Bij de bespreking van het gewijzigde wetsontwerp inzake de omzetbelasting op de 6e bijeenkomst van voltijdse afgevaardigden van de Nationale Vergadering maakte afgevaardigde Bui Hoai Son - delegatie Hanoi zich zorgen over belastingvrijstelling en -verlaging om de ontwikkeling van de culturele sector te stimuleren.
| Afgevaardigde Bui Hoai Son - Delegatie van de Nationale Assemblee van de stad Hanoi |
Volgens afgevaardigde Bui Hoai Son zijn belastingbeleid in het algemeen en de belasting over de toegevoegde waarde in het bijzonder van groot belang voor de culturele ontwikkeling.
Zelfs in sommige landen ter wereld , waar geen Ministerie van Cultuur bestaat, hebben de culturele en artistieke gebieden zich zeer goed ontwikkeld door het stimuleren en motiveren van beleid zoals belastingvrijstelling en -verlaging.
In ons land zien we, door de vele onderzoeken, congressen en seminars, allemaal dat er fiscale knelpunten zijn bij het ondersteunen en mobiliseren van middelen voor culturele ontwikkeling.
Belastingvrijstelling en -verlaging (of op zijn minst het handhaven van het belastingtarief) is daarom een concrete, praktische en oprechte oplossing die we kunnen toepassen om de cultuur te ontwikkelen. Daarmee creëren we de voorwaarden om de sociale ethiek nieuw leven in te blazen en het land op duurzame wijze te ontwikkelen vanuit de cultuur.
Volgens afgevaardigde Bui Hoai Son bevat dit gewijzigde wetsontwerp inzake de omzetbelasting weliswaar een aantal aanpassingen en amendementen, maar er zijn nog steeds enkele tekortkomingen, zoals: Ten eerste zijn in clausule 12, artikel 5, door de bevolking bijgedragen kapitaal en humanitaire hulp voor culturele instellingen nog steeds onderworpen aan belasting.
Het stimuleert dus niet de bijdrage van ondersteunende bronnen aan culturele ontwikkeling op lokaal niveau. Daarom zou de redactiecommissie van het project "Wetgeving" deze inhoud zorgvuldig moeten bestuderen.
Ten tweede, punt e, clausule 26, artikel 5, moet het creëren van voorwaarden voor verzamelaars en particulieren om Vietnamese antiek uit het buitenland te kopen, en daarmee de nationale soevereiniteit over cultuur en geschiedenis te bewijzen en de culturele en historische waarden van de natie te behouden, worden aangemoedigd. Daarom moet invoerbelasting voor particulieren worden vrijgesteld. Belasting mag alleen worden geheven wanneer zij niet-Vietnamees antiek kopen en verkopen, in eigen land of voor de export.
Ten derde, in artikel 9, vallen culturele activiteiten, tentoonstellingen, lichamelijke opvoeding, sport, podiumkunsten, filmproductie, filmimport, filmdistributie en filmvertoning al onder een belastingtarief van 5% onder de huidige belastingwetgeving. Dit zijn gebieden die bijdragen aan de verbetering van het spirituele leven van mensen en die belastingvoordelen verdienen.
Echter, na vele partijresoluties, staatsbeleid en meningen van partij- en staatsleiders dat voorrang gegeven moest worden aan culturele ontwikkeling, hebben we het juist andersom doorgevoerd door de belastingen te verhogen naar 10%.
Daarom heeft afgevaardigde Bui Hoai Son de commissie die verantwoordelijk is voor het opstellen van de wet op de omzetbelasting (gewijzigd) verzocht deze inhoud te beoordelen.
De mening van de delegatie in Hanoi stemt tot nadenken. Sterker nog, de meeste Europese landen hanteren speciale belastingtarieven voor culturele organisaties, particulieren of bedrijven die bijdragen ter ondersteuning van culturele organisaties of hun sponsors.
Tegelijkertijd worden BTW-aftrekposten ingevoerd voor bepaalde culturele producten. Individuen worden gestimuleerd om een percentage van hun inkomen bij te dragen aan cultuur. Er komt een cultuurbelasting, waarbij een percentage van de prijs van elk cultureel product en elke culturele dienst wordt omgezet in inkomsten voor de Nationale Fondsen.
De culturele sector wordt gezien als een sector met de potentie om een belangrijke economische sector van Vietnam te worden, met een levendige markt voor binnenlandse creatieve culturele producten en diensten in de komende jaren. Vietnam streeft ernaar dat de culturele sector in 2030 7% van het bbp van het land bijdraagt en in 2035 8% van het bbp.
Daarom is er behoefte aan ondersteuning in de vorm van mechanismen en beleid om deze industrie te ontwikkelen. Hierbij gaat het vooral om het opzetten van stimuleringsmechanismen, belastingvrijstellingen en -verlagingen die aansluiten bij de realiteit en haalbaar zijn om binnenlandse en buitenlandse investeringen aan te trekken op het gebied van kunst en cultuur en om culturele industrieën te ontwikkelen.
Bron: https://congthuong.vn/mien-giam-thue-de-khuyen-khich-huy-dong-nguon-luc-cho-phat-tien-van-hoa-342273.html






Reactie (0)