
Het ontwerp bestaat uit 8 hoofdstukken met 24 artikelen, waarvan de regeling inzake investeringen in de bouw van elektriciteitsprojecten (artikel 6) duidelijk aangeeft dat elektriciteitsnetprojecten en -werken in het Energieontwikkelingsplan en de plannen voor de ontwikkeling van het elektriciteitsnet in het Provinciaal Plan niet via de goedkeuringsprocedures voor het investeringsbeleid hoeven te verlopen. Deze regeling is van toepassing tot en met 31 december 2030.
Met betrekking tot de directe elektriciteitshandel (Hoofdstuk V) is het mechanisme voor directe elektriciteitshandel gereguleerd: De prijs van elektriciteitshandel via het mechanisme voor directe elektriciteitshandel wordt onderhandeld en overeengekomen door de verkoper en de koper van elektriciteit. De regelgeving breidt de onderwerpen die rechtstreeks deelnemen aan het mechanisme voor directe elektriciteitshandel uit naar elektriciteitsleveranciers in industrieparken, economische zones, exportverwerkingszones, industriële clusters, hightechzones, geconcentreerde informatietechnologiezones en hightechlandbouwzones.
Hierbij reguleert de Minister van Industrie en Handel specifiek de omvang van grote elektriciteitsgebruikers die deelnemen aan het mechanisme voor directe handel in elektriciteit via een afzonderlijk aangesloten net; het mechanisme voor directe handel in elektriciteit via het nationale net.
Met betrekking tot de regelgeving inzake de winnende elektriciteitsprijs bij het bieden op investeerders die zakelijke elektriciteitsinvesteringsprojecten uitvoeren (artikel 9), wordt duidelijk gesteld dat, met uitzondering van thermische energieprojecten en offshore windenergieprojecten, voor zakelijke elektriciteitsinvesteringsprojecten met een prijskader voor het bieden op investeerders de winnende elektriciteitsprijs de prijs is van het contract voor de aankoop en verkoop van elektriciteit en niet hoger is dan het prijskader in het biedingsjaar.

De elektriciteitskoper is verantwoordelijk voor het onderhandelen over en sluiten van een contract voor de afname van elektriciteit met de winnende investeerder, in overeenstemming met de huidige wetgeving. De termijn voor het onderhandelen over en sluiten van een contract voor de afname van elektriciteit voor het project in clausule 1 van dit artikel bedraagt 1 maand vanaf de datum waarop de winnende investeerder een geldig onderhandelingsdossier voor de afname van elektriciteit heeft ingediend.
Hierbij is lid 1 van dit artikel van toepassing op projecten met een exploitatieplanning van 2026 tot en met 2030 in de aanbestedingsdocumenten en een exploitatiefase in de periode 2025-2030 volgens het Energieontwikkelingsplan of volgens het ontwikkelingsplan voor het elektriciteitsnet van het Provinciaal Plan.

De voorzitter van de Economische en Financiële Commissie van de Nationale Vergadering, Phan Van Mai, presenteerde een samenvattend rapport over de beoordeling van de ontwerpresolutie en verzocht de regering om de beoordeling, zorgvuldige overweging en uitleg van het voorstel voor een aantal mechanismen en beleidsmaatregelen te sturen om de geschiktheid, haalbaarheid en controlemechanismen te garanderen, zodat risico's die ontstaan tijdens het implementatieproces worden vermeden.
In het ontwerp wordt met name bepaald dat projecten en werkzaamheden op het gebied van het elektriciteitsnet in het Energieontwikkelingsplan en de plannen voor de ontwikkeling van het elektriciteitsnet in het Provinciaal Plan niet via de procedures voor goedkeuring van het investeringsbeleid hoeven te verlopen. Tegelijkertijd zijn het Energieontwikkelingsplan en het Provinciaal Plan volgens de bepalingen van het ontwerp van de (gewijzigde) Wet op de Planning richtinggevend van aard en bevatten ze geen specifieke lijst met projecten.
“Er is dus geen basis om het project “in het Power Development Plan, het plan voor de ontwikkeling van het elektriciteitsnet in het Provinciaal Plan” te plaatsen. De regering wordt verzocht de redelijkheid en haalbaarheid van deze regeling toe te lichten”, benadrukte de heer Phan Van Mai.
Wat betreft de toestemming om besluiten over de goedkeuring van planningsbesluiten te gebruiken ter vervanging van documenten over de goedkeuring van het investeringsbeleid, beveelt het Comité aan dat de regering zorgvuldig de haalbaarheid van deze regeling onderzoekt in het licht van de inhoudelijke vernieuwing van de planning in algemene zin, zonder een opsomming van projecten. Dit om conflicten met de nieuwe aanpak van de Wet op de planning (gewijzigd) te voorkomen.
Wat betreft de regulering van het mechanisme van directe toewijzing voor een aantal projecten om de voortgang te waarborgen, stelde het Comité voor dat de regering duidelijk de voorwaarden vastlegt waaronder ondernemingen worden toegewezen om projecten en werkzaamheden aan het elektriciteitsnet uit te voeren in het Energieontwikkelingsplan en het Provinciaal Plan; de criteria voor de toepassing van dit mechanisme vaststelt en dit onderscheidt van projecten die investeerders moeten selecteren volgens de normale procedure.
Met betrekking tot de gevallen waarin investeerders worden goedgekeurd zonder dat grondgebruiksrechten worden geveild of er een bod wordt uitgebracht op geselecteerde investeerders, zei de heer Phan Van Mai dat dit een andere regelgeving is dan de bepalingen van de Elektriciteitswet, de Investeringswet en de Grondwet. Daarom zou de overheid de impact van deze regelgeving en het strikte controlemechanisme moeten rapporteren en verduidelijken om negatieve gevolgen te voorkomen.
Wat betreft de elektriciteitsprijs bij het bieden op investeerders voor investeringsprojecten in elektriciteitsbedrijven, geldt dat deze gelijk is aan de prijs van het elektriciteitsaankoopcontract en hoger is dan het prijskader in het biedingsjaar. De commissie verzoekt de regering om de inhoud van de regelgeving die afwijkt van de bepalingen van de huidige Elektriciteitswet, de gevolgen, de mogelijke risico's en de beheersmaatregelen toe te lichten en te verduidelijken.
De heer Phan Van Mai zei dat energieprojecten vaak gekoppeld zijn aan veiligheid en defensie; speciale mechanismen en beleidsmaatregelen om openheid te creëren en ontwikkeling te bevorderen, moeten hand in hand gaan met eisen op het gebied van veiligheid, beveiliging, defensie, energiezekerheid en "post-audit"-oplossingen om misbruik van beleid te voorkomen. Daarom moet de resolutie worden herzien om veiligheid, defensie en strikte controlemechanismen te waarborgen.
Bron: https://hanoimoi.vn/de-xuat-mo-rong-doi-tuong-tham-gia-co-che-mua-ban-dien-truc-tiep-725654.html










Reactie (0)