Minister van Binnenlandse Zaken Pham Thi Thanh Tra heeft zojuist Document nr. 7/VBHN-BNV ondertekend en uitgegeven, waarin Besluit nr. 83/2022/ND-CP en Besluit nr. 99/2024/ND-CP worden geconsolideerd en waarin de pensionering op hogere leeftijd wordt geregeld voor kaderleden en ambtenaren die leidinggevende en managementfuncties bekleden.
Daarom moet bij het op latere leeftijd met pensioen gaan van kaderleden en ambtenaren die leidinggevende en managementfuncties bekleden, ervoor worden gezorgd dat de pensioenleeftijd niet hoger ligt dan 65 jaar voor mannen en 60 jaar voor vrouwen.
De onderwerpen die onder dit besluit vallen, omvatten twee groepen. De eerste groep bestaat uit vrouwelijke kaderleden en ambtenaren die de volgende posities en titels bekleden: Adjunct-hoofd van het Centraal Comité van de Partij en agentschappen; Adjunct-directeur van de Nationale Academie voor Politiek van Ho Chi Minh, Adjunct-hoofdredacteur van de krant Nhan Dan, Adjunct-hoofdredacteur van het Communistisch tijdschrift; Vicevoorzitter van het Centraal Comité van het Vietnamese Vaderlandfront; Vicevoorzitter van de Etnische Raad, Vicevoorzitters van de commissies van de Nationale Vergadering, Adjunct-hoofd van het Bureau van de Nationale Vergadering; Adjunct-opperrechter van het Hooggerechtshof, Adjunct-directeur van het Hooggerechtshof; Adjunct-ministers, adjunct-hoofden van agentschappen op ministerieel niveau; Adjunct-hoofden van het Bureau van de President , Adjunct-Rekenkamer-Generaal; Adjunct-hoofden van sociaal-politieke organisaties op centraal niveau; Adjunct-secretarissen van provinciale partijcomités, stedelijke partijcomités, partijcomités van blokken die rechtstreeks onder de centrale overheid vallen; Voorzitter van de Volksraad, voorzitter van het Volkscomité van provincies en steden die rechtstreeks onder de centrale overheid vallen; lid van de Centrale Inspectiecommissie; directeur van het Nationaal Politiek Uitgeverijhuis Truth; directeur van het Instituut voor Wetgevende Studies onder het Permanent Comité van de Nationale Vergadering; directeur van de Nationale Universiteit van Hanoi, directeur van de Nationale Universiteit van Ho Chi Minhstad, algemeen directeur van de Vietnamese Sociale Zekerheid, hoofd van de Raad van Bestuur van het Ho Chi Minh Mausoleum, voorzitter van de Nationale Commissie voor Financieel Toezicht; vicevoorzitter van het Comité voor Staatskapitaalbeheer bij Ondernemingen; vicevoorzitter van de Volksraad, vicevoorzitter van het Volkscomité van Hanoi en Ho Chi Minhstad; vast lid van de Etnische Raad en Comités van de Nationale Vergadering; lid van het Permanent Comité van de Partijcomités van Hanoi en Ho Chi Minhstad; lid van het Permanent Comité van het Provinciaal Partijcomité en het Stedelijk Partijcomité die tot een etnische minderheid behoren.
Voor de eerste groep (vrouwelijke ambtenaren en ambtenaren die de hierboven genoemde leidinggevende en managementfuncties en titels bekleden) bedraagt de arbeidstijd bij pensionering op hogere leeftijd niet meer dan 60 jaar.
Voor de tweede groep (met inbegrip van ambtenaren benoemd tot rechter bij het Hooggerechtshof of officier van justitie van het Hooggerechtshof) bedraagt de werktijd bij pensionering op hogere leeftijd niet meer dan 65 jaar voor mannen en 60 jaar voor vrouwen.
Bij de invoering van het pensioenbeleid op hogere leeftijd worden, indien kaderleden en ambtenaren met pensioen willen gaan, hun pensioenuitkeringen geregeld volgens de wettelijke bepalingen.
Bron: https://kinhtedothi.vn/quy-dinh-ve-nghi-huu-o-tuoi-cao-hon-doi-voi-lanh-dao-quan-ly.html
Reactie (0)