Afgevaardigde van de Nationale Assemblee Huynh Thi Hang Nga, plaatsvervangend ambtenaar van het provinciaal partijcomité van Vinh Long, nam deel aan de discussie in de delegatiegroep (middag van 3 december 2025) over het investeringsbeleid van het National Target Program (NTP) voor nieuwe plattelandsgebieden, duurzame armoedebestrijding en sociaaleconomische ontwikkeling in etnische minderheden en berggebieden tegen 2035.
|
|
Afgevaardigde van de Nationale Vergadering Huynh Thi Hang Nga zei dat in het verleden, met de sterke leiding van de Nationale Vergadering, de regering, de premier, het Centraal Stuurcomité en de lokale overheden, samen met de vastberadenheid van het hele politieke systeem, met name de unanieme reactie van alle klassen van mensen, alle 3 Nationale Doelprogramma's de toegewezen doelen voor de periode 2021-2025 in principe hebben behaald en overtroffen. Het armoedecijfer volgens de multidimensionale armoedenorm zal tegen het einde van 2024 1,93% bedragen, een gemiddelde daling van 1,03%/jaar, waarmee de doelstelling van een vermindering van 1-1,5% die door de Nationale Vergadering en de regering is vastgesteld, wordt behaald. Het percentage arme etnische minderheidshuishoudens zal tegen het einde van 2024 12,55% bedragen, een gemiddelde daling van 4,45%), waarmee de doelstelling van de Nationale Vergadering en de regering om met 3%/jaar te verminderen, wordt behaald. Tegen 2025 zullen 19 extreem achtergestelde gemeenten in kust- en eilandgebieden bevrijd zijn van de extreem achtergestelde situatie. Dat is 35% en overtreft daarmee de doelstelling die de Nationale Assemblee en de regering hebben vastgesteld.
Op basis van de resultaten van het Nationale Doelstellingsprogramma in de afgelopen periode kwamen de afgevaardigden overeen het Nationale Doelstellingsprogramma voor nieuwe plattelandsontwikkeling, duurzame armoedebestrijding en sociaaleconomische ontwikkeling in etnische minderheids- en berggebieden voor de periode 2026-2035 af te kondigen. Om bij te dragen aan de voltooiing van de ontwerpresolutie, droegen de afgevaardigden een aantal specifieke kwesties aan, zoals:
Ten eerste, om de Nationale Doelstellingsprogramma's die tijdens de 10e Sessie zijn goedgekeurd, uit te voeren, zijn volgens de afgevaardigden de middelen voor de uitvoering zeer groot (drugs zijn 22.450.194 miljard VND, onderwijs en opleiding is 560.000 miljard VND, gezondheidszorg is 705.000 miljard VND, nieuwe plattelandsgebieden, duurzame armoedebestrijding, sociaaleconomische ontwikkeling in etnische minderheden en bergachtige gebieden is 240.697 miljard VND), het belangrijkste is om kapitaal uit de lokale begroting te regelen om het programma uit te voeren. Daarom stelden de afgevaardigden voor dat de regering aandacht besteedt aan het nauwlettend evalueren en toewijzen van de begroting aan de juiste locaties, om bij te dragen aan het bereiken van de doelen van de programma's, met name de middelen om de doelen van het project uit te voeren om stabiliteit en continuïteit te garanderen en het beleid, de projecten en de taken die worden uitgevoerd niet te onderbreken. Tegelijkertijd moet er een mechanisme zijn om te monitoren, evalueren en snel bij te sturen om de efficiëntie van het kapitaalgebruik te verbeteren.
Het Nationale Doelstellingsprogramma voor Etnische Minderheden en Berggebieden is een belangrijk onderdeel van het beleid van de Partij en de Staat op het gebied van etnisch beleid. De resultaten van de uitbetalingen tot 2025 hebben ook enige vooruitgang geboekt met een hoog totaal budget. Integratie is het juiste beleid.
De afgevaardigden stemden ook in met het beleid om alleen de kaderinhoud van de principes voor te schrijven die de regering moet implementeren. Indien bepaalde inhoud echter al duidelijk en noodzakelijk is, wordt voorgesteld om in de resolutie van de Nationale Assemblee onmiddellijk taken toe te wijzen aan gespecialiseerde ministeries die verantwoordelijk zijn voor elk onderdeel van dit programma, en het Ministerie van Etnische Minderheden en Religies direct te belasten met de inhoudelijke leiding van onderdeel 2 om ervoor te zorgen dat de organisatie en implementatie van etnisch beleid continu zijn en de hoogste efficiëntie bevorderen.
Ten tweede stelde de afgevaardigde in punt d, clausule 5, artikel 1 van de ontwerpresolutie voor om aandacht te blijven besteden aan het in evenwicht brengen van de centrale begroting om prioriteit te geven aan aanvullende steun voor het programma, inclusief kredietkapitaal voor sociaal beleid, in overeenstemming met de feitelijke omstandigheden om voldoende middelen te hebben om de implementatie van toegewezen doelen en taken te ondersteunen. Om het programma effectief uit te voeren, stelde de afgevaardigde voor om aandacht te besteden aan het uitbreiden van de begunstigden naar de groep die net aan armoede en bijna-armoede is ontsnapt. Want wanneer de gemeenten het Nationale Doelstellingsprogramma voor Nieuwe Plattelandsgemeenten bereiken, zal het percentage arme en bijna-arme huishoudens vanzelfsprekend afnemen en zullen de leningprogramma's van de Sociale Beleidsbank niet opnieuw leningen verstrekken voor herinvestering in productie, wat het kapitaal voor productie en bedrijf van huishoudens zal beïnvloeden.
Bovendien hebben sommige leningprogramma's voor werkgelegenheid, schoon water, milieuhygiëne en sociale huisvesting nog niet aan de vraag voldaan. Daarom stelden de afgevaardigden voor om de huidige leningprogramma's voor arme en bijna-arme huishoudens te herzien en te evalueren om het mechanisme te verbeteren; de leenlimiet te verhogen, de periode van leningondersteuning te verlengen voor huishoudens die net aan armoede zijn ontsnapt en bijna-arm zijn; en de "gratis" ondersteuning om te zetten in preferentiële leningen die passen bij de werkelijke situatie. Besteed aandacht aan de toepassing van informatietechnologie bij het beheer en de monitoring van kapitaalbronnen om transparantie te creëren, de kredietefficiëntie te verbeteren, bij te dragen aan duurzame armoedebestrijding en de sociaal-economische ontwikkeling van elke regio te bevorderen.
Ten derde stelden de afgevaardigden in artikel 3 van de ontwerpresolutie voor om de verantwoordelijkheden van ministeries en afdelingen bij de coördinatie met lokale overheden en intersectorale coördinatie aan te vullen om de implementatie van het Nationale Doelstellingsprogramma te waarborgen. Omdat dit programma grootschalig, multisectoraal en langdurig is, zal het zeker veel problemen opleveren op het gebied van procedures, normen, financiën, investeringen, planning en landgebruik. Daarom stelden de afgevaardigden voor om het intersectorale coördinatiemechanisme duidelijk vast te leggen, verantwoordelijkheden af te bakenen en aandachtspunten voor de aanpak van problemen aan te wijzen.
Tijdens de implementatie van de Nationale Doelprogramma's voor de periode 2021-2025 hebben veel gemeenten gemeld dat de richtlijnen van ministeries en afdelingen niet consistent zijn en zelfs overlappende inhoud hebben. Dit heeft geleid tot een vertraging van 6 tot 12 maanden in de projectvoorbereiding en -uitbetaling. Sommige projecten voor de bouw van scholen en laboratoria in moeilijke gebieden zijn met 1 tot 2 jaar verlengd, simpelweg omdat ze moesten wachten op adviezen van verschillende ministeries. Dit bevestigt dat het zonder een uniform intersectoraal coördinatiemechanisme, hoe goed het programma ook is ontworpen, moeilijk zal zijn om de gestelde doelen te bereiken. Vanwege de bovengenoemde tekortkomingen kwamen de afgevaardigden overeen om een gezamenlijke stuurgroep voor de Nationale Doelprogramma's op te richten, die van centraal tot lokaal niveau wordt samengevoegd. Deze stuurgroep moet echter snel na de goedkeuring van de resolutie worden opgericht, zodat de stuurgroep de taak heeft om taken tussen programma's te coördineren en te integreren om overlapping te voorkomen, de voortgang te controleren en te monitoren en te adviseren over tijdige oplossingen voor problemen.
De afgevaardigden kwamen tevens overeen de implementatie- en uitbetalingsperiode van de Nationale Doelprogramma's in 2025 te verlengen, inclusief het kapitaal uit voorgaande jaren dat naar 2025 is overgedragen, tot 31 december 2026. Zij kwamen overeen specifieke mechanismen bij de uitvoering van het programma te blijven implementeren en de overheid de opdracht te geven om voorschriften vast te stellen. Het is echter ook noodzakelijk om de redenen voor de trage uitbetaling, subjectieve of objectieve verantwoordelijkheden duidelijk te beoordelen en passende specifieke verantwoordelijkheden te overwegen, zodat bij verlenging van de uitbetalingsperiode tot 31 december 2026 alle resterende kapitaalbronnen uit het verleden moeten worden uitbetaald. Hiermee wordt vermeden dat, samengevat, in de komende tijd een verlenging van de uitbetalingsperiode van de kapitaalbronnen van het programma moet worden aangevraagd, behalve in gevallen van objectieve of overmacht.
YEN NHU (opgenomen)
Bron: https://baovinhlong.com.vn/thoi-su/202512/can-dam-bao-nguon-luc-trien-khai-hieu-qua-chuong-trinh-muc-tieu-quoc-gia-5893257/







Reactie (0)