Hoewel deze berg jaarlijks duizenden toeristen trekt, durven maar weinigen de top te beklimmen.
Mount Kailash is een van de heiligste bergen ter wereld en wordt vereerd door meer dan een miljard boeddhisten, hindoes en jaïnisten. Omdat de berg zo heilig is, durft niemand de top te beklimmen.
De berg, ook bekend als de Kangringboqe-piek, is 6714 meter hoog en ligt in de zuidwestelijke hoek van Tibet. Hindoes en boeddhisten geloven dat dit de woonplaats is van Heer Shiva en noemen het de mythische berg Meru – het middelpunt van het universum.
Volgens de Times of India durven mensen de berg Kailash niet te beklimmen, uit angst dat dit de heiligheid van de berg zou aantasten.
Volgens de legende veroverde een monnik genaamd Milarepa de berg en keerde terug om ‘de mensen te waarschuwen de goden die daarboven verbleven niet te storen’.
Naast religie, mythologie en weersomstandigheden wordt Mount Kailash beschouwd als onbeklimbaar vanwege de fysieke uitdagingen die klimmers tegenkomen.
De website van een Tibetaans reisbureau schrijft: "De vorm van Mount Kailash is als een piramide, de hellingen zijn steil en de sneeuwlaag is ononderbroken, waardoor het beklimmen extreem moeilijk is. De symmetrische kliffen zijn torenhoog en de hellingen zijn bijna verticaal, waardoor het erg moeilijk is om te beklimmen."
Hoewel de berg Kailash nooit officieel is beklommen, komen er ieder jaar duizenden pelgrims op af.
Er is veel doorzettingsvermogen nodig om er te komen; er rijden hier geen vliegtuigen, treinen of bussen. Je verplaatsen is moeilijk en gevaarlijk.
De driedaagse pelgrimstocht, bekend als "De Kora", houdt in dat je drie keer met de klok mee rond de voet van de berg loopt. Jain- en Bon-volgelingen herhalen dit proces tegen de klok in. Geschat wordt dat deelnemers elke dag tussen de 15 en 22 kilometer lopen.
De reis begint in het stadje Darchen, op een hoogte van ongeveer 4600 meter. Het hoogste punt, de Drolma La-pas, ligt 5650 meter boven zeeniveau.
Op de eerste dag volgen pelgrims de route aan de zuid- en westkant van de berg, die vrij vlak en gemakkelijk te bewandelen is. Op de tweede dag worden de omstandigheden voor trekkers aan de noord- en oostkant van de berg moeilijker, inclusief langs de 5650 meter hoge Drolma La-pas.
De pelgrimstocht wordt gemakkelijker op de laatste dag, die tevens de kortste is. Reizigers trekken naar het zuiden en voltooien hun reis in de vroege namiddag.
Personen die aan deze pelgrimstocht willen deelnemen, dienen tussen de 18 en 70 jaar oud te zijn en mogen maximaal 3 maanden voor vertrek praktiseren.
(Volgens 24h, 13 april 2024)
Bron
Reactie (0)