
Daarom heeft het Provinciaal Volkscomité het Ministerie van Financiën aangesteld om het voortouw te nemen en te coördineren met de relevante departementen en afdelingen om de implementatie van het besluit te begeleiden. Tegelijkertijd zal het de implementatiestatus periodiek inspecteren en jaarlijks rapporteren conform de regelgeving. Het besluit treedt in werking op 20 april.
In de regelgeving van het Provinciaal Volkscomité staat duidelijk vermeld dat de activiteiten op het gebied van beheer, vooruitbetaling en betaling voor bosmilieudiensten in de provincie worden uitgevoerd overeenkomstig decreet nr. 156 van de regering , dat van toepassing is op de volgende onderwerpen: relevante staatsorganen; Provinciaal Fonds voor Bosbescherming en -ontwikkeling; boseigenaren die beheersraden zijn van beschermende en speciale bossen en dorpsgemeenschappen, volkscomités op gemeentelijk niveau en andere organisaties die door de staat zijn aangewezen om bossen te beheren overeenkomstig de wettelijke bepalingen.
Het geld wordt gecoördineerd door het Vietnamese Fonds voor Bosbescherming en -ontwikkeling en door geld dat is toevertrouwd door gebruikers van bosmilieudiensten in de provincie.

10% van het totale bedrag dat is toevertrouwd aan het Provinciaal Fonds voor Bosbescherming en -ontwikkeling wordt gebruikt voor de beheersactiviteiten van het Provinciaal Fonds voor Bosbescherming en -ontwikkeling; 5% van het reservefonds wordt gebruikt voor het totale bedrag dat is toevertrouwd aan bosmilieudiensten. Het resterende bedrag, na aftrek van de bovengenoemde kosten, wordt door het Provinciaal Fonds voor Bosbescherming en -ontwikkeling overgemaakt aan de boseigenaren en de volkscomités van de gemeenten die zijn belast met het bosbeheer en de financiering van bosmilieudiensten.
Jaarlijks wordt de bijdrage voor de bosmilieudienst vier keer voorgeschoten, waarbij het voorschotpercentage (voorschotpercentage) gebaseerd is op de werkelijke inkomsten tot het moment van voorschotbetaling. Met name voor bekkens waarvan de eenheidsprijs tot het moment van voorschotbetaling hoger is dan twee keer de staatssteun voor bosbeschermingscontracten, bedraagt de voorschotbetaling slechts maximaal 90% van de eenheidsprijs, wat twee keer de staatssteun voor bosbescherming is. De resterende financieringsbron (10%) wordt betaald nadat het bosgebied is bepaald.
Voor boseigenaren waarvan de inkomsten uit bosmilieudiensten in de voorgaande voorschotten te laag zijn en die aanvullende voorschotten aanvragen, overweegt de directeur van het Provinciaal Fonds voor Bosbescherming en -ontwikkeling om voorschotten te verstrekken aan boseigenaren via een bron waarvan de ontvangers van de vergoedingen voor bosmilieudiensten niet kunnen worden geïdentificeerd. Het gaat hierbij om een bron met een eenheidsprijs die twee keer zo hoog is als het niveau van de staatsbegrotingssteun voor bosbeschermingscontracten. Hierbij moet wel worden gewaarborgd dat de juiste begunstigden worden vermeld, overeenkomstig de bepalingen van Besluit nr. 156 van de regering.
De directeur van het Provinciaal Fonds voor Bosbescherming en -ontwikkeling bepaalt en betaalt jaarlijks vóór 31 maart het bedrag aan betalingen voor bosmilieudiensten, op basis van het werkelijke bedrag aan betalingen voor bosmilieudiensten dat het voorgaande jaar is ontvangen en de resultaten van het bepalen van het bosgebied waarvoor betalingen voor bosmilieudiensten worden gedaan. Hij bepaalt het bedrag aan betalingen aan de aanbieder van bosmilieudiensten in het voorgaande jaar om de aanbieder van bosmilieudiensten te betalen.
Daarnaast zal het fonds, op basis van het daadwerkelijk in het jaar verzamelde bedrag en de resultaten van het bepalen van het bosgebied waarvoor betalingen aan bosmilieudiensten worden gedaan, vóór 30 april van het daaropvolgende jaar betalingen doen aan aanbieders van bosmilieudiensten.
Bron






Reactie (0)