Mijn zoon is in het buitenland, dus mijn man en ik rijden op zijn motor en houden het kenteken. Maar sinds 15 augustus zijn we bang voor een boete voor het rijden op een voertuig dat niet op onze naam staat. Mijn man en ik durven dus niet meer met de motor van onze zoon op de openbare weg te rijden en alleen in de buurt van ons huis.
Als ik een boete krijg van de verkeerspolitie, moet ik dan de herkomst van het voertuig aantonen en krijg ik een boete voor het rijden met een voertuig dat niet op mijn naam staat? Als ik een overtreding bega, zoals door rood rijden, krijg ik dan een boete van de verkeerspolitie voor mij of mijn kind? En als het voertuig in beslag wordt genomen, kan ik dan de boete betalen en het voertuig terugkrijgen als het niet op mijn naam staat?
Lezer Minh Lam.
Adviserend advocaat
Advocaat Cap Chien Thang (directeur van het Juridisch Adviescentrum) adviseert dat auto's en motoren tot de soorten activa behoren die volgens de wettelijke bepalingen geregistreerd moeten worden. Het vaststellen van het eigendom van auto's en motoren op basis van aankoop, verkoop, overdracht, schenking, erfenis, enz.
Advocaat Cap Chien Thang
Om eigenaar te worden van een auto of motor, moeten de documenten van verkoop, overdracht, schenking of erfenis notarieel worden bekrachtigd of gecertificeerd. Vervolgens moet de partij die de auto of motor overdraagt, binnen 30 dagen de procedure voor het intrekken van de kentekenplaat en het kentekenbewijs bij het kentekenbureau voltooien. Indien de persoon dit niet binnen deze termijn doet, riskeert hij of zij een boete van 800.000 tot 2 miljoen VND.
Volgens clausule 4, artikel 6 van circulaire 24/2023 van het Ministerie van Openbare Veiligheid moet de verkoper bij de overdracht van het eigendom van een auto of motor de kentekenplaat en het kenteken bewaren om deze bij de kentekenregistratie-instantie (districtspolitie) in te dienen bij de terugnameprocedure. De koper moet de procedure voor de registratie van een nieuw voertuig doorlopen en een kentekenplaat (identificatie) ontvangen.
Volgens artikel 58 van de Wegenverkeerswet controleert de verkeerspolitie bij deelname aan het verkeer de volgende documenten: rijbewijs; kentekenbewijs, of een gewaarmerkt afschrift van het kentekenbewijs met het originele, nog geldige ontvangstbewijs van de kredietinstelling (gedurende de tijd dat de kredietinstelling het originele kentekenbewijs in bezit heeft); keuringsbewijs, stempel van de technische veiligheid en milieubescherming, geldigheidsbewijs van het keuringsbewijs en stempel van de auto; certificaat van de verplichte WA-verzekering van de eigenaar van het motorvoertuig; andere vereiste documenten zoals voorgeschreven (afhankelijk van het type voertuig dat de bestuurder bestuurt, bijvoorbeeld een spitsvergunning voor essentiële goederenvoertuigen...).
Verkeersdeelnemers die auto's, motoren van familieleden, vrienden of gehuurde voertuigen gebruiken, worden dus niet door de verkeerspolitie gestraft voor het niet op hun naam hebben staan van het voertuig. Zij zijn immers niet de eigenaar van het voertuig.
Controles om voertuigen op te sporen die niet de eigenaar van het voertuig zijn, worden alleen uitgevoerd via onderzoek, afhandeling van verkeersongevallen of voertuigregistratie (artikel 80, Besluit nr. 100 van 2019). Daarom zal de verkeerspolitie tijdens patrouilles niet controleren op voertuigen die niet de eigenaar van het voertuig zijn.
Vergeleken met de bovenstaande regels, als u alle vereiste documenten hebt kunnen overleggen wanneer u door de politie wordt aangehouden wegens het negeren van een rood licht… dan zal de verkeerspolitie u een administratieve boete opleggen voor deze daad, zonder dat u de herkomst hoeft aan te tonen van de motorfiets die u van iemand hebt geleend.
Als uw overtreding tot gevolg heeft dat het voertuig wordt ingehouden om de tenuitvoerlegging van de strafmaatregel te waarborgen, krijgt u of uw kind het voertuig terug nadat de strafmaatregel is uitgevoerd (punt a, clausule 2, artikel 16, Besluit 138 van 2021).
Bronlink






Reactie (0)