Na de inwerkingtreding van de Wet op de Organisatie van Lokaal Bestuur werd het lokale bestuur overgeheveld van drie naar twee niveaus. Hierdoor zijn sommige huidige regels met betrekking tot disciplinaire maatregelen op districts- en gemeentelijk niveau niet langer geschikt voor het model van twee niveaus. Bij de implementatie van de regels met betrekking tot disciplinaire maatregelen tegen kaderleden, ambtenaren en overheidspersoneel, kwamen ministeries, afdelingen en gemeenten problemen tegen met disciplinaire maatregelen in bepaalde situaties die zich voordoen in het personeelswerk. Sommige regels moeten worden aangepast om consistentie in de rechtshandhaving te waarborgen, zoals de principes voor de behandeling, orde en procedures voor disciplinaire maatregelen, enz.
Om het beleid en de richtlijnen van de Partij snel te institutionaliseren, heeft de regering decreet nr. 172/2025/ND-CP uitgevaardigd ter vervanging van decreet nr. 112/2020/ND-CP van 18 september 2020 van de regering betreffende disciplinaire maatregelen tegen kaderleden, ambtenaren en overheidspersoneel en decreet nr. 71/2023/ND-CP van 20 september 2023 van de regering tot wijziging en aanvulling van een aantal artikelen van decreet nr. 112/2020/ND-CP van 18 september 2020 betreffende disciplinaire maatregelen tegen kaderleden, ambtenaren en overheidspersoneel.
Verscherp de zaak van het nog niet overwegen van disciplinaire maatregelen
In Besluit nr. 172/2025/ND-CP zijn 3 gevallen vastgelegd die niet in aanmerking zijn genomen voor disciplinaire maatregelen (in plaats van de 4 gevallen zoals voorgeschreven in Besluit nr. 112/2020/ND-CP):
1- Ambtenaren en ambtenaren die worden behandeld voor een ernstige ziekte of die cognitieve vermogens verliezen; ernstig ziek zijn en worden behandeld als opgenomen patiënt in een ziekenhuis met een bevestiging van een bevoegde medische autoriteit.
2- Vrouwelijke kaderleden en ambtenaren die zwanger zijn, met zwangerschapsverlof zijn of kinderen jonger dan 12 maanden opvoeden, of mannelijke kaderleden en ambtenaren (in het geval dat de vrouw overlijdt of de vrouw het kind niet kan opvoeden vanwege overmacht of objectieve belemmeringen zoals voorgeschreven in het Burgerlijk Wetboek en de wetten inzake noodsituaties) die kinderen jonger dan 12 maanden opvoeden, behalve in gevallen waarin de overtreder een schriftelijk verzoek heeft om disciplinaire maatregelen te overwegen.
3- Ambtenaren en ambtenaren die worden vervolgd, vastgehouden of gevangengezet in afwachting van de conclusie van het onderzoek, de vervolging of de berechting door de bevoegde autoriteit met betrekking tot een overtreding van de wet; behalve in gevallen waarin dit door een bevoegde autoriteit is besloten.
(Eerder bepaalde Decreet nr. 112/2020/ND-CP dat het geval van "kaderleden, ambtenaren en overheidsmedewerkers die jaarlijks verlof hebben, verlof volgens het regime of persoonlijk verlof dat is toegestaan door de bevoegde autoriteiten" ook een geval is dat niet in aanmerking is gekomen voor disciplinaire maatregelen.)
Aanvulling van gevallen van vrijstelling van disciplinaire verantwoordelijkheid
In decreet nr. 172/2025/ND-CP is vastgelegd dat gevallen van disciplinaire uitsluiting moeten worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van Strafrecht en andere relevante wettelijke bepalingen.
Bij overtreding van een of meer van de volgende omstandigheden worden disciplinaire maatregelen uitgesloten:
a- Het door de bevoegde autoriteit laten vaststellen dat iemand bij een overtreding de handelingsonbekwaamheid is kwijtgeraakt;
b- Moet voldoen aan de beslissingen van superieuren overeenkomstig de bepalingen van Clausule 5, Artikel 7 van de Wet op Kaders en Ambtenaren 2025;
c- De bevoegde autoriteit stelt de overtreding vast in een spoedeisende situatie, als gevolg van overmacht of objectieve belemmeringen overeenkomstig de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek en de wet op noodsituaties bij de uitoefening van ambtelijke taken;
d- Voldoen aan de voorschriften betreffende gezag, orde en procedures, en bij het uitvoeren van de taken geen persoonlijk gewin nastreven, maar om objectieve redenen schade veroorzaken;
d- Het uitvoeren van voorstellen voor innovatie en creativiteit die door de bevoegde autoriteiten zijn toegestaan en die door de bevoegde autoriteiten zijn vastgesteld om te worden uitgevoerd in overeenstemming met het beleid, met zuivere motieven en in het algemeen belang, maar die schade veroorzaken.
e- Een overtreding begaan die tot disciplinaire maatregelen heeft geleid, maar die is overleden.
Vergeleken met decreet nr. 71/2023/ND-CP en decreet nr. 112/2020/ND-CP, heeft decreet nr. 172/2025/ND-CP de gevallen d en đ toegevoegd om resolutie nr. 138/NQ-CP van 16 mei 2025 van de regering en de wet op kaders en ambtenaren 2025 over het mechanisme ter aanmoediging van durf om te denken en durf om te doen, te institutionaliseren.
Tegelijkertijd bevat Besluit nr. 172/2025/ND-CP specifieke bepalingen voor overtredingen die in aanmerking komen voor verzachting of verzwaring van de disciplinaire maatregelen.
Bij overtreding van een of meer van de volgende omstandigheden wordt het disciplinaire niveau verlaagd:
a- Proactief overtredingen melden, vrijwillig persoonlijke verantwoordelijkheid aanvaarden voor tekortkomingen en overtredingen, en disciplinaire maatregelen accepteren die in verhouding zijn tot de inhoud, aard en omvang van de overtreding, vóór en tijdens het inspectie- en toezichtproces;
b- Proactief informatie, gegevens en documenten verstrekken en volledig en eerlijk reageren op gezamenlijke overtredingen;
c- Proactief een einde maken aan overtredingen, actief deelnemen aan het voorkomen van overtredingen, vrijwillig corrupte activa overdragen, schade vergoeden en de door jezelf veroorzaakte gevolgen verhelpen.
Bij overtreding van een of meer van de volgende omstandigheden wordt het disciplinair niveau verhoogd:
a- Het verzoek van een instantie, organisatie of eenheid om tekortkomingen of overtredingen te beoordelen, maar deze niet te implementeren of te corrigeren. Het niet vrijwillig toegeven van tekortkomingen of overtredingen en het toepassen van disciplinaire maatregelen die in verhouding staan tot de inhoud, aard en omvang van de overtreding; het veroorzaken van materiële schade die moet worden vergoed maar niet vergoed, het niet verhelpen van de gevolgen of het verhelpen ervan in strijd met de vereisten van de bevoegde autoriteit, het niet vrijwillig teruggeven van geld of activa die voortvloeien uit de overtreding;
b- Omgaan met, ontwijkend zijn of het proces van inspectie, toezicht, onderzoek, auditing, onderzoek, vervolging, berechting en tenuitvoerlegging van het vonnis belemmeren. Het verdoezelen van overtreders; het bedreigen, vervolgen of wraak nemen op degenen die strijden tegen, aanklagen, getuigen of documenten of bewijs van overtredingen overleggen;
c- Georganiseerde overtredingen, het brein zijn achter de overtredingen; het verstrekken van valse informatie en rapporten; het verhinderen dat anderen bewijs leveren van overtredingen; het verbergen, veranderen en vernietigen van bewijsmateriaal, het creëren van valse documenten, verslagen en bewijsmateriaal;
d- Misbruik maken van iemands positie, macht, of misbruik maken van een noodtoestand, natuurramp, brand of epidemie om socialezekerheids-, nationale defensie- en veiligheidsbeleid te implementeren voor persoonlijk gewin. Anderen dwingen, mobiliseren, organiseren of helpen bij het plegen van schendingen.
Wijziging termijn disciplinaire behandeling
Tegelijkertijd wordt, om in overeenstemming te zijn met de Wet op Kaders en Ambtenaren 2025, de termijn voor disciplinaire maatregelen gewijzigd en aangevuld middels Besluit nr. 172/2025/ND-CP.
Volgens de nieuwe regelgeving is de verjaringstermijn voor disciplinaire maatregelen de periode waarna een kaderlid, ambtenaar of persoon die ontslag heeft genomen of met pensioen is gegaan en een overtreding heeft begaan, niet langer aan disciplinaire maatregelen onderworpen is. De verjaringstermijn voor disciplinaire maatregelen wordt berekend vanaf het moment van de overtreding tot het moment dat de bevoegde autoriteit een schriftelijke kennisgeving van overweging voor disciplinaire maatregelen afgeeft. Indien zich binnen de termijn voor het berekenen van de verjaringstermijn voor disciplinaire maatregelen volgens de regelgeving een nieuwe overtreding voordoet, wordt de verjaringstermijn voor disciplinaire maatregelen voor de oude overtreding opnieuw berekend vanaf het moment van de nieuwe overtreding.
De disciplinaire periode voor kaderleden en ambtenaren is de periode vanaf de ontdekking van de overtreding van de kaderleden en ambtenaren tot het moment dat het bevoegde gezag een beslissing neemt over disciplinaire maatregelen.
De periode van de disciplinaire behandeling mag niet langer zijn dan 90 dagen. Indien de omstandigheden van de zaak ingewikkeld zijn en nader onderzoek en verificatie vereisen, kan de periode van de disciplinaire behandeling worden verlengd, maar mag deze niet langer zijn dan 150 dagen.
De bevoegde autoriteit die de disciplinaire maatregel behandelt, moet ervoor zorgen dat de disciplinaire maatregel binnen de voorgeschreven termijn wordt genomen. Indien de termijn voor disciplinaire maatregelen verstrijkt en er nog geen beslissing tot disciplinaire maatregel is genomen, is zij verantwoordelijk voor de vertraging in de uitvaardiging ervan in overeenstemming met de Partijregels en relevante wetten en moet zij een disciplinaire maatregel nemen indien de overtreding nog binnen de verjaringstermijn valt.
Tot de verjaringstermijn en de termijn voor disciplinaire behandeling behoren niet: de tijd die nog niet in aanmerking is genomen voor disciplinaire behandeling in zaken die nog niet in aanmerking zijn genomen voor disciplinaire behandeling; de tijd voor onderzoek, vervolging en berechting volgens de strafrechtelijke procedure (indien van toepassing); de tijd voor het indienen van klachten of het aanspannen van administratieve rechtszaken bij de rechtbank met betrekking tot disciplinaire behandelingsbeslissingen totdat een vervangende disciplinaire behandelingsbeslissing is uitgevaardigd.
Schaf een aantal vormen van discipline af voor ambtenaren en ambtenaren
In het besluit worden de disciplinaire maatregelen vastgelegd die van toepassing zijn op ambtenaren, waaronder: berisping, waarschuwing, ontslag, van toepassing op ambtenaren die zijn goedgekeurd, benoemd of aangewezen om een positie of titel te bekleden, en ontslag.
Disciplinaire maatregelen voor ambtenaren : Berisping; waarschuwing; ontslag, voor ambtenaren in leidinggevende en managementfuncties; gedwongen ontslag.
Zo heeft Decreet nr. 172/2025/ND-CP de disciplinaire vorm van degradatie die van toepassing was op ambtenaren met leidinggevende en managementfuncties, en de salarisverlaging voor ambtenaren die geen leidinggevende of managementfunctie bekleedden, zoals voorgeschreven in Decreet nr. 71/2023/ND-CP, afgeschaft. Deze wijziging is in overeenstemming met de Wet op Kaderleden en Ambtenaren 2025. Deze wet schrijft de bovengenoemde twee disciplinaire vormen namelijk niet voor.
Tegelijkertijd bepaalt decreet nr. 172/2025/ND-CP duidelijk de toepassing van disciplinaire maatregelen. Meer specifiek:
Geef disciplinaire berispingen aan ambtenaren en ambtenaren
De disciplinaire maatregel van berisping wordt toegepast op kaderleden en ambtenaren die voor de eerste keer overtredingen begaan die minder ernstige gevolgen hebben, met uitzondering van de overtredingen die worden genoemd in paragraaf 3 van artikel 9 van decreet 172/2025/ND-CP, en die onder een van de volgende gevallen vallen:
1- Het overtreden van de voorschriften met betrekking tot de verplichtingen van kaders en ambtenaren; zaken die kaders en ambtenaren niet mogen doen; het schenden van de publieke ethiek, de communicatiecultuur op de werkvloer, de communicatie met het volk; het schenden van de interne regels en voorschriften van agentschappen, organisaties en eenheden.
2- Het overtreden van de wettelijke bepalingen inzake: misdaadpreventie en -bestrijding; preventie en bestrijding van maatschappelijk kwaad; maatschappelijke orde en veiligheid; preventie en bestrijding van corruptie; het beoefenen van spaarzaamheid en het bestrijden van verspilling.
3- Overtreding van de regels inzake: democratisch centralisme; propaganda, vrije meningsuiting; binnenlandse politieke bescherming.
4- Het overtreden van de wettelijke bepalingen inzake: investeringen, bouw, grond, milieubronnen, financiën, boekhouding, bankieren, beheer en gebruik van staats- en volksbezittingen in strijd met de regelgeving.
5- Schending van de regelgeving en wetten van andere Partijen met betrekking tot kaderleden en ambtenaren.
Geef ambtenaren en ambtenaren een disciplinaire waarschuwing
Een disciplinaire waarschuwing wordt gegeven aan ambtenaren en ambtenaren die een overtreding begaan in een van de volgende gevallen:
1- Na een berisping volgens de bovenstaande regels en na recidive.
2- Eerste overtreding, die ernstige gevolgen heeft in een van de gevallen die hierboven zijn genoemd en die aanleiding geven tot disciplinaire maatregelen.
3- Eerste overtreding, met minder ernstige gevolgen in een van de volgende gevallen:
a) Kaders en ambtenaren die leidinggevende en managementposities bekleden, vervullen de hun toegewezen management- en operationele taken en verantwoordelijkheden niet naar behoren en volledig;
b) Het hoofd van een agentschap, organisatie of eenheid laat toe dat er binnen zijn/haar verantwoordelijkheid ernstige schendingen van de wet plaatsvinden, zonder maatregelen te nemen om deze te voorkomen.
Het toepassen van disciplinaire ontslagmaatregelen op ambtenaren en ambtenaren die leidinggevende en managementposities bekleden
De disciplinaire maatregel van ontslag is van toepassing op ambtenaren en ambtenaren die een leidinggevende of managementfunctie bekleden in een van de volgende gevallen:
1- Na een waarschuwing volgens de bovenstaande regels en na recidive.
2- Het begaan van een eerste overtreding met zeer ernstige gevolgen in een van de gevallen waarin disciplinaire maatregelen of berisping worden toegepast, maar niet in de mate van gedwongen ontslag of ontslag, heeft de overtreder een houding van acceptatie, correctie, het proactief overwinnen van de gevolgen en in een van de gevallen van overtreding met een of meerdere verzachtende omstandigheden.
3- Het gebruiken van illegale documenten om een plan te maken, gekozen te worden, goedgekeurd te worden of een functie te bekleden.
Pas disciplinaire maatregelen van gedwongen ontslag toe op ambtenaren
De disciplinaire maatregel van gedwongen ontslag wordt toegepast op ambtenaren die een overtreding begaan in een van de volgende gevallen:
1- Disciplinaire maatregelen in de vorm van ontslag voor ambtenaren die een leidinggevende of managementfunctie bekleden, of een waarschuwing voor ambtenaren die geen leidinggevende of managementfunctie bekleden en die opnieuw in de fout gaan.
2- Het begaan van een eerste overtreding die zeer ernstige gevolgen heeft in een van de gevallen waarin de disciplinaire maatregel van berisping of Clausule 3, Artikel 9 van Decreet nr. 172/2025/ND-CP wordt toegepast, maar de overtreder heeft geen houding van acceptatie, correctie, het proactief overwinnen van de gevolgen en is in een van de gevallen onderworpen aan verhoogde disciplinaire maatregelen.
3- Het gebruiken van valse of illegale diploma's, certificaten, certificeringen of bevestigingen om gerekruteerd te worden voor instanties, organisaties of eenheden.
4- Drugsverslaving. In dit geval moet er een conclusie van een medische instelling of een melding van een bevoegde autoriteit zijn.
Disciplinaire maatregelen van ontslag toepassen op ambtenaren
Ambtenaren die de bepalingen van de Wet op de Organisatie van de Nationale Vergadering, de Wet op de Organisatie van het Lokaal Bestuur, de Wet op de Verkiezing van Afgevaardigden in de Nationale Vergadering en de Volksraden en andere relevante wettelijke bepalingen overtreden, worden ontslagen. De bevoegdheid, het ontslagbevel en de ontslagprocedures worden uitgevoerd in overeenstemming met de wettelijke bepalingen.
Phuong Nhi
Bron: https://baochinhphu.vn/quy-dinh-moi-ve-xu-ly-ky-luat-can-bo-cong-chuc-vien-chuc-102250702121427988.htm






Reactie (0)