Voor literatuur is de test ontworpen om de beoordeling van leesvaardigheid en schrijfvaardigheid te integreren, waarbij de inhoud van het schrijfgedeelte gerelateerd is aan de tekst in het leesgedeelte.
De structuur van het literatuurexamen voor het 10e leerjaar bestaat uit 2 delen:
Deel 1 (5 punten): Literaire teksten lezen en schrijven
Vraag 1 (3 punten): Leesbegrip
Zin 2 (2 punten): Schrijf een alinea
Deel 2 (5 punten): Lees en begrijp betogende of informatieve teksten en schrijf sociaal betogende essays
Vraag 1 (1 punt): Leesbegrip
Vraag 2 (4 punten): Schrijf een sociaal betoog
De basis voor de beoordeling zijn de lees- en schrijfvereisten van het General Education Program (GEP) van 2018 voor literatuur op de middelbare school, voornamelijk de klassen 8 en 9.
De voorbeeldvraag luidt als volgt:


Wiskunde, de verplichte toetsinhoud is opgenomen in het programma Algemene Vorming Wiskunde voor het voortgezet onderwijs van 2018, en omvat de volgende kennisstromen: meetkunde en meten; getallen en algebra; statistiek en kansberekening. De toetsinhoud is bedoeld om wiskundige vaardigheden te testen, zoals wiskundig denken en redeneren, wiskundig probleemoplossen en wiskundig modelleren.
De structuur van het wiskunde-examen voor groep 10 bestaat uit 7 vragen:
Les 1. (1,5 punten) Gegeven de functie y = ax2
a) Teken de grafiek (P) van de bovenstaande functie.
b) Vind de punten die tot (P) behoren en die voldoen aan de gegeven voorwaarden.
Les 2. (1 punt) Gegeven de kwadratische vergelijking ax2 + bx + c = 0
a) Bepaal de voorwaarde waaronder de vergelijking een oplossing heeft.
b) Bereken de waarde van de uitdrukking die betrekking heeft op de oplossingen, door de formule van Viete toe te passen.
Les 3. (1,5 punten) Praktische wiskundige problemen met betrekking tot waarschijnlijkheid en statistiek.
Les 4. (1 punt)
a) Schrijf uitdrukking A die een bepaalde hoeveelheid x voorstelt in een realistisch probleem.
b) Bepaal de waarde van x zodat A aan een bepaalde voorwaarde voldoet.
Les 5. (1 punt) Praktische wiskundige problemen met betrekking tot meetkunde:
Omtrek, oppervlakte van een driehoek, vierhoek, lengte van een cirkelboog, omtrek van een cirkel, oppervlakte van een cirkel, cirkelsector, cirkelsegment, cirkelring... Zijoppervlak, totale oppervlakte, volume van vaste stoffen in werkelijkheid...
Les 6. (1 punt) Praktische problemen met betrekking tot vergelijkingen, ongelijkheden en stelsels van eerstegraadsvergelijkingen met twee variabelen.
Les 7. (3 punten) Probleem met vlakke meetkunde bevat 3 vragen
a) Bewijs dat er 4 punten op een cirkel liggen, dat de elementen evenwijdig, loodrecht op elkaar en gelijk zijn.
b) Bewijs dat de formules en elementen gelijk, collineair en concurrent zijn.
c) Bereken lengte, omtrek, oppervlakte, hoekmeting...
De voorbeeldvraag luidt als volgt:


Bij de beoordeling van Engels ligt de nadruk op specifieke taalvaardigheden, met specifieke doelstellingen voor elke kennisstroom.
Het examen Engels voor de 10e klas bestaat uit 4 delen met 40 vragen.
Deel 1 (1 punt): Fonetiek, van zin 1 tot zin 4
Deel 2 (3 punten): Woordenschat, grammatica, communicatie, van vraag 5 tot en met vraag 16
Deel 3 (4 punten): Schrijf de juiste vorm van het woord, van zin 29 tot en met zin 34; Schrijf passende zinnen op basis van de gegeven informatie, zinnen 35, 36; Schrijf zinnen, van zin 37 tot en met zin 40.
Deel 4 (3 punten): Leesbegrip: Lees de vragen 17 tot en met 22 en vul de ontbrekende woorden in. Leesbegrip en beantwoord de vragen 23 tot en met 28.
Let op: er zijn twee nieuwe vragen over het schrijven van passende zinnen op basis van de gegeven informatie. Deze vraag test je vermogen om woordenboeknotities te lezen om taalkundige informatie te vinden en kennis toe te passen.
De voorbeeldvraag luidt als volgt:




Bron: https://vietnamnet.vn/cong-bo-de-mau-3-mon-toan-ngu-van-tieng-anh-thi-lop-10-tphcm-2026-2455151.html
Reactie (0)