De staat voert een beleid om hooggekwalificeerde mensen, getalenteerde mensen, excellente afgestudeerden, jonge wetenschappers en mensen met bijzondere gaven aan te trekken om deel te nemen aan de werving van leraren.
Het oplossen van het probleem van het lokale lerarenoverschot en -tekort
Op 9 november nam de Nationale Vergadering kennis van de presentatie en het evaluatierapport over het ontwerp van de lerarenwet. Tijdens de vergadering verklaarde minister van Onderwijs en Vorming, dhr. Nguyen Kim Son, dat met de afkondiging van de lerarenwet een aantal huidige tekortkomingen in het staatsmanagement van leraren zullen worden opgelost, zoals: het al jaren bestaande lokale overschot en tekort aan leraren voor kleuteronderwijs en algemeen onderwijs, en de tekortkomingen in het management van niet-openbaar onderwijzend personeel.
Bovendien zal de kwaliteit van het onderwijzend personeel in principe consistent zijn binnen het hele systeem wanneer er een systeem van titels, professionele normen en eisen voor de ethiek van leraren is die uniform gereguleerd zijn. Daarnaast zal een aantal specifieke, baanbrekende beleidsmaatregelen worden genomen om een gunstig ontwikkelingsklimaat voor leraren te creëren. Naast het basissalaris en de hoogste toelage zoals vermeld in Conclusie 91-KL/TW, zullen er aanvullende beleidsmaatregelen worden genomen om talenten in het onderwijs te ondersteunen en aan te trekken, toegewijde mensen aan te trekken om te werken in afgelegen, grens- en eilandgebieden, en een redelijke pensioenleeftijd te reguleren voor kleuterleidsters en hooggekwalificeerde leerkrachten.
Volgens de heer Son bevat het wetsontwerp voor leraren, vergeleken met de huidige regelgeving in verwante wetten zoals de Wet op de Ambtenaren, de Onderwijswet, de Wet op het Hoger Onderwijs, de Wet op het Beroepsonderwijs en de Arbeidswet, een aantal nieuwe punten, zoals het geven van het initiatief aan de onderwijssector bij het werven en inzetten van leraren. Met name het Ministerie van Onderwijs en Opleiding en het Ministerie van Arbeid, Oorlogsinvaliden en Sociale Zaken zijn de instanties die verantwoordelijk zijn voor het ontwikkelen van strategieën, projecten, ontwikkelingsplannen en de totale personeelsbezetting van leraren die onder hun beheer vallen en die ter besluitvorming aan de bevoegde autoriteiten worden voorgelegd; zij coördineren de personeelsbezetting van leraren in openbare onderwijsinstellingen op basis van het aantal dat door de bevoegde autoriteiten is toegewezen; onderwijsbeheerinstanties of onderwijsinstellingen nemen het voortouw bij de werving van leraren.

De salarissen van leraren behoren tot de hoogste in het systeem van salarisschalen voor administratieve beroepen.
De heer Son zei: Het salarisbeleid voor leraren wordt met voorrang vastgesteld. Daarbij staat het basissalaris volgens de salaristabel voor leraren bovenaan in het systeem van de salarisschalen voor administratieve beroepen. Leraren hebben recht op voorkeurstoeslagen voor hun beroep en andere toeslagen, afhankelijk van de aard van hun werk en de regio, zoals wettelijk voorgeschreven.
Bovendien blijven leerkrachten anciënniteitstoeslagen ontvangen totdat het salarisbeleid van Resolutie 27-NQ/TW is geïmplementeerd. Kleuterleidsters; leerkrachten die werken in bijzonder moeilijke gebieden met etnische minderheden, berggebieden, kustgebieden en eilanden; leerkrachten in gespecialiseerde scholen en andere gespecialiseerde scholen; leerkrachten die inclusief onderwijs implementeren; leerkrachten die tot een etnische minderheid behoren en leerkrachten in bepaalde specifieke beroepen krijgen voorrang op andere leerkrachten wat betreft salaris en toeslagen. Leerkrachten die voor het eerst worden aangeworven en betaald, krijgen een salarisverhoging van 1 niveau in het systeem van administratieve salarisschalen.
"De staat heeft een beleid om hooggekwalificeerde mensen, getalenteerde mensen, excellente afgestudeerden, jonge wetenschappers en mensen met bijzondere talenten aan te trekken om deel te nemen aan de werving van leraren", aldus de heer Son. Informatie over de pensioenleeftijd van leraren kent zijn eigen regelgeving, afhankelijk van de kenmerken van hun beroepsactiviteiten. Met name leraren in voorschoolse instellingen kunnen, indien gewenst, met pensioen gaan op een lagere leeftijd, maar niet ouder dan vijf jaar dan de regelgeving voorschrijft. Hun pensioen wordt niet in mindering gebracht vanwege vervroegd pensioen. Leraren met de titel hoogleraar, universitair hoofddocent of doctoraat, en leraren die werkzaam zijn in gespecialiseerde sectoren en vakgebieden, hebben recht op een hogere pensioenleeftijd.

Bij het beoordelen van het wetsontwerp zei de heer Nguyen Dac Vinh, voorzitter van de commissie Cultuur en Onderwijs van de Nationale Vergadering, dat de commissie, wat betreft salarissen en toelagen voor leraren, instemde met de bepalingen in het wetsontwerp en dit beschouwde als een belangrijke en noodzakelijke inhoud om het partijbeleid, met name Conclusie nr. 91-KL/TW van 12 augustus 2024 van het Politbureau en Resolutie nr. 29-NQ/TW van 4 november 2013 van het Centraal Uitvoerend Comité, 11e ambtstermijn, snel te institutionaliseren. Hij keurde het beleid goed dat gericht is op prioriteit, ondersteuning en het aantrekken van leraren, zoals vastgelegd in het wetsontwerp.
Volgens de heer Vinh zijn er echter meningen die suggereren om de geest van de partijresolutie over de hervorming van het salarisbeleid te bestuderen en te implementeren. Overweeg het salarisbeleid voor leraren in de niet-publieke sector te reguleren. Reguleer het beleid voor het huren van sociale huurwoningen, zoals vastgelegd in de Woningwet, niet opnieuw; beoordeel de impact zorgvuldig om de haalbaarheid te garanderen, met name wat betreft de middelen voor de uitvoering van het beleid voor collectieve huisvesting voor leraren die op het platteland werken.
Wat betreft de pensioenregeling voor leerkrachten, stemde de commissie ermee in om te bepalen dat leerkrachten in het kleuteronderwijs met pensioen kunnen gaan op een lagere leeftijd (maximaal 5 jaar) dan de bepalingen van de Arbeidswet voorschrijven en dat hun pensioenbedrag niet wordt ingehouden vanwege vervroegd pensioen. Er waren echter meningen die suggereerden dat het noodzakelijk is om de impact op de middelen zorgvuldig te beoordelen om de implementatie van dit beleid te waarborgen.
Bron: https://daidoanket.vn/bo-truong-bo-giao-duc-va-dao-tao-nguyen-kim-son-thu-hut-nguoi-co-trinh-do-cao-tham-gia-tuyen-dung-lam-nha-giao-10294103.html






Reactie (0)