In de ochtend van 28 mei werd de 7e sessie voortgezet. In de aula werd door de Nationale Vergadering het wetsontwerp inzake de organisatie van volksrechtbanken (gewijzigd) besproken.

Plaats van de bijeenkomst op de ochtend van 28 mei.
Dit is een wetsontwerp dat sinds de zesde zitting door de Nationale Vergadering is besproken. Veel afgevaardigden hebben bedenkingen bij een aantal onderdelen ervan, waaronder de regelgeving over audio- en video-opnames in de rechtszaal.
Geen overeenkomst over opnemen en filmen in de rechtbank
Le Thi Nga, voorzitter van de Commissie Justitie, presenteerde het wetsvoorstel aan de Nationale Vergadering en zei dat het gewijzigde wetsontwerp inzake de organisatie van volksrechtbanken, na aanvaarding en herziening, 153 artikelen bevat. Hiervan zijn 2 artikelen geschrapt, 2 artikelen toegevoegd en is artikel 142 samengevoegd met artikel 143. Dit betekent dat er 1 artikel minder is dan in het ontwerp dat het Hooggerechtshof aan de Nationale Vergadering heeft voorgelegd.
Artikel 141 van het ontwerp van het Hooggerechtshof dat tijdens de zesde zitting aan de Nationale Vergadering is voorgelegd, bepaalt het volgende over deze kwestie: "Het opnemen van de toespraken en beelden van het procespanel, de rechters en andere procespartijen mag alleen gebeuren tijdens de opening van een proces of een bijeenkomst met toestemming van de voorzittende rechter van het proces of de bijeenkomst.
Voor het opnemen van toespraken of beelden van verdachten, procespartijen en andere deelnemers aan de procedure is toestemming van hen en van de voorzitter van de rechtszaak of de vergadering vereist.
Tijdens de bespreking van deze inhoud waren er verschillende meningen. Het Permanent Comité van de Nationale Assemblee gaf aan dat er meningen waren die regelgeving suggereerden voor informatieactiviteiten tijdens rechtszittingen en vergaderingen, zoals de huidige procedurewetgeving; er waren meningen die een herziening voorstelden om ervoor te zorgen dat deze niet in strijd is met het beginsel van openbare berechting door het Hof.

Het Permanent Comité van de Nationale Assemblee is van mening dat het opnemen van audio en video bij de rechtbank de mensenrechten en burgerrechten moet waarborgen en ervoor moet zorgen dat informatieactiviteiten in overeenstemming zijn met de wettelijke bepalingen.
"Deze regeling draagt er bovendien aan bij dat de plechtigheid in de rechtbank gewaarborgd blijft en dat de procescommissie de juiste omstandigheden heeft om het proces goed te leiden, zonder dat zij door andere factoren wordt afgeleid", aldus Le Thi Nga, voorzitter van de rechterlijke commissie.
De meerderheid van de standpunten van het Permanent Comité van de Nationale Vergadering stelde voor om Clausule 3 en Clausule 4, Artikel 141 te wijzigen in de zin dat voor het opnemen van toespraken en beelden van het Trial Panel tijdens een proces of vergadering de toestemming van de Voorzitter van de Rechtbank vereist is; voor het opnemen van toespraken en beelden van andere procespartijen en deelnemers aan het proces of de vergadering, hun toestemming en de toestemming van de Voorzitter van de Rechtbank vereist is.
Het opnemen van beelden tijdens rechtszittingen en vergaderingen mag alleen plaatsvinden tijdens de opening van de rechtszittingen en vergaderingen, en tijdens de bekendmaking van het vonnis en de beslissing. Voeg tegelijkertijd een bepaling toe in clausule 4 over het opnemen en filmen van de volledige procedure van de rechtszittingen en vergaderingen door de rechtbank, indien nodig ter ondersteuning van professionele taken. Het verstrekken van opname- en filmresultaten moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de wettelijke bepalingen. Wijs de opperrechter van het Hooggerechtshof aan om de details van deze clausule te specificeren.
Sommige leden van de Permanente Commissie van de Nationale Assemblee zijn van mening dat de bepalingen inzake audio- en video-opnames tijdens rechtszittingen en vergaderingen in het wetsontwerp beperkter zijn dan die in de procedurele wetten. Om informatieactiviteiten tijdens rechtszittingen en vergaderingen te vergemakkelijken, stelt dit advies voor om de huidige regelgeving te handhaven.
Daarnaast werd in twee andere adviezen van het Permanent Comité van de Nationale Vergadering en het Hooggerechtshof voorgesteld om Clausule 3, Artikel 141 als volgt te bepalen: Het opnemen van toespraken en beelden tijdens rechtszittingen en vergaderingen mag alleen gebeuren tijdens de opening van de rechtszitting of vergadering en het uitspreken van het vonnis en het bekendmaken van beslissingen met toestemming van de voorzitter van de rechtszitting of vergadering. In geval van het opnemen van audio of beelden van andere procespartijen of deelnemers aan de rechtszitting of vergadering, moet hun toestemming en de toestemming van de voorzitter van de rechtszitting of vergadering worden verkregen.
Tegelijkertijd moeten de bepalingen in Clausule 4 over het door de rechtbank opnemen en filmen van het gehele verloop van de rechtszaak en de zitting worden aangevuld ten behoeve van professionele taken.

Het wetsontwerp inzake de organisatie van volksrechtbanken wordt in twee varianten ter beoordeling voorgelegd aan de afgevaardigden van de Nationale Vergadering. Het gaat om:
* Optie 1 (clausules 3 en 4):
Het opnemen van toespraken en beelden van de procescommissie tijdens een rechtszaak of zitting is alleen mogelijk met toestemming van de voorzitter van de rechtbank; het opnemen van toespraken en beelden van andere procespartijen of deelnemers aan de rechtszaak of zitting is alleen mogelijk met hun toestemming en met toestemming van de voorzitter van de rechtbank. Het opnemen van beelden tijdens een rechtszaak of zitting is alleen toegestaan tijdens de opening van de rechtszaak of zitting en de uitspraak en bekendmaking van de beslissing.
De rechtbank neemt de toespraken en beelden van het gehele proces of de zitting op, indien dit noodzakelijk is voor haar professionele taken. Het gebruik en de verstrekking van de resultaten van de opname van toespraken en beelden van het proces geschieden in overeenstemming met de wettelijke bepalingen. De opperrechter van het Hooggerechtshof zal deze bepaling gedetailleerd specificeren.
* Optie 2: De artikelen 3 en 4 niet vastleggen (Uitvoeren volgens de bepalingen van de procedurele wetten en relevante wetten).
De rechtbank kan overgaan tot het verzamelen van documenten en bewijsmateriaal.
Wat betreft het verzamelen van documenten en bewijsmateriaal in de afdoening van strafzaken, bestuurszaken, civiele zaken en andere zaken die onder de jurisdictie van het Hof vallen (artikel 15), zijn veel meningen het eens met het wetsontwerp dat stelt dat het Hof niet verplicht is bewijsmateriaal te verzamelen. Veel meningen zijn het oneens met het wetsontwerp en stellen voor te bepalen dat het Hof in bepaalde gevallen bewijsmateriaal verzamelt tijdens het proces.
Het Permanent Comité van de Nationale Vergadering merkte op dat Resolutie nr. 27 vereist: "Onderzoek en verduidelijking... zaken waarin rechtbanken bewijs verzamelen tijdens rechtszaken." De Wet op de Organisatie van Volksrechtbanken uit 2014 reguleert de reikwijdte van het verzamelen van bewijs door rechtbanken niet specifiek.
De procedurele wetten regelen de activiteiten/maatregelen voor het verzamelen van documenten en bewijsmateriaal. Het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de Bestuursrechtelijke Procedure bepalen onder meer: als de procespartij nalaat bewijsmateriaal te verzamelen, heeft hij/zij het recht de rechtbank te verzoeken bewijsmateriaal te verzamelen. Hierdoor komen veel procespartijen hun verplichtingen niet volledig na en vertrouwen zij erop dat de rechtbank het bewijsmateriaal verzamelt, waardoor veel rechtbanken overbelast raken.
Daarom is het noodzakelijk om de zaak te herzien en strenger te reguleren. De praktijk leert dat als de rechter in sommige gevallen geen bewijs verzamelt, dit problemen kan opleveren bij het oplossen van de zaak.

Naar aanleiding van de meningen van afgevaardigden van de Nationale Vergadering en een aantal relevante instanties en organisaties, heeft het Permanent Comité van de Nationale Vergadering opdracht gegeven om artikel 15 van het wetsontwerp te herzien. Hierin wordt vastgelegd dat de rechtbank rechtstreeks documenten en bewijsmateriaal verzamelt en het verzamelen van documenten en bewijsmateriaal ondersteunt om Resolutie 27 te institutionaliseren en aan te passen aan de praktische omstandigheden in ons land. Tegelijkertijd worden de bepalingen in de wet herzien en herschikt om deze beter geschikt te maken.
Met betrekking tot de hervorming van de volksrechtbanken op provinciaal en districtsniveau naar jurisdictie (clausule 1, artikel 4) zei de voorzitter van de Commissie Justitie dat veel meningen het oneens waren met de regelgeving inzake de hervorming van de volksrechtbanken op provinciaal niveau tot volksrechtbanken van beroep en de volksrechtbanken op districtsniveau tot volksrechtbanken van eerste aanleg. Veel meningen waren het eens met het wetsontwerp inzake de hervorming van de volksrechtbanken naar jurisdictie.
Het Permanent Comité van de Nationale Vergadering oordeelde dat de volksrechtbanken op provinciaal niveau hervormd zijn tot volksrechtbanken van beroep en de volksrechtbanken op districtsniveau tot volksrechtbanken van eerste aanleg, afhankelijk van hun rechtsgebied, maar dat de taken en bevoegdheden van deze rechtbanken ongewijzigd blijven. De rechtbanken zijn nog steeds verbonden aan bestuurlijke eenheden op districts- en provinciaal niveau; de volksrechtbanken van beroep behandelen nog steeds een aantal zaken in eerste aanleg.

Deze bepaling is niet consistent met de organisatie van andere lokale gerechtelijke instanties en vereist een aanpassing van een aantal gerelateerde wetten om de consistentie van het rechtssysteem te waarborgen, terwijl er ook kosten aan verbonden zijn (zoals het aanpassen van zegels, borden, formulieren en documenten). Daarom stelt het Permanent Comité van de Nationale Vergadering voor om de bepalingen van de huidige wet inzake volksrechtbanken op provinciaal en districtsniveau te handhaven.
Omdat afgevaardigden in de Nationale Assemblee nog steeds verschillende meningen hebben en het Hooggerechtshof blijft voorstellen om de volksrechtbanken op provinciaal niveau om te vormen tot volksrechtbanken van beroep en de volksrechtbanken op districtsniveau tot volksrechtbanken van eerste aanleg, heeft het Permanent Comité van de Nationale Assemblee opdracht gegeven om in Clausule 1, Artikel 4 van het wetsontwerp twee opties te ontwikkelen en deze ter overweging en bespreking voor te leggen aan de Nationale Assemblee.
Bron
Reactie (0)