Op de middag van 10 december heeft de Nationale Vergadering, met 442 van de 444 stemmen voor, de wet aangenomen tot wijziging en aanvulling van een aantal artikelen van de Wet ter voorkoming en bestrijding van corruptie.
Voordat de Nationale Vergadering het wetsvoorstel aannam, presenteerde de inspecteur-generaal van de regering , Doan Hong Phong, een rapport over de aanvaarding, toelichting en herziening van het wetsontwerp.
Wat betreft de waarde van de activa en het inkomen die moeten worden aangegeven en aangevuld, verklaarde de heer Phong dat de regelgeving, die de aangegeven waarde verhoogt van 50 miljoen VND naar 150 miljoen VND en de waarde van de activa en het aanvullende inkomen die gedurende het jaar fluctueren van 300 miljoen VND naar 1 miljard VND, gebaseerd is op twee hoofdfactoren.
Ten eerste zijn er sinds 2018 drie salarisverhogingen geweest; ten tweede is dit te danken aan de bijna drievoudige toename van de sociaaleconomische ontwikkeling, met name de aanzienlijke prijsschommelingen op de markt in vergelijking met 2018.
Volgens de heer Phong begint de waarde van de te declareren bezittingen en inkomsten bij 150 miljoen VND en geldt dit voor 3 aangiftemethoden (eerste aangifte, jaarlijkse aangifte en aangifte voor personeelsdoeleinden). De waarde van de bezittingen en inkomsten die fluctueren tot 1 miljard VND per jaar is alleen van toepassing op aanvullende aangiften, het monitoren van wijzigingen en als basis voor verificatie wanneer verklaringen onredelijk zijn.
De bepalingen in de artikelen 35, 40 en 41 zijn derhalve consistent met en in lijn met het doel om schommelingen in vermogen en inkomen van aanzienlijke waarde te beheersen.

De Nationale Vergadering heeft de wet aangenomen tot wijziging en aanvulling van een aantal artikelen van de Wet ter voorkoming en bestrijding van corruptie.
Wat betreft "digitale activa" ontbreekt het de huidige wetgeving aan alomvattende regelgeving, waardoor deze niet in het wetsontwerp zijn opgenomen. De regering heeft de Rijksinspectie, in samenwerking met het Ministerie van Financiën en relevante instanties, opdracht gegeven om verder onderzoek te doen en regelgeving voor te stellen wanneer daarvoor voldoende juridische grondslag bestaat, en om de Wet ter voorkoming en bestrijding van corruptie ingrijpend te wijzigen.
Het begrip "totaal inkomen tussen twee aangiften" blijft ongewijzigd in de huidige wetgeving en zal specifiek worden geregeld in het decreet.
Alle bezittingen van de aangever, diens partner en minderjarige kinderen (inclusief gebruiksrechten op grond, huizen en aan de grond verbonden bezittingen, of gezamenlijk eigendom) moeten worden aangegeven; de lijst met bezittingen en de formulieren zullen door de regering in detail worden gespecificeerd in een decreet ter uitvoering van de wet.
Met betrekking tot de personen die jaarlijks hun vermogen en inkomen moeten aangeven, werden er suggesties gedaan om adjunct-directeuren van afdelingen toe te voegen en de criteria voor het bepalen van de titel "gelijkwaardig aan directeur van een afdeling" te verduidelijken, met name voor leidinggevende posities op gemeentelijk niveau; en om de instantie te verduidelijken die verantwoordelijk is voor de regulering en controle van gelijkwaardige functies.
Wat deze kwestie betreft, verklaarde de heer Phong dat de jaarlijkse aangifteplicht op lokaal niveau alleen geldt voor directeuren van departementen en gelijkwaardige functies, aangezien het een voortzetting is van de huidige wetgeving en naleving van Besluit 56 (functietoeslag van 0,9 of hoger) waarborgt.
Gelijkwaardige functies worden gedefinieerd volgens de Wet op de Organisatie van het Lokaal Bestuur (zoals hoofdinspecteur van de provincie, hoofd van het bureau van het Provinciaal Volkscomité, enz.).
Leiderschapsposities op gemeentelijk niveau kunnen op verschillende manieren worden aangegeven (eerste aanmelding, aanvullende aanmelding, aanmelding voor personeelsdoeleinden) en zijn onderworpen aan toezicht overeenkomstig de partijreglementen en -wetten, op basis van de positie van de persoon die de aanmelding doet.

Regeringsinspecteur-generaal Doan Hong Phong
Met betrekking tot de openbaarmaking van vermogens- en inkomensverklaringen stelde de heer Phong dat informatie over vermogen en inkomen betrekking heeft op de privacy en persoonlijke rechten van de persoon die de verklaring aflegt. Daarom is het openbaar maken van informatie over het vermogen en inkomen van de persoon die de verklaring aflegt via het Nationale Elektronische Informatieportaal en de massamedia in strijd met de bepalingen van de Grondwet en het burgerlijk recht.
De huidige anticorruptiewetgeving schrijft daarom alleen voor dat openbaarmaking via bepaalde methoden moet plaatsvinden om transparantie binnen agentschappen, organisaties en eenheden te waarborgen, en tegelijkertijd te voorkomen dat informatie over de bezittingen en het inkomen van ambtenaren en machthebbers wordt gebruikt voor negatieve doeleinden, zoals het verspreiden, citeren of overnemen van valse informatie die de eer en reputatie van de melders schaadt.
Wat betreft de afhandeling en terugvordering van door corruptie verkregen vermogen, verklaarde de inspecteur-generaal van de regering, Doan Hong Phong, dat de afhandeling van door corruptie verkregen vermogen is geregeld in artikel 93 van de Wet ter voorkoming en bestrijding van corruptie.
Bijgevolg moeten door corruptie verkregen bezittingen worden teruggevorderd en aan de rechtmatige eigenaren of beheerders worden teruggegeven, of in beslag worden genomen overeenkomstig de wet (clausule 1); schade veroorzaakt door corruptie moet worden hersteld; en degenen die corruptie plegen en schade veroorzaken, moeten overeenkomstig de wet een schadevergoeding betalen (clausule 2).
"Met deze regeling kan het terugvorderen van door corruptie verkregen vermogen plaatsvinden zonder strafrechtelijke vervolging, terwijl tegelijkertijd eerlijkheid en redelijkheid in overeenstemming met de wet worden gewaarborgd," aldus de heer Phong.
Bovendien worden het onderzoek naar en de vervolging van corruptiemisdrijven en het terugvorderen van bezittingen in corruptiezaken, inclusief bezittingen van de betrokkenen, uitgevoerd volgens de bepalingen van de wet op de strafvordering en worden deze derhalve niet verder geregeld in deze wet.
Bron: https://vtv.vn/nang-muc-thu-nhap-cua-can-bo-bien-dong-phai-ke-khai-len-1-ty-dong-100251210153120454.htm










Reactie (0)