
Regelgeving online burgerontvangst
Dr. Tran Dang Vinh, hoofdinspecteur en hoofd van de juridische afdeling van de overheidsinspectie, zei dat de Wet op de burgeropvang (2013), de Wet op de klachten (2011) en de Wet op de aangiften (2018) gedurende vele jaren van implementatie een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de bescherming van de legitieme rechten en belangen van burgers. De praktijk laat echter zien dat sommige regelgeving tekortkomingen aan het licht heeft gebracht en niet langer aansluit bij de context van innovatie in de organisatie van het staatsapparaat, de toepassing van digitale technologie en de vereisten van burgeropvang, klachtenafhandeling en aangiftenafhandeling in de huidige periode.
Met name vanaf 1 juli 2025 wordt het model van de tweelaagse lokale overheidsorganisatie ingevoerd, wordt het systeem van inspectie-instanties gestroomlijnd en zijn veel regelingen met betrekking tot het districtsniveau en inspectie-instanties niet langer geschikt. Aanpassing en aanvulling zijn daarom noodzakelijk om consistentie, synchronisatie en aansluiting met de realiteit te waarborgen.
Het hoofd van de juridische afdeling van de overheidsinspectie zei dat de overheidsinspectie, in navolging van de richtlijnen van de secretaris-generaal , hoofd van het Centraal Stuurcomité voor het voorkomen en bestrijden van corruptie, verspilling en negativiteit, de regering heeft geholpen bij het onderzoeken en ontwikkelen van een wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van een aantal artikelen van de wet op de burgeropvang, de wet op de klachten en de wet op de aangifte.
Op 23 september 2025 diende de regering document nr. 817/TTr-CP in bij de Nationale Vergadering over het wetsontwerp. De Commissie voor Volksaspiraties en Toezicht van de Nationale Vergadering bestudeert en onderzoekt het wetsontwerp volgens de procedures die zijn voorgeschreven in de Wet op de bekendmaking van juridische documenten. Indien het voorstel in aanmerking komt, zal het ter beoordeling rapporteren aan het Permanent Comité van de Nationale Vergadering en ter goedkeuring voorleggen aan de 15e Nationale Vergadering tijdens de 10e zitting.
De basis voor het onderzoek en de ontwikkeling van het Law-project zijn de resultaten van de samenvatting van 10 jaar uitvoering van de Wet op de burgeropvang, het jaarverslag met een samenvatting van de resultaten van de burgeropvang en de afhandeling van klachten en aangiften die door de regering bij de Nationale Assemblee zijn ingediend, en het toezicht op de wetshandhaving en de reactie op aanbevelingen van kiezers door de Overheidsinspectie die de afgelopen jaren is uitgevoerd.
Het wetsontwerp richt zich op belangrijke groepen kwesties met betrekking tot organisatorische herstructurering, digitale transformatie, het bevorderen van decentralisatie, het verhelpen van tekortkomingen en het verbeteren van de efficiëntie van de afhandeling.
"Het hoogtepunt is dat voor het eerst online burgeropvang officieel wordt gereguleerd naast directe burgeropvang. Op basis daarvan zal de overheid gedetailleerde regelgeving uitvaardigen om een wettelijke corridor te creëren voor transparante, veilige en effectieve online burgeropvang. Dit zal bijdragen aan tijdsbesparing, kostenbesparing en gemak voor mensen, met name voor hen die ver van administratieve centra wonen en moeite hebben met reizen", benadrukte Dr. Tran Dang Vinh.
Dit is een belangrijke stap voorwaarts in de ontwikkeling van e-overheid, in lijn met de trend van nationale digitale transformatie, en draagt bij aan de openbaarheid en transparantie van de werking van het bestuursapparaat. Dit voorstel is gebaseerd op de studie naar de institutionalisering van Resolutie nr. 57-NQ/TW van 22 december 2024 van het Politbureau over doorbraken in wetenschap, technologie, innovatie en nationale digitale transformatie, en de recente pilot-implementatie van online burgerontvangst in een aantal gevallen van de Rijksinspectie en gemeenten.
Bovendien stipuleert het wetsontwerp de verantwoordelijkheden van de voorzitter van het Volkscomité op gemeenteniveau duidelijker bij de opvang van burgers. Naast de taken van burgeropvang zoals voorgeschreven in de huidige wet, is de voorzitter van het Volkscomité op gemeenteniveau ook toegewezen aan een bevoegde eenheid om de volgende taken uit te voeren: adviseren over reguliere en ad-hoc burgeropvang; het regelmatig ontvangen van burgers op de burgeropvanglocatie op gemeenteniveau; het ontvangen, classificeren en verwerken van verzoekschriften, het monitoren en aandringen op de afhandeling van klachten, aangiften, aanbevelingen en beschouwingen, onder de bevoegdheid van de voorzitter van het Volkscomité op gemeenteniveau.
Het wetsontwerp regelt en bepaalt dat de voorzitter van het Volkscomité op gemeentelijk niveau burgers ten minste twee dagen per maand rechtstreeks moet ontvangen, in plaats van de huidige regeling van één dag per week. Deze regeling is gebaseerd op het feit dat de huidige schaal op gemeentelijk niveau groter is dan voorheen en zorgt voor consistentie met de regelgeving inzake de ontvangst van burgers door het hoofd van het partijcomité op gemeentelijk niveau in Verordening nr. 11-QDi/TW van 18 februari 2019 van het Politbureau betreffende de verantwoordelijkheid van het hoofd van het partijcomité bij de ontvangst van burgers, het voeren van een directe dialoog met burgers en het verwerken van de reacties en aanbevelingen van burgers.
Duidelijk en transparant in de behandeling van klachten en meldingen
Op het gebied van klachten zei Tran Dang Vinh, hoofd van de juridische afdeling van de overheidsinspectie, dat het wetsontwerp de vorm van het intrekken van klachten aanvult, tijdelijke opschorting en opschorting van de klachtenbehandeling voorschrijft en de bevoegdheid om klachten te behandelen verduidelijkt. Naast de vorm van het intrekken van klachten per verzoekschrift zoals momenteel voorgeschreven, kan er dus ook een verslag worden opgesteld waarin de mening van de klager over het intrekken van de klacht wordt vastgelegd tijdens overleg met de klachtenbehandelaar of de persoon die de inhoud van de klacht controleert. De klager kan de inhoud van de klacht te allen tijde geheel of gedeeltelijk intrekken. In geval van gedeeltelijke intrekking van de klacht wordt de resterende inhoud van de klacht volgens de regelgeving afgehandeld.
De klachtenbehandelaar schort de klachtenbehandeling tijdelijk op als hij te maken krijgt met overmacht of andere objectieve belemmeringen die de klager of de aangeklaagde persoon verhinderen om verder deel te nemen aan de klachtenbehandelingsprocedure; of als er moet worden gewacht op de uitkomsten van de afhandeling door een andere instantie, organisatie of individu over een kwestie die direct verband houdt met de inhoud van de klacht.
De klachtenbehandelaar wordt geschorst wanneer er geen voorwaarden meer zijn om de klacht verder te behandelen, bijvoorbeeld: de klager trekt de klacht in, overlijdt, of de zaak is door de rechtbank in behandeling genomen en afgehandeld. Dit draagt bij aan de duidelijkheid van de juridische procedure, zorgt ervoor dat deze aansluit bij de werkelijkheid en voorkomt verspilling van tijd en middelen.
Wat betreft de bevoegdheid om klachten op te lossen, bepaalt het wetsontwerp dat de voorzitter van het Volkscomité op gemeentelijk niveau de bevoegdheid heeft om voor het eerst klachten op te lossen met betrekking tot zijn/haar bestuurlijke beslissingen en handelingen, die van de hoofden van gespecialiseerde agentschappen en andere bestuurlijke organisaties die onder het Volkscomité op gemeentelijk niveau vallen, en die van ambtenaren en overheidsmedewerkers die onder zijn/haar directe leiding staan.
Wat betreft de verantwoordelijkheid voor het geven van advies en het beheren van de werkzaamheden voor het behandelen van klachten, de ontwerpvoorschriften voor ministeries zonder ministerieel inspectie; gespecialiseerde instanties die onder de provinciale volkscomités vallen, wijzen adviesdiensten toe voor het behandelen van klachten om het hoofd van het staatsbeheeragentschap op hetzelfde niveau te helpen bij het beheren van de werkzaamheden voor het behandelen van klachten.
Op het gebied van aangiften wijzigt, vult en verduidelijkt het wetsontwerp de bevoegdheid van de voorzitter van het Volkscomité op gemeentelijk niveau en de voorzitter van het Volkscomité op provinciaal niveau om aangiften af te handelen. Het wetsontwerp vult het mechanisme aan waarmee de premier de inspecteur-generaal van de regering kan machtigen om aangiften te behandelen, af te handelen en de uitkomst ervan te melden; en stipuleert specifiek de verantwoordelijkheden van de inspecteur-generaal van de regering en inspectiediensten bij het verifiëren en adviseren over de afhandeling van aangiften.
Toepassing van informatietechnologie en nationale database
Een ander hoogtepunt is dat het wetsontwerp de regelgeving completeert waarin de staat beleid voert, zorgt voor financiering, faciliteiten, personeel, informatietechnologie, digitale transformatie en andere technische middelen toepast om burgers te ontvangen en een nationale database opbouwt over het ontvangen van burgers, het behandelen van klachten, aangiften, petities en bedenkingen van burgers ten behoeve van het werk van het ontvangen van burgers, het behandelen van petities en het oplossen van klachten en aangiften.
"Als deze database eenmaal is voltooid, zal deze bijdragen aan een gecentraliseerd en uniform beheer, het voorkomen van verlies van gegevens en het verbeteren van de openbaarheid, transparantie en verwerkingsefficiëntie", benadrukte de directeur van de juridische afdeling van de overheidsinspectie.
Het opstellen van de wet is een belangrijke stap om het rechtssysteem te perfectioneren, het recht op zelfbeschikking van burgers te waarborgen en tegelijkertijd de effectiviteit en efficiëntie van de opvang van burgers, de afhandeling van klachten en aangiften te verbeteren. Het wetsontwerp is van groot praktisch belang en helpt burgers om gemakkelijker gebruik te maken van hun recht om te klagen, aangifte te doen, aanbevelingen te doen en te reflecteren, met name online. Het verduidelijkt op heldere en transparante wijze de verantwoordelijkheden van lokale overheden en overheidsinstanties bij de opvang van burgers, de afhandeling van klachten en aangiften, en draagt zo bij aan de bescherming van de legitieme rechten en belangen van burgers.
De opstellers van de wet stelde voor dat de wet op 1 januari 2026 in werking zou treden. Dit is een belangrijke mijlpaal en de basis voor het wijzigen, aanvullen en perfectioneren van gedetailleerde regelgeving en instructies voor de uitvoering van de wet. Hiermee dragen we bij aan de opbouw van een bestuurlijk systeem dat de bevolking dient, de wet respecteert en streeft naar het doel van "Mensen weten, mensen bespreken, mensen doen, mensen inspecteren, mensen controleren, mensen profiteren", zoals bepaald door onze Partij.
Bron: https://baotintuc.vn/thoi-su/tiep-cong-dan-truc-tuyen-buoc-tien-huong-den-chinh-quyen-so-20251110141108601.htm






Reactie (0)