Meer specifiek wijzigde Decreet nr. 251/2025/ND-CP de artikelen 22 en 23 van Decreet nr. 172/2025/ND-CP, waarin de bevoegdheid, de volgorde en de procedures voor disciplinaire maatregelen tegen mensen die hun baan hebben opgezegd of met pensioen zijn gegaan, worden geregeld.
Met betrekking tot de bevoegdheid om disciplinaire maatregelen te nemen tegen mensen die hun baan hebben opgezegd of met pensioen zijn gegaan, bepaalt decreet nr. 251/2025/ND-CP het volgende:
(1) In geval van disciplinaire maatregelen in de vorm van ontslag van een functie of titel, neemt de bevoegde autoriteit die de hoogste functie of titel kiest, goedkeurt, daarover beslist, benoemt of aanwijst, een besluit over disciplinaire maatregelen, met uitzondering van de gevallen zoals voorgeschreven in de artikelen 3 en 4 hieronder. In dat geval beslist de bevoegde autoriteit over de behandeling van andere gerelateerde functies en titels.
(2) In geval van disciplinaire maatregelen in de vorm van een berisping of waarschuwing, neemt de bevoegde autoriteit die verkiezingsuitslagen verkiest, goedkeurt, beslist over de goedkeuring ervan, benoemt of aanwijst, een besluit over disciplinaire maatregelen, behalve in de gevallen die in de onderstaande artikelen 3 en 4 worden gespecificeerd.
(3) Voor hen die een positie of titel bekleden bij staatsadministratieve agentschappen die door de premier zijn goedgekeurd en ter goedkeuring aan de Nationale Vergadering zijn voorgelegd, neemt de premier een besluit over disciplinaire maatregelen.
(4) Voor degenen die een positie bekleden en titels hebben die door de Nationale Vergadering zijn gekozen, neemt het Permanente Comité van de Nationale Vergadering een besluit over disciplinaire maatregelen.
Met betrekking tot de volgorde en procedures voor disciplinaire maatregelen tegen personen die hun baan hebben opgezegd of met pensioen zijn gegaan, bepaalt het besluit:
Indien een bevoegde autoriteit een besluit tot het opleggen van een disciplinaire maatregel neemt tegen een persoon die ontslag heeft genomen of met pensioen is gegaan en tijdens zijn/haar dienstverband een overtreding heeft begaan, stelt het uitzendbureau van de bevoegde autoriteit op basis van het besluit tot disciplinaire maatregel van de bevoegde autoriteit de vorm van de disciplinaire maatregel, het tijdstip van de disciplinaire maatregel en het tijdstip van de disciplinaire uitvoering voor.
In gevallen die onder de disciplinaire bevoegdheid van het Permanente Comité van de Nationale Vergadering vallen, stelt het Permanente Comité van de Commissie Delegatiezaken de vorm van de disciplinaire maatregel, het tijdstip van de disciplinaire maatregel en het tijdstip van de disciplinaire maatregel voor. Deze worden ter overweging en beslissing aan het Permanente Comité van de Nationale Vergadering gerapporteerd.
In gevallen die onder het disciplinaire gezag van de premier vallen, stelt het bevoegde management- en arbeidsbureau vóór het moment van beëindiging van het dienstverband of pensionering de vorm van de disciplinaire maatregel, het tijdstip van de disciplinaire maatregel en het tijdstip van de disciplinaire uitvoering voor en rapporteert dit aan de premier. Tegelijkertijd wordt dit ter beoordeling naar het ministerie van Binnenlandse Zaken gestuurd en ter overweging en beslissing aan de premier gerapporteerd.
Indien er geen disciplinaire beslissing is genomen door de bevoegde autoriteit tegen de persoon die ontslag heeft genomen of met pensioen is gegaan en tijdens zijn/haar werkproces een overtreding heeft begaan, beslist de bevoegde autoriteit die de hierboven beschreven disciplinaire maatregelen moet nemen over de disciplinaire maatregelen en is verantwoordelijk voor haar beslissing.
Besluit nr. 251/2025/ND-CP treedt in werking op 23 september 2025.
Bron: https://baotintuc.vn/chinh-sach-va-cuoc-song/quy-dinh-moi-ve-tham-quyen-thu-tuc-xu-ly-ky-luat-doi-voi-nguoi-da-thoi-viec-nghi-huu-20250924162711767.htm






Reactie (0)