Het Ministerie van Onderwijs en Vorming wijzigt en vult Circulaire 02/2022/TT-BGDDT over de openstelling van opleidingsrichtingen aan, waarbij de regelgeving omtrent "geschikte richtingen" op doctoraal- en masterniveau wordt verduidelijkt; voorwaarden voor de openstelling van opleidingsrichtingen op master- en doctoraalniveau.
Het Ministerie van Onderwijs en Vorming wijzigt en vult Circulaire 02/2022/TT-BGDDT over de openstelling van opleidingsrichtingen aan, waarbij de regelgeving omtrent "geschikte richtingen" op doctoraal- en masterniveau wordt verduidelijkt; voorwaarden voor de openstelling van opleidingsrichtingen op master- en doctoraalniveau.
Het Ministerie van Onderwijs en Vorming heeft zojuist circulaire 16/2024/TT-BGDDT gepubliceerd, waarin een aantal artikelen van circulaire 02/2022/TT-BGDDT worden gewijzigd en aangevuld. Deze circulaire bevat de voorwaarden, volgorde en procedures voor het openen van opleidingscentra en het opschorten van de activiteiten van opleidingscentra op universitair, master- en doctoraal niveau. De circulaire treedt in werking op 5 januari 2025.
Aanvullende regels voor docenten
Wat het onderwijzend personeel betreft, vormt de circulaire een aanvulling op de regeling dat de docent die belast is met het ontwikkelen en organiseren van de uitvoering van het opleidingsprogramma en de docent die belast is met het doceren van het opleidingsprogramma, een vaste docent moeten zijn die niet de maximale pensioenleeftijd heeft overschreden overeenkomstig de regelgeving van de overheid inzake hogere pensioenleeftijd voor ambtenaren in overheidsdiensten.
Deze docenten verzorgen jaarlijks rechtstreeks een aantal verplichte cursussen binnen de opleiding of begeleiden masterscripties en proefschriften.
Aanvullende regelgeving over geschikte hoofdvakken op doctoraal- en masterniveau
De circulaire vult de regelgeving aan over geschikte hoofdvakken op doctoraal- en masterniveau voor een aantal opleidingen op lager niveau die aan een van de volgende vereisten moeten voldoen:
De opleiding heeft dezelfde naam als de hoofdopleiding of voldoet aan de voorschriften in de opleidingsprogrammanormen die zijn uitgegeven door het Ministerie van Onderwijs en Opleiding.
Indien er geen standaardopleidingsprogramma bestaat voor het overeenkomstige vakgebied of de groep vakgebieden, moet er een wetenschappelijke en praktische basis zijn. Deze wordt door de Raad voor Wetenschap en Opleiding van de opleidingsinstelling vastgesteld als het vakgebied met de dichtstbijzijnde professionele basis die aansluit bij het opleidingsvak en dat door de meerderheid van de afgestudeerden van het opleidingsvak gekozen is tijdens een studie op hoger niveau. Deze keuze wordt bevestigd door het Ministerie van Onderwijs en Opleiding op basis van het advies van de Beroepsadviesraad die is ingesteld door het Ministerie van Onderwijs en Opleiding.
Een vakgebied op doctoraatsniveau dat geschikt is voor een opleiding op hetzelfde niveau, moet aan een van de volgende vereisten voldoen:
De opleiding heeft dezelfde naam als de hoofdopleiding of voldoet aan de voorschriften in de opleidingsprogrammanormen die zijn uitgegeven door het Ministerie van Onderwijs en Opleiding.
Indien er geen standaard voor het opleidingsprogramma bestaat voor het overeenkomstige vakgebied of de groep hoofdvakken: moet er een wetenschappelijke en praktische basis zijn, vastgesteld door de Raad voor Wetenschap en Opleiding van de opleidingsinstelling, die vaststelt dat het gaat om een hoofdvak met dezelfde professionele achtergrond en behorend tot dezelfde groep hoofdvakken als het opleidingshoofdvak; bevestigd door het Ministerie van Onderwijs en Opleiding op basis van het advies van de Beroepsadviesraad die is ingesteld door het Ministerie van Onderwijs en Opleiding.
Wijziging en aanvulling van de voorwaarden voor het openstellen van master- en doctoraatsopleidingen
Circulaire 16 wijzigt en vult tevens de voorwaarden voor het openstellen van master- en doctoraatsopleidingen aan. De voorwaarden voor het openstellen van masteropleidingen omvatten dienovereenkomstig aanvullende regels die ervaring vereisen met het organiseren van opleidingen en wetenschappelijk onderzoek gerelateerd aan de opleiding, mits aan een van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
De masteropleiding is een hoofdvak dat geschikt is voor een hoofdvak dat op universitair niveau is opgeleid en een graad heeft behaald; dat in de laatste 5 jaar het aantal docenten zoals gespecificeerd in Clausule 1, Artikel 5, ten minste 2 jaar directe onderwijservaring heeft gehad in meer dan 50% van de vakken in het opleidingsprogramma en in totaal ten minste 20 artikelen en wetenschappelijke rapporten heeft gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften die door de Staatsraad van Hoogleraren voor het opleidingshoofdvak zijn beoordeeld als hoofdauteur of corresponderende auteur.
Wat betreft de voorwaarden voor het openen van een doctoraatsopleidingsprogramma, wijzigt en vult Circulaire 16 de regelgeving aan inzake ervaring met het organiseren van opleidingen en wetenschappelijk onderzoek met betrekking tot het opleidingsprogramma, mits aan een van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
De doctoraatsopleiding is een opleiding die geschikt is voor een opleiding die een masterdiploma heeft behaald; die in de afgelopen 5 jaar het aantal docenten zoals gespecificeerd in clausule 1, artikel 6, heeft deelgenomen aan de begeleiding van 5 proefschriften in de opleidingsrichting die met succes zijn verdedigd (aan een andere opleidingsinstelling); die tegelijkertijd in totaal ten minste 50 artikelen en wetenschappelijke rapporten heeft gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften die zijn beoordeeld door de Staatsraad van hoogleraren voor de opleidingsrichting, als hoofdauteur of corresponderende auteur.
Daarnaast moeten opleidingsinstellingen voldoen aan de criteria van de universitaire onderwijsnormen die van toepassing zijn op opleidingsinstellingen voor doctoraten, waaronder het percentage voltijds docenten met een doctoraatstitel; het percentage inkomsten uit wetenschappelijke en technologische activiteiten (met uitzondering van opleidingsinstellingen die vallen onder het Ministerie van Defensie en het Ministerie van Openbare Veiligheid); en het gemiddelde aantal wetenschappelijke en technologische publicaties per voltijds docent.
In Besluit 124/2024/ND-CP staat duidelijk dat buitenlandse trainingsprogramma's die in Vietnam worden uitgevoerd, ervoor moeten zorgen dat ze geen inhoud bevatten die schadelijk is voor de nationale defensie, veiligheid of publieke belangen.
Bron: https://www.vietnamplus.vn/sua-doi-bo-sung-quy-dinh-ve-mo-nganh-dao-tao-trinh-do-dai-hoc-thac-sy-tien-sy-post995966.vnp
Reactie (0)