De heer Vo vroeg zich af wanneer hij zijn pensioen zou ontvangen en hoe hoog dit zou zijn, rekening houdend met zijn omstandigheden.

Mensen ontvangen pensioen in Ho Chi Minhstad (Illustratie: Sociale verzekering Ho Chi Minhstad).
In antwoord op de vraag van de heer Vo zei de Vietnamese Sociale Zekerheid dat de tijd tot het ontvangen van pensioen wordt berekend op basis van de pensioenleeftijd zoals gespecificeerd in Clausule 1, Artikel 4 van Besluit nr. 135/2020/ND-CP van 18 november 2020 van de regering .
Vanaf 1 januari 2021 bedraagt de pensioenleeftijd voor werknemers onder normale arbeidsomstandigheden 60 jaar en 3 maanden voor mannelijke werknemers en 55 jaar en 4 maanden voor vrouwelijke werknemers. Daarna stijgt de pensioenleeftijd jaarlijks met 3 maanden voor mannelijke werknemers tot ze in 2028 de leeftijd van 62 jaar bereiken, en jaarlijks met 4 maanden voor vrouwelijke werknemers tot ze in 2035 de leeftijd van 60 jaar bereiken.
Op basis van de bovenstaande regels is de datum waarop de heer Nguyen Thanh Vo, geboren in augustus 1964 en al 20 jaar en 6 maanden sociaal verzekeringsplichtig, recht heeft op pensioen 1 december 2025. Hij is dan 61 jaar en 3 maanden oud.
Wat betreft de hoogte van het pensioen zei de Vietnamese sociale zekerheid dat, omdat de heer Vo vrijwillig deelneemt aan de sociale verzekering en in het verleden verplichte sociale verzekeringen heeft betaald, het maandelijkse pensioenniveau wordt berekend volgens de bepalingen van Clausule 3, Artikel 5 van Besluit nr. 134/2015/ND-CP van 29 december 2015 van de regering.
Het maandelijkse pensioen wordt berekend door het maandelijkse pensioenbedrag te vermenigvuldigen met het gemiddelde maandsalaris en het inkomen voor sociale verzekeringsbijdragen.
Het gemiddelde maandsalaris en -inkomen voor de sociale verzekeringsbijdrage voor de berekening van het pensioen en de eenmalige uitkering die van toepassing zijn in gevallen van zowel verplichte sociale verzekeringsdeelname als vrijwillige sociale verzekeringsdeelname, wordt berekend volgens de volgende formule.

Wat betreft het maandelijkse pensioenpercentage, bepaalt punt c, clausule 2, artikel 3, besluit nr. 134/2015/ND-CP het volgende: Voor mannen die vanaf 2022 met pensioen gaan, komen de eerste 20 jaar van sociale verzekeringsuitkering overeen met een pensioenpercentage van 45%, daarna wordt voor elk extra jaar van sociale verzekeringsuitkering een extra 2% berekend.
Vergeleken met het geval van de heer Nguyen Thanh Vo, die 20 jaar en 6 maanden sociale verzekeringspremie heeft betaald, bedraagt het pensioenpercentage 46%.
Artikel 5, lid 3, van Besluit nr. 134/2015/ND-CP bepaalt ook dat indien een deelnemer aan de vrijwillige sociale verzekering 20 jaar of langer verplichte sociale verzekeringen heeft betaald, het laagste maandelijkse pensioen gelijk is aan het basissalaris op het moment van ontvangst van het pensioen.
Dat wil zeggen dat voor deelnemers aan de sociale verzekering in bovenstaand geval, indien het maandelijkse pensioen na berekening volgens de bovenstaande formule lager uitvalt dan het basissalaris, dit wordt berekend op basis van het basissalaris.
Deze bepaling is niet van toepassing op de twee groepen die worden genoemd in punt i, clausule 1, artikel 2 van de Wet op de sociale verzekering (deeltijdwerkers in gemeenten, wijken en steden) en punt c, clausule 2, artikel 5 van Decreet nr. 134/2015/ND-CP (vrouwelijke werknemers die voltijds of deeltijds werken in gemeenten, wijken en steden die deelnemen aan de verplichte sociale verzekering, recht hebben op pensioen, maar de tijd van sociale verzekeringsbetalingen behouden en blijven deelnemen aan de vrijwillige sociale verzekering).
Bron






Reactie (0)