Dit is het eerste officiële programma dat door het ministerie is goedgekeurd en uitgegeven ter uitvoering van Besluit nr. 1717/QD-TTg van 31 december 2024 van de premier betreffende "Versterking van het onderwijs in kennis en vaardigheden om te voorkomen dat leerlingen in de periode 2025-2035 verdrinken".
Voorzie leerlingen van basiskennis over het voorkomen van en reageren op verdrinkingsincidenten.
Momenteel ontbreekt het zwemonderwijs op scholen aan uniformiteit in curriculum en inhoud. Scholen gebruiken programma's en materialen uit verschillende bronnen om leerlingen te leren zwemmen, waarbij de focus voornamelijk ligt op basiszwemtechnieken. Er wordt onvoldoende aandacht besteed aan het aanleren van kennis en vaardigheden om verdrinking te voorkomen, de veiligheid in het water te waarborgen en veilige reddingsoperaties uit te voeren.
Het opstellen van een programma en richtlijnen voor veilige zweminstructie heeft tot doel de inhoud te standaardiseren, lokale overheden en onderwijsinstellingen te helpen bij de gelijktijdige organisatie en uitvoering ervan, leerlingen voldoende kennis en vaardigheden bij te brengen voor het voorkomen van verdrinking en hen te helpen hun eigen gezondheid en leven proactief te beschermen.
Dit programma en de bijbehorende materialen stellen specifieke doelen voor leerlingen op elk onderwijsniveau. Zo worden leerlingen op de basisschool voorzien van basiskennis over het voorkomen van en reageren op verdrinking, en indirecte redding; ontwikkelen ze basisvaardigheden in veilig zwemmen en waterveiligheid; en worden ze opgeleid om hun zelfbewustzijn te vergroten en kwaliteiten en vaardigheden te ontwikkelen om verdrinking te voorkomen en erop te reageren.
In de onderbouw van het voortgezet onderwijs leren leerlingen basiskennis over het voorkomen van en reageren op verdrinking, indirecte redding, basiszwemvaardigheden en een verbeterde fysieke conditie. Ze leren ook zelfverdedigingstechnieken en hoe ze moeten reageren in het water. Daarnaast kennen, begrijpen en kunnen ze veilige stappen voor indirecte redding toepassen wanneer ze iemand zien verdrinken. Ook ontwikkelen ze een gevoel van verantwoordelijkheid ten opzichte van de gemeenschap met betrekking tot het voorkomen van verdrinking.
Op de middelbare school krijgen leerlingen basiskennis over het voorkomen van en reageren op verdrinkingsincidenten, het verbeteren van hun zwemvaardigheden en waterveiligheidskennis; ze leren, begrijpen en passen zelfreddingstechnieken toe in geval van een ongeluk in het water. Ze oefenen en passen ook kennis en vaardigheden toe op het gebied van indirecte redding, veilige redding en het verlenen van eerste hulp aan slachtoffers van verdrinking; dit versterkt het verantwoordelijkheidsgevoel van leerlingen ten opzichte van de gemeenschap bij het voorkomen van en reageren op verdrinkingsincidenten.
Specifieke regels met betrekking tot de lesduur en noodzakelijke voorwaarden.
Het lesprogramma en het lesmateriaal voor het aanleren van veilig zwemmen aan leerlingen bestaat uit 16 lessen, waaronder 15 lessen en 1 toets/evaluatie. Elke les duurt 60 tot 90 minuten. Afhankelijk van de specifieke omstandigheden (weer, leervermogen, fysieke conditie en gezondheid van de leerlingen) passen de docenten de lesmethoden flexibel aan en verdelen ze de tijd over de leerlingen.
Het programma en de richtlijnen specificeren tevens de voorwaarden voor de uitvoering met betrekking tot faciliteiten, personeel, materialen en financiering.
Wat de faciliteiten betreft, is een vast of modulair (mobiel) zwembad vereist, dat hygiënisch water van goede kwaliteit, een geschikte waterdiepte en een vlakke bodem en wanden garandeert om de veiligheid van leerlingen en docenten tijdens zwemlessen te waarborgen. De omgeving van het zwembad moet schoon en goed geventileerd zijn en voldoende ruimte bieden voor warming-up oefeningen voordat de zwemlessen beginnen. Er moet minimaal de vereiste reddingsuitrusting aanwezig zijn, evenals aparte toiletten, douches en kleedkamers voor jongens en meisjes, en er moeten vastgestelde zwembadregels gelden.
Wat betreft het personeel: zweminstructeurs moeten getraind en gecertificeerd zijn in veilige zweminstructie en het voorkomen van verdrinking door een bevoegde instantie; er moeten, indien nodig, badmeesters en medisch personeel aanwezig zijn; en er moet personeel zijn om het zwembad en de bijbehorende faciliteiten schoon te maken.
Onderwijsinstellingen zijn verantwoordelijk voor het ontwikkelen van plannen en het indienen daarvan bij de bevoegde instantie ter goedkeuring voordat zij zwemlessen voor veilige zwemvaardigheid aan leerlingen volgens het programma gaan geven; en voor het uitreiken van certificaten van veilige zwemvaardigheid aan leerlingen die voldoen aan de eisen van de eindtoets.
Bron: https://giaoducthoidai.vn/ban-hanh-chuong-trinh-day-boi-an-toan-dau-tien-do-bo-gddt-phe-duyet-post754830.html






Reactie (0)