ANTD.VN - HoREA heeft voorgesteld om kredietinstellingen toe te staan vastgoedprojecten over te dragen om oninbare schulden te innen, zelfs als het project nog niet aan zijn financiële verplichtingen aan de staat heeft voldaan.
De Ho Chi Minh City Real Estate Association (HoREA) heeft zojuist een document gepubliceerd waarin commentaar wordt gegeven op het gewijzigde wetsontwerp inzake kredietinstellingen met betrekking tot regelgeving inzake de overdracht van onderpandactiva.
HoREA stelde dat artikel 200, lid 3, bepaalt dat kredietinstellingen het recht hebben om een geheel of gedeeltelijk vastgoedproject over te dragen als onderpand om schulden te innen en dat zij dit moeten doen "in overeenstemming met de bepalingen inzake de overdracht van een geheel of gedeeltelijk vastgoedproject van de Wet op de vastgoedsector".
Dit kan leiden tot congestie in de afhandeling van oninbare vorderingen door kredietinstellingen voor oninbare vorderingen waarvan het onderpand een vastgoedproject of een onderdeel daarvan is.
De reden hiervoor is dat als een project in aanmerking wil komen voor overdracht volgens Clausule 3, Artikel 40 van de Wet op de Vastgoedsector 2023, het moet voldoen aan zijn financiële verplichtingen met betrekking tot de grond, waaronder grondgebruiksvergoedingen, grondhuren en gerelateerde belastingen, vergoedingen en kosten (indien van toepassing) aan de Staat...
Het gewijzigde wetsontwerp inzake kredietinstellingen bepaalt dat kredietinstellingen die onderpandactiva in de vorm van vastgoedprojecten overdragen, zich moeten houden aan de bepalingen van de Wet op de vastgoedsector. |
De Vereniging heeft geconstateerd dat er in de loop der jaren weliswaar veel vastgoedprojecten, of delen daarvan, zijn geweest die als onderpand dienden voor de inning van schulden bij kredietinstellingen, maar dat de investeerders nog steeds niet aan hun financiële verplichtingen ten aanzien van de grond aan de Staat hebben voldaan.
HoREA is van mening dat dit ook de reden kan zijn waarom Clausule 1, Artikel 10 van Resolutie 42 alleen bepaalt dat de afhandeling van onderpandactiva een vastgoedproject is waarvoor "een besluit over de toewijzing of lease van grond van een bevoegde overheidsinstantie nodig is", maar niet de voorwaarde stelt van het hebben van een Certificaat van grondgebruiksrechten van het project, het overgedragen projectdeel, en ook niet bepaalt dat de overdragende investeerder "aan financiële verplichtingen moet hebben voldaan" voor het project, het overgedragen projectdeel.
Bovendien bepaalt artikel 10, lid 2, van Resolutie 42 het volgende: De projectverkrijger moet de rechten en verplichtingen van de projectinvesteerder erven en procedures uitvoeren om de uitvoering van het project voort te zetten in overeenstemming met de bepalingen van de investeringswet en de bouwwet (met inbegrip van de verplichting om financiële verplichtingen na te komen).
HoREA stelt daarom voor om Clausule 3, Artikel 200 van het gewijzigde Wetsontwerp Kredietinstellingen te wijzigen en aan te vullen in de zin dat: Kredietinstellingen, buitenlandse bankfilialen, schuldbeheer- en vermogensexploitatiebedrijven van kredietinstellingen, vermogensbeheerbedrijven van Vietnamese kredietinstellingen het recht hebben om geheel of gedeeltelijk onroerendgoedprojecten over te dragen als onderpand voor het innen van schulden, zonder dat zij hoeven te voldoen aan de voorschriften inzake voorwaarden en documenten voor beleggers die projecten overdragen van de wet op de onroerendgoedsector, maar zij moeten wel aan de volgende voorwaarden voldoen:
a) Het overgedragen vastgoedproject moet voldoen aan de voorwaarden zoals gespecificeerd in punten a, d, dd, g en h, clausule 1, artikel 40 van de Wet op de vastgoedsector nr. 29/2023/QH15 en moet een besluit tot grondtoewijzing of grondhuur hebben van een bevoegde staatsinstantie;
b) De projectverkrijger moet voldoen aan de voorwaarden zoals vermeld in de leden 2, 4 en 5 van artikel 40 van de Wet op de vastgoedsector nr. 29/2023/QH15.
Bronlink






Reactie (0)