wat betreft de belasting op transportdiensten stelde de heer Cuong voor dat de spoorwegsector belastingvrijstellingsregelingen zou moeten hanteren bij de invoering van beleid ter stimulering van spoorwegdiensten, stadsspoorwegen, hogesnelheidslijnen, etc.

Pham Duc An, lid van de Nationale Assemblee (delegatie in Hanoi), die deelnam aan de stemming over andere regelgeving in het gewijzigde wetsontwerp over de btw, maakte zich zorgen over de kwestie van valse facturen. De afgevaardigde gaf aan dat btw-teruggaven enorme voordelen opleveren, terwijl het vervalsen van facturen voor belastingteruggaven enorme verliezen van duizenden miljarden VND met zich meebrengt.

"Er moet een specifiekere oplossing voor dit probleem komen. Als we het alleen reguleren zoals in het wetsontwerp, zal het moeilijk zijn om het doel van het voorkomen en bestrijden van valse facturen te bereiken", aldus de heer An .

Bron: https://www.nguoiduatin.vn/khong-lay-tien-cua-nong-dan-bu-cho-doanh-nghiep-a668796.html