Beide woorden betekenen "branden", maar "vuur" verwijst naar een kleine vlam, terwijl "blaze" betrekking heeft op een hevig vuur.
Wanneer we iets in brand steken of iets brandt, wordt dat 'branden' genoemd. 'Vuur' wordt in dit geval gebruikt om zowel een kleine vlam als een vuur te betekenen.
Een grote brand wordt vaak een "blaze" genoemd: de brandweer had een uur nodig om de brand onder controle te krijgen.
Als iemand iets in brand steekt, kunnen we ook zeggen dat die persoon "iets in brand steekt" of "iets in brand steekt". Ik heb bijna de keuken in brand gestoken omdat ik vergat de oven uit te zetten.
Naast deze uitdrukking gebruiken Britten ook de uitdrukking "put a match to something", waarmee ze soms bedoelen dat iemand opzettelijk iets in brand steekt.
Ze branden allebei, maar 'kindle' betekent dat je een vuur maakt van kleine stokjes of stukjes papier. Wij maakten een vuur naast onze tenten.
Het aansteken van een kaars wordt "kaars aansteken" genoemd.
Wanneer iets vlam vat, bestaat er in het Engels de uitdrukking "catch fire" (vlam vatten): Ze raakte licht verbrand toen haar shirt vlam vatte.
Als iets in vlammen opgaat, kunnen we zeggen dat het 'in vlammen opging': De mannen sprongen uit het raam vlak voordat hun kamer in vlammen opging.
Om te zeggen dat iets in brand staat, kunnen we naast "branden" ook "in brand" of "in vlammen" gebruiken: Toen de brandweer arriveerde, stond de helft van het gebouw al in brand.
Als je iets wilt beschrijven dat hevig brandt, kennen we in het Engels het woord "blazing": Binnen enkele minuten stond het hele gebouw in lichterlaaie.
Afbranden is "afbranden" of "tot de grond toe afbranden": Dit jaar is het 20 jaar geleden dat het plaatselijke museum tot de grond toe afbrandde.
Als er brand uitbreekt, is een brandblusser de eenvoudigste manier om ermee om te gaan. In het Engels heet het 'brandblusser'.
Kies het juiste antwoord om de volgende zinnen af te maken:
Khanh Linh
Bronlink
Reactie (0)