Op 6 juni voerden Rusland en China een gezamenlijke luchtpatrouille uit boven de Japanse Zee, de Oost-Chinese Zee en het westelijke deel van de Stille Oceaan , wat bij veel landen tot argwaan leidde.
Russische Tupolev Tu-95-vliegtuigen namen op 6 juni ook deel aan een gezamenlijke patrouille met China. (Bron: Reuters) |
Een luchtgroep bestaande uit Chinese Tupolev Tu-95-vliegtuigen en Xian H-6K-strategische bommenwerpers voerde een acht uur durende gezamenlijke patrouille uit met Sukhoi Su-30M-, Su-35S- en Shenyang J-11-straaljagers.
Op 7 juni maakte het Russische Ministerie van Defensie bekend dat strategische langeafstandsbommenwerpers uit Rusland en China tijdens gezamenlijke operaties soms op de voet werden gevolgd door straaljagers uit onbekende landen.
Het ministerie noemde niet bij naam welk land straaljagers stuurde om de groep Russische en Chinese vliegtuigen in de gaten te houden. Wel bevestigde het ministerie dat de gezamenlijke patrouilles van Moskou en Peking geen schending van het luchtruim van andere landen vormden.
Ondertussen liet het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken tijdens een persconferentie op 8 juni weten dat de gezamenlijke patrouilles met Rusland niet op een specifiek land gericht zijn en in overeenstemming zijn met het internationale recht en de internationale praktijk.
Dit is de zesde gezamenlijke patrouille tussen Rusland en China sinds 2019, uitgevoerd in het kader van de versterkte militaire samenwerking tussen Peking en Moskou.
Deze activiteit heeft de buurlanden Zuid-Korea en Japan alert gemaakt en via diplomatieke kanalen hun zorgen geuit richting Rusland en China.
Bron
Reactie (0)