De voorzitter van de Nationale Assemblee, Tran Thanh Man, benadrukte dat het bepalen van het stappenplan voor het verhogen van de btw-tarieven zeer zorgvuldig en omzichtig moet gebeuren, vooral in de context van de huidige economische moeilijkheden. Daarom stelde hij voor om het stappenplan voor het verhogen van belastingen niet in de wet vast te leggen, maar de regering opdracht te geven om onderzoek te doen en dit ter overweging en besluitvorming aan de Nationale Assemblee voor te leggen.

Op de ochtend van 14 augustus, onder leiding van vicevoorzitter van de Nationale Vergadering Nguyen Duc Hai, Vaste Commissie van de Nationale Assemblee meningen geven over de uitleg, aanvaarding en herziening van het gewijzigde wetsontwerp op de omzetbelasting.
2 meningen over BTW op meststoffen
Met betrekking tot het voorstel om meststoffen en landbouwmachines en -apparatuur niet te verplaatsen van de niet-belastbare categorie naar de 5% belastbare categorie, zei de voorzitter van de Commissie Financiën en Begroting, Le Quang Manh, dat er binnen de vaste commissie van de commissie twee standpunten zijn.
Het eerste standpunt stelt voor om de huidige regelgeving te behouden, omdat de belasting over de toegevoegde waarde een indirecte belasting is en de verantwoordelijke persoon belasting over de toegevoegde waarde zijn de eindconsumenten. Als meststoffen een belastingtarief van 5% krijgen, zullen boeren (vissers) hier zwaar door getroffen worden, omdat de prijzen van meststoffen zullen stijgen wanneer er btw wordt geheven. Dit leidt tot een stijging van de kosten van landbouwproducten, wat in strijd is met de geest van het stimuleren van landbouw-, boeren- en plattelandsontwikkeling overeenkomstig Resolutie nr. 19-NQ/TW.
Het tweede standpunt is in overeenstemming met de inhoud van het wetsontwerp en de opstellers daarvan, omdat Wet nr. 1/2014/QH13, die de BTW-plicht voor meststoffen wijzigt van 5% naar neutraal, een grote beleidsinconsistentie heeft gecreëerd die de binnenlandse meststoffenproductiesector de afgelopen 10 jaar negatief heeft beïnvloed.

Bedrijven hebben geen teruggave van de voorbelasting (inclusief investeringskosten voor de aankoop van activa) ontvangen en moesten deze in de uitgaven verwerken, waardoor de productiekosten en prijzen stegen. De verkoopprijzen kunnen niet concurreren met geïmporteerde meststoffen die niet langer belastbaar zijn, maar belastingvrij. De tekortkomingen in het mechanisme moeten weer in de juiste sfeer van de btw worden gebracht.
De terugkeer naar het belastingtarief van 5% zal bepaalde gevolgen hebben voor de verkoopprijs van meststoffen op de markt, doordat de kosten van geïmporteerde meststoffen stijgen (momenteel goed voor slechts 26,7% van het marktaandeel). Tegelijkertijd dalen de kosten van binnenlands geproduceerde meststoffen (momenteel goed voor 73% van het marktaandeel). Meststofproducerende bedrijven zullen belastingteruggaven ontvangen omdat de uitvoerbelasting (5%) lager is dan de invoerbelasting (10%). Bovendien zal de staatsbegroting de inkomsten niet verhogen omdat de hogere inkomsten uit import moeten worden gecompenseerd met belastingteruggaven voor binnenlandse productie.
Binnenlandse bedrijven hebben ruimte om hun verkoopprijzen te verlagen als de prijzen van meststoffen en grondstoffen op de internationale markt niet veranderen. Bovendien zijn meststoffen momenteel een prijsgestabiliseerd product, dus indien nodig, bij grote prijsschommelingen op de markt, kunnen overheidsinstanties de nodige beheersmaatregelen nemen om de prijzen op een redelijk niveau te stabiliseren.
De heer Le Quang Manh stelde dat de meerderheid van de meningen in de Vaste Commissie van de Commissie Financiën en Begroting neigde naar het eerste standpunt. De opstellers stelde voor het wetsontwerp te behouden zoals het tijdens de 7e zitting was gepresenteerd. Op basis van de meningen van de Vaste Commissie van de Nationale Assemblee zal de Vaste Commissie het wetsontwerp herzien en voltooien.
Het bepalen van het plan voor belastingverhoging moet zorgvuldig en behoedzaam gebeuren.
Met betrekking tot het voorstel om de richting van het verhogen van het gemeenschappelijke belastingtarief naar 10% volgens de routekaart ten uitvoer te leggen, verklaarde de voorzitter van de Commissie Financiën en Begroting dat de belastinghervormingsstrategie tot 2030, resolutie nr. 07-NQ/TW van 18 november 2016, de 10-jarige sociaal-economische ontwikkelingsstrategie 2021-2030, de oriëntatie en taken van de sociaal-economische ontwikkeling voor de 5 jaar 2021-2025 in de documenten van het 13e Nationale Congres van Afgevaardigden allemaal richtingen en taken bevatten voor het bestuderen van de verhoging van de btw-tarieven volgens de routekaart.
Het huidige algemene belastingtarief van 10% in Vietnam is laag vergeleken met andere landen in de regio en de wereld. Hierdoor is er ruimte om de belastingen te verhogen, zoals veel landen hebben gedaan om de efficiëntie van de begrotingsinning te verbeteren sinds de pandemie.
De huidige tendens op het gebied van fiscaal beleid is gericht op een redelijke verhoging van de indirecte belastingen op consumptie om voorwaarden te scheppen voor een verlaging van de directe belastingen op investeringen. Daarmee dragen we bij aan de oplossing van het probleem van de begrotingsinkomsten en stimuleren we investeringen voor groei, vooral gezien de moeilijkheden bij het innen van nieuwe belastingen, zoals onroerendgoedbelasting, in de nabije toekomst.
Daarom is deze wijziging van de Wet op de omzetbelasting een kans om de gestelde taken gefaseerd uit te voeren en vormt het de basisinhoud voor de implementatie van de oriëntatie op het verbreden van de inkomstenbasis.

Naar aanleiding van de standpunten van afgevaardigden in de Nationale Vergadering stelde de meerderheid van de standpunten in de Vaste Commissie van de Commissie Financiën en Begroting voor om aan Clausule 3, Artikel 9 van het wetsontwerp een stappenplan toe te voegen om het btw-tarief te verhogen van 10% naar 11% op 1 januari 2028 en naar 12% op 1 januari 2030 (voorspelde impact op de inkomsten van ongeveer VND 40.100 miljard in 2028 en VND 43.400 miljard in 2030).
Volgens de heer Le Quang Manh heeft dit stappenplan geen invloed op de doelstelling van economische stabiliteit en groei in de komende 4-5 jaar en zorgt het voor duidelijkheid en transparantie, zodat bedrijven passende productie- en bedrijfsplannen kunnen berekenen en plannen.
In een commentaar op deze kwestie stelde de voorzitter van de Nationale Vergadering, Tran Thanh Man, voor dat het noodzakelijk is om nauwgezet de oriëntatie in Resolutie nr. 07-NQ/TW van 18 november 2016 van het Politbureau te volgen, de tienjarige strategie voor sociaal-economische ontwikkeling 2021-2030, de oriëntatie en taken van sociaal-economische ontwikkeling voor de periode van vijf jaar 2021-2025 en de belastinghervormingsstrategie tot 2030.
"De routekaart moet zeer zorgvuldig en behoedzaam worden berekend, vooral in de context van de huidige economische moeilijkheden. Daarom is het raadzaam om te overwegen de routekaart voor belastingverhoging niet in de wet vast te leggen, maar de regering de opdracht te geven deze te bestuderen en ter overweging en besluitvorming aan de Nationale Assemblee voor te leggen", benadrukte de voorzitter van de Nationale Assemblee.
Wat betreft de inkomsten uit de verkoop van goederen en diensten die niet aan btw zijn onderworpen, stemde de voorzitter van de Nationale Assemblee in met de bepalingen over inkomstendrempels in het wetsontwerp en de bepalingen die het Permanent Comité van de Nationale Assemblee de bevoegdheid geven om deze drempels per periode aan te passen. Wat de specifieke drempels betreft, moeten de agentschappen echter blijven coördineren, de effecten beoordelen, opties selecteren die passen bij de sociaaleconomische situatie en de inkomsten uit de staatsbegroting waarborgen.
Bron






Reactie (0)