De regering heeft Besluit nr. 291/2025/ND-CP van 6 november 2025 uitgevaardigd, waarin een aantal artikelen van Besluit nr. 103/2024/ND-CP van 30 juli 2024 betreffende grondgebruiksvergoedingen en grondhuren worden gewijzigd en aangevuld, en Besluit nr. 104/2024/ND-CP van 31 juli 2024 betreffende het Grondontwikkelingsfonds.
Wijzig de manier waarop landgebruiksvergoedingen worden berekend bij het verlenen van certificaten
Met betrekking tot de methode voor het berekenen van grondgebruikvergoedingen bij het verlenen van certificaten van grondgebruiksrechten en eigendom van aan grond verbonden activa (certificaten) in gevallen van gebruik van grond die is toegewezen zonder de juiste bevoegdheid zoals voorgeschreven in artikel 140 van de Grondwet, heeft Besluit nr. 291/2025/ND-CP de punten a, b, c, clausule 3, artikel 12 van Besluit nr. 103/2024/ND-CP gewijzigd en aangevuld, waarin de methode wordt vastgelegd voor het berekenen van grondgebruikvergoedingen voor huishoudens en individuen die certificaten hebben gekregen van bevoegde staatsinstanties zoals voorgeschreven in punt a, clausule 3, artikel 140 van de Grondwet.
Volgens de nieuwe regelgeving krijgen huishoudens en individuen een certificaat van een bevoegde staatsinstantie, overeenkomstig de bepalingen van punt a, punt b, clausule 3, artikel 140 van de Grondwet van 2024. De grondgebruiksvergoeding wordt als volgt berekend:
a) Indien een certificaat van grondgebruiksrechten en eigendom van aan de grond verbonden activa (certificaat) is verleend overeenkomstig de bepalingen van punt a en punt b, clausule 3, artikel 140 van de Grondwet van 2024 zonder documenten waaruit de betaling voor het grondgebruik blijkt, wordt de grondgebruikvergoeding voor het gebied waaraan een certificaat als woongebied is verleend, als volgt berekend:
| Landgebruiksvergoeding | = | Verleend grondoppervlak Certificaat van woongrond | X | De grondprijzen staan vermeld in de Grondprijzenlijst. | X | 70% |
b) Indien een certificaat is verleend volgens de bepalingen in punt a, punt b, clausule 3, artikel 140 van de Grondwet 2024, en er documenten zijn waaruit blijkt dat het volledige bedrag is betaald voor het gebruik van het land volgens de bepalingen in clausule 5 van dit artikel, hoeven er geen grondgebruikskosten te worden betaald.
Indien er een document is waaruit blijkt dat de grondgebruiksvergoeding is betaald, maar de betaalde vergoeding voor het grondgebruik lager is dan de wettelijk voorgeschreven vergoeding op het moment van betaling, wordt het betaalde bedrag omgezet in een percentage van het grondoppervlak waarvoor de grondgebruiksvergoeding is betaald overeenkomstig het beleid en de grondprijs op het moment van betaling; de grondgebruiksvergoeding voor het resterende grondoppervlak wordt berekend overeenkomstig de bepalingen onder punt a van dit artikel op het moment van indiening van een volledige en geldige aanvraag voor een certificaat.
c) Voor het resterende gebied zoals voorgeschreven in punt c, clausule 3, artikel 140 van de Grondwet van 2024, indien dit wordt erkend voor residentiële gronddoeleinden (indien van toepassing) en een certificaat wordt verleend, worden grondgebruikskosten geïnd ter hoogte van 100% van de grondgebruikskosten, berekend volgens het beleid en de residentiële grondprijzen zoals voorgeschreven in de Grondprijslijst op het moment van het indienen van een volledige en geldige aanvraag voor een certificaat.

Wijziging van de regelgeving inzake vrijstelling en verlaging van grondgebruiksvergoedingen
Met Besluit nr. 291/2025/ND-CP worden een aantal clausules van artikel 17 van Besluit nr. 103/2024/ND-CP gewijzigd en aangevuld, waarin de beginselen voor de uitvoering van de vrijstelling en verlaging van grondgebruiksvergoedingen worden vastgelegd voor onderwerpen die in aanmerking komen voor vrijstelling en verlaging van grondgebruiksvergoedingen.
Meer specifiek wijzigt Decreet nr. 291/2025/ND-CP de bepalingen van clausule 1, artikel 17 van Decreet nr. 103/2024/ND-CP in die zin dat huishoudens en personen die in aanmerking komen voor vrijstelling of vermindering van grondgebruiksvergoedingen, eenmalig worden vrijgesteld of verminderd voor de toegewezen oppervlakte woonoppervlakte. Tegelijkertijd verduidelijkt het het principe van vrijstelling of vermindering van grondgebruiksvergoedingen voor huishoudens en personen die tot een etnische minderheid behoren, dat alleen van toepassing is op etnische minderheden die wonen op plaatsen waar grond...
Met besluit nr. 291/2025/ND-CP wordt clausule 1, artikel 17 als volgt gewijzigd en aangevuld: Huishoudens en personen die in aanmerking komen voor vrijstelling of vermindering van grondgebruikskosten overeenkomstig de bepalingen van artikelen 18 en 19 van besluit nr. 103/2024/ND-CP, krijgen slechts eenmaal vrijstelling of vermindering voor het grondoppervlak binnen de toewijzingslimiet voor residentieel grondgebruik wanneer de staat grond toewijst voor huisvesting of toestemming heeft om het grondgebruiksdoel te wijzigen van ander grondgebruik naar residentieel grondgebruik of is erkend voor residentiële gronddoeleinden overeenkomstig de bepalingen van de wet op grondgebruik.
Vrijstelling en vermindering van grondgebruikskosten voor arme huishoudens, personen en etnische minderheden zijn alleen van toepassing op huishoudens en personen die (permanent) wonen op de plaats waar het land zich bevindt; registratie van vrijstellingen en verminderingen van grondgebruikskosten wordt uitgevoerd volgens de bepalingen van de wet op belastingbeheer.
Tegelijkertijd wijzigt en vult Decreet nr. 291/2025/ND-CP clausule 5, artikel 17 van Decreet nr. 103/2024/ND-CP aan als volgt: Vrijstelling of vermindering van grondgebruikskosten is niet van toepassing in gevallen van veiling van grondgebruiksrechten om grond toe te wijzen waarvoor grondgebruikskosten zijn geïnd; grond voor de bouw van commerciële woningen zoals voorgeschreven in punt a, clausule 1, artikel 157 van de Grondwet van 2024.
Vrijstelling en vermindering van grondgebruikskosten bij hervestigingstoewijzing van grond worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van het Besluit van de regering inzake compensatie, ondersteuning en hervestiging wanneer de staat grond terugwint.
In het bijzonder zijn, in gevallen van vrijstelling of vermindering van grondgebruikskosten voor mensen die moeten verhuizen wanneer de staat grond terugkrijgt vanwege risico's die mensenlevens bedreigen en in gevallen waarin de staat grond terugkrijgt die verbonden is aan woningen en moeten verhuizen zonder te voldoen aan de voorwaarden voor compensatie voor woongrond en zonder andere woonplaats te hebben in de gemeentelijke administratieve eenheid waar de grond wordt teruggekregen overeenkomstig de bepalingen in punt b, punt l, clausule 1, artikel 157 van de Grondwet van 2024, de bepalingen in punt c, clausule 1, artikel 18, clausule 1, artikel 19 van Besluit nr. 103/2024/ND-CP van toepassing.
Met betrekking tot de beginselen voor de behandeling van gevallen waarin bevoegde overheidsinstanties ontdekken dat grondgebruikers zijn vrijgesteld of verlaagd van grondgebruiksvergoedingen en grondhuren, maar niet voldoen aan de voorwaarden voor vrijstelling of verlaging volgens de regelgeving, wordt clausule 6, artikel 17 van besluit nr. 103/2024/ND-CP gewijzigd en aangevuld in de volgende richting:
- Regelgeving over het berekenen van de hoogte van de grondgebruiksvergoedingen en grondhuren die zijn vrijgesteld of verlaagd en die volgens het beleid en de grondprijzen moeten worden geïnd op het moment dat de grondgebruiksvergoedingen en grondhuren volgens de regelgeving worden berekend (het moment van de beslissing over de grondtoewijzing, grondpacht, wijziging van het grondgebruiksdoel of het moment van de feitelijke grondoverdracht).
- Maak onderscheid tussen gevallen waarin bevoegde overheidsinstanties constateren dat niet aan de voorwaarden voor vrijstelling of verlaging is voldaan of dat het grondgebruik niet voor het juiste doel wordt gebruikt, en gevallen waarin gebruikers verzoeken om geen prikkels toe te passen (vrijwillige betaling van grondgebruiksvergoedingen en grondhuur) voor de periode waarin zij zijn vrijgesteld of verlaagd, omdat zij niet langer voldoen aan de voorwaarden voor vrijstelling of verlaging, om de berekening van vrijgestelde of verlaagde grondgebruiksvergoedingen en grondhuur die voor elk geval moeten worden geïnd, dienovereenkomstig te regelen.
- Meer specifiek de verantwoordelijkheden van belastingdiensten en landbeheersinstanties vastleggen bij het berekenen, innen en betalen van de bedragen aan grondgebruiksvergoedingen en grondhuren die zijn vrijgesteld of verlaagd en moeten worden geïnd.

Meer specifiek heeft Decreet nr. 291/2025/ND-CP de bepalingen in Clausule 6, Artikel 17 van Decreet nr. 103/2024/ND-CP als volgt gewijzigd: Indien de bevoegde autoriteit of persoon ontdekt dat de grondgebruiker is vrijgesteld of verlaagd van grondgebruiksvergoedingen, maar niet voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling of verlaging van grondgebruiksvergoedingen (indien van toepassing) zoals voorgeschreven op het moment van vrijstelling of verlaging, of de grond gebruikt voor andere doeleinden dan die vermeld in het besluit tot grondtoewijzing, maar niet onderworpen is aan grondonteigening zoals voorgeschreven door de wet op grond, of de grondgebruiker verzoekt om geen prikkels toe te passen omdat hij/zij niet langer voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling of verlaging, moet hij/zij het bedrag aan grondgebruiksvergoedingen dat is vrijgesteld of verlaagd, aan de staatsbegroting betalen. De terugvordering van het bedrag aan grondgebruiksvergoedingen dat is vrijgesteld of verlaagd, wordt als volgt uitgevoerd:
a) Het bedrag aan grondgebruiksvergoedingen dat wordt vrijgesteld of verminderd en dat moet worden teruggevorderd, wordt als volgt berekend:
a1) Het bedrag aan vrijgestelde of verlaagde grondgebruikskosten dat moet worden geïnd (met inbegrip van gevallen waarin grondgebruikers vóór de inwerkingtreding van de Grondwet van 2024 op grond van de wettelijke bepalingen zijn vrijgesteld of verlaagd van grondgebruikskosten, maar de bevoegde autoriteiten en personen tot op heden hebben ontdekt dat grondgebruikers niet voldoen aan de voorwaarden voor vrijstelling of verlaging van grondgebruikskosten (indien van toepassing) op grond van de regelgeving) wordt berekend op grond van het beleid en de grondprijs op het moment dat de grondgebruikskosten worden berekend op grond van de wettelijke bepalingen van tijd tot tijd, plus (+) een bedrag dat gelijk is aan de te late betaling van grondgebruikskosten op grond van de wettelijke bepalingen inzake belastingbeheer van tijd tot tijd.
Indien de grondgebruiker verzoekt om geen prikkels toe te passen omdat hij/zij niet langer voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling of verlaging (vrijwillig de vrijgestelde of verlaagde grondgebruiksvergoeding terugbetaalt), wordt de vrijgestelde of verlaagde grondgebruiksvergoeding die moet worden geïnd, berekend op basis van het beleid en de grondprijs op het moment dat de grondgebruiksvergoeding wordt berekend volgens de wettelijke bepalingen van elke periode plus (+) de extra inning berekend op de vrijgestelde of verlaagde grondgebruiksvergoeding die moet worden geïnd volgens de bepalingen in punt d, clausule 2, artikel 257 van de Grondwet 2024, clausule 2, artikel 50 van dit besluit.
Grondgebruikers hoeven het vrijgestelde of verlaagde bedrag volgens het preferentiële investeringsgebied niet terug te betalen als er tijdens het grondgebruikproces een wijziging plaatsvindt in de regelgeving op de Lijst van preferentiële investeringsgebieden volgens de bepalingen van de wet op investeringen.
a2) De tijd voor het berekenen van het bedrag dat gelijk is aan de boete voor te late betaling en de aanvullende inning zoals voorgeschreven in artikel a1 van dit punt, wordt berekend vanaf het moment van vrijstelling of verlaging van de grondgebruikskosten tot het moment dat de bevoegde autoriteit of persoon besluit de vrijgestelde of verlaagde grondgebruikskosten te innen.
b) Het agentschap of de persoon die bevoegd is om te beslissen over vrijstelling of verlaging van grondgebruiksvergoedingen, heeft de bevoegdheid om het bedrag aan grondgebruiksvergoedingen dat is vrijgesteld of verlaagd, te innen.
c) Procedures voor het berekenen en terugvorderen van vrijgestelde of verlaagde grondgebruiksvergoedingen:
c1) Voor gevallen van vrijstelling van grondgebruiksvergoeding.
Op grond van artikel 157, lid 3, van de Grondwet van 2024 is het bevoegde agentschap voor grondbeheer bij de uitvoering van de procedures voor de toewijzing van grond en de afgifte van certificaten aan grondgebruikers verantwoordelijk voor het samenstellen en synthetiseren van gevallen van toewijzing van grond en de afgifte van certificaten die in aanmerking komen voor vrijstelling van grondgebruikskosten, en voor de overdracht ervan aan de belastingdienst en relevante instanties voor toezicht overeenkomstig de regelgeving.
Als de bevoegde autoriteit of persoon tijdens het implementatieproces ontdekt dat de persoon die is vrijgesteld van grondgebruikskosten, op het moment van vrijstelling niet voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van grondgebruikskosten (indien van toepassing) of het land gebruikt voor andere doeleinden dan die welke zijn vermeld in het besluit tot toewijzing van het land, maar niet onderworpen is aan grondontginning volgens de bepalingen van de wet op het land, stuurt de bevoegde autoriteit of persoon het bevoegde landbeheeragentschap om het voortouw te nemen en te coördineren met de bevoegde autoriteiten om de inspectie en beoordeling uit te voeren.
Indien na controle en beoordeling wordt vastgesteld dat de persoon die is vrijgesteld van grondgebruikskosten niet voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van grondgebruikskosten (op het moment van vrijstelling) of de grond gebruikt voor een ander doel dan dat vermeld in het besluit tot toewijzing van de grond, maar niet onderhevig is aan intrekking van grond volgens de bepalingen van de wet op grond, moet het bevoegde landbeheeragentschap dit melden aan de voorzitter van het Volkscomité op hetzelfde niveau om te beslissen de vrijstelling van grondgebruikskosten in te trekken en de informatie door te geven aan de belastingdienst om het bedrag aan te betalen grondgebruikskosten (niet vrijgesteld), het bedrag gelijk aan de boete voor te late betaling van grondgebruikskosten of het extra bedrag (indien van toepassing) te berekenen en te innen volgens de bepalingen van punt a van deze clausule.
c2) Voor gevallen van verlaging van de grondgebruiksvergoeding:
Als de bevoegde autoriteit of persoon tijdens het implementatieproces ontdekt dat de grondgebruiker die een verlaging van de grondgebruikskosten heeft ontvangen, niet voldoet aan de voorwaarden voor verlaging van de grondgebruikskosten (indien van toepassing), stuurt de bevoegde autoriteit of persoon een kennisgeving naar de belastingdienst. Deze dient het voortouw te nemen en met de bevoegde autoriteiten te coördineren om te inspecteren, te beoordelen en te bepalen of aan de voorwaarden voor verlaging van de grondgebruikskosten is voldaan, overeenkomstig de regelgeving. Ook moet de bevoegde autoriteit of persoon het bedrag aan te betalen grondgebruikskosten (niet verlaagd), het bedrag dat gelijk is aan de boete voor te late betaling van grondgebruikskosten of het extra bedrag (indien van toepassing) berekenen en innen, overeenkomstig de bepalingen onder punt a van dit artikel.
d) De belastingdienst zal toezicht houden op en samenwerken met het bevoegde agentschap voor grondbeheer om het in punt a van dit artikel genoemde bedrag te berekenen en te innen.
Nieuwe regelgeving inzake bevoegdheid om te beslissen over vrijstelling van grondgebruiksvergoeding
Daarnaast wijzigt en vult decreet nr. 291/2025/ND-CP ook artikel 18, lid 5, van decreet nr. 103/2024/ND-CP aan in de zin dat hiermee de bevoegdheid wordt geregeld om te beslissen over vrijstelling van grondgebruiksvergoedingen.
Volgens de nieuwe regelgeving is de autoriteit om te beslissen over vrijstelling van de grondgebruiksvergoeding degene die bevoegd is om te beslissen over de toewijzing van grond zoals voorgeschreven in artikel 123 van de Grondwet 2024. Deze autoriteit is degene die beslist over vrijstelling van de grondgebruiksvergoeding bij het beslissen over de toewijzing van grond, het wijzigen van het grondgebruiksdoel, het erkennen van grondgebruiksrechten voor onderwerpen die overeenkomen met de onderwerpen die onder de bevoegdheid vallen om grond toe te wijzen volgens het dossier dat is ingediend door de bevoegde landbeheersinstantie. De inhoud moet duidelijk worden vermeld: reden voor vrijstelling, gebied dat is vrijgesteld van de grondgebruiksvergoeding.
Bovenstaande regelgeving treedt in werking op 6 november 2025.
Bron: https://www.vietnamplus.vn/sua-doi-bo-sung-mot-so-quy-dinh-ve-tien-su-dung-dat-tien-thue-dat-post1075670.vnp






Reactie (0)