Volgens de nieuwe Sociale Verzekeringswet van 2024, die op 1 juli 2025 in werking treedt, hebben werknemers die onder normale omstandigheden werken recht op een pensioen als ze aan twee voorwaarden voldoen: ze hebben minimaal 15 jaar premie betaald voor de sociale verzekering (een vermindering van 5 jaar ten opzichte van voorheen) en ze hebben de pensioengerechtigde leeftijd bereikt.
De pensioenleeftijd is het moment waarop werknemers die deelnemen aan de sociale verzekering voldoen aan de voorwaarden om met pensioen te gaan en een maandelijks pensioen te ontvangen. De pensioenleeftijd voor werknemers is vastgelegd in artikel 169 van het Arbeidswetboek van 2019. Dienovereenkomstig wordt de pensioenleeftijd voor werknemers onder normale arbeidsomstandigheden geleidelijk verhoogd, van 60 naar 62 jaar voor mannen en van 55 naar 60 jaar voor vrouwen.
Concreet zal de leeftijdsgrens vanaf 2021 jaarlijks met 3 maanden worden verhoogd voor mannen en met 4 maanden voor vrouwen, totdat mannen in 2028 62 jaar oud zijn en vrouwen in 2035 60 jaar oud zijn.
Volgens dit stappenplan zal de pensioenleeftijd voor mannelijke werknemers in 2026 61 jaar en 6 maanden zijn, en voor vrouwelijke werknemers 57 jaar. Werknemers die voldoen aan de eisen voor de sociale premies ontvangen hun pensioen vanaf de eerste dag van de maand die direct volgt op hun pensionering.
Het stappenplan voor het verhogen van de pensioenleeftijd onder normale arbeidsomstandigheden.
Daarnaast is het maandelijkse pensioenbedrag vastgelegd in artikel 66 van de Sociale Verzekeringswet 2024. Voor vrouwelijke werknemers bedraagt het pensioen 45% van het gemiddelde salaris dat als basis voor de sociale verzekeringspremies is gebruikt, overeenkomend met 15 jaar premiebetalingen. Voor mannelijke werknemers bedraagt het pensioen 45% van het gemiddelde salaris dat als basis voor de sociale verzekeringspremies is gebruikt, overeenkomend met 20 jaar premiebetalingen (indien 15 jaar premiebetalingen zijn gedaan, wordt dit berekend op 40%, met een toeslag van 1% voor elk extra jaar premiebetaling).
De wet voorziet echter ook in bepaalde gevallen waarin vervroegde pensionering is toegestaan. Zo kunnen werknemers die zwaar, gevaarlijk of risicovol werk verrichten, of werken in gebieden met bijzonder moeilijke sociaaleconomische omstandigheden, en die ten minste 15 jaar premie hebben betaald voor de verplichte sociale verzekering, tot 5 jaar eerder met pensioen gaan dan de normale pensioenleeftijd.
Mijnwerkers die ondergronds werken, kunnen tot 10 jaar eerder met pensioen gaan. Officieren, beroepsmilitairen en politieagenten kunnen tot 5 jaar eerder met pensioen gaan als ze 15 jaar premie hebben betaald voor de sociale verzekering. Personen die door een arbeidsongeval met hiv besmet zijn geraakt en 15 jaar premie hebben betaald voor de sociale verzekering, hebben ook recht op een pensioen, ongeacht hun leeftijd.
Tuan Thanh
Bron: https://baolongan.vn/quy-dinh-tuoi-nghi-huu-va-ty-le-luong-huu-nam-2026-a208153.html






Reactie (0)