ANTD.VN - Het gewijzigde wetsontwerp inzake kredietinstellingen stelt voor dat onverwerkte transacties vanaf 1 januari 2024 onderworpen blijven aan artikel 10 van resolutie 42 totdat ze zijn voltooid.
Resolutie nr. 42/2017/QH14 is sinds eind 2023 verlopen. Dit zal leiden tot moeilijkheden voor kredietinstellingen bij het verwerken van onderpanden van oninbare vorderingen die onder deze resolutie worden verwerkt. Daarom zijn in het gewijzigde wetsontwerp inzake kredietinstellingen overgangsbepalingen opgenomen voor Resolutie nr. 42/2017/QH14 (artikel 210).
De niet-voltooide overdracht van gewaarborgde activa zal in de problemen komen als de bepalingen van Resolutie 42 niet langer worden toegepast. |
Meer specifiek is, volgens clausule 6, artikel 210, het onderpand van een oninbare vordering een vastgoedproject dat in beslag is genomen overeenkomstig de bepalingen van artikel 7 van Resolutie nr. 42/2017/QH14 betreffende het sturen van de afhandeling van oninbare vorderingen van kredietinstellingen of dat in overdrachtsprocedures verkeert overeenkomstig de bepalingen van artikel 10 van Resolutie nr. 42/2017/QH14 vóór de inwerkingtreding van deze wet, maar dat niet is voltooid, blijven de bepalingen van artikel 10 van Resolutie nr. 42/2017/QH14 van toepassing vanaf 1 januari 2024 totdat de afhandeling is voltooid.
De ingangsdatum van de gewijzigde Wet op kredietinstellingen is met name 1 januari 2025, maar de bovenstaande bepaling (clausule 6, artikel 210) treedt in werking op 15 maart 2024 (omdat de Wet op de bekendmaking van juridische documenten de ingangsdatum van alle of een deel van de in dat document voorgeschreven juridische documenten voorschrijft, maar niet eerder dan 45 dagen na de datum van goedkeuring).
Bovenstaande regeling treedt eerder in werking om kredietinstellingen te helpen bij de afhandeling van slechte vorderingen die worden overgedragen.
In verband met de legalisatie van Resolutie nr. 42/2017/QH14 is met dit gewijzigde wetsontwerp inzake kredietinstellingen een reeks voorschriften afgeschaft, met name over: Procedures voor inbeslagname van onderpand; Beslaglegging op onderpand van de partij die onder executie valt; Teruggave van onderpand als bewijs in strafzaken en zaken van administratieve overtredingen.
Tegelijkertijd vormt het ontwerp een aanvulling op de bepalingen in artikel 200, lid 3, van het wetsontwerp inzake de overdracht van vastgoedprojecten als onderpand voor schuldinvordering overeenkomstig de wet op de vastgoedsector en andere relevante wettelijke bepalingen.
Vul de overeenkomstige bepalingen in Clausule 15, Artikel 210 (Overgangsbepalingen) aan met het oog op de overgang naar zekerheidsovereenkomsten met onderpand in de vorm van vastgoedprojecten die vóór de inwerkingtreding van deze wet zijn gesloten.
Bronlink






Reactie (0)