Voordat het ontwerp van de herziene wet op de inkomstenbelasting voor particulieren door de Nationale Vergadering werd besproken tijdens de werksessie op 19 november in de aula, liet het Ministerie van Financiën (de instantie die verantwoordelijk is voor het opstellen van de wet) een verslag over het ontvangen en toelichten van de standpunten in de groepsdiscussie naar de afgevaardigden van de Nationale Vergadering sturen.
Tijdens de groepsdiscussie over dit wetsvoorstel stelde een afgevaardigde voor om een mechanisme toe te voegen om het aftrekniveau te bepalen op basis van economische regio's, omdat de kosten van levensonderhoud verschillen tussen stedelijke en landelijke gebieden. Dit advies suggereert dat het aftrekniveau gekoppeld moet worden aan het regionale minimumloon om een eerlijke belastingbetalingscapaciteit tussen regio's te garanderen.
Om het duidelijker uit te leggen: het agentschap dat verantwoordelijk was voor het opstellen van de wet zei dat als de aftrekdrempel op het platteland lager ligt dan in stedelijke gebieden, dit ertoe zal leiden dat mensen met lage inkomens en moeilijke leef- en werkomstandigheden onzichtbaar worden belast.

Afgevaardigden van de Nationale Assemblee wonen de 10e zitting bij in de Dien Hong Hall (foto: Hong Phong).
Bovendien is het lastig om te bepalen waar een belastingbetaler woont, omdat een deel van de beroepsbevolking binnen de economie vaak verhuist.
Het Ministerie van Financiën wees ook op enkele beperkingen bij het bepalen van de aftrekniveaus per regio. Met name de recente herindeling van de administratieve grenzen van het hele land, waarbij de oppervlakten van provincies en steden zijn uitgebreid, kan ertoe leiden dat er zelfs binnen dezelfde provincie/stad verschillen in levensstandaard en kosten van levensonderhoud tussen regio's kunnen zijn.
Het Ministerie van Financiën gaf aan dat veel ontwikkelde en ontwikkelingslanden over het algemeen slechts één gemeenschappelijk aftrekniveau voor gezinnen voorschrijven, dat op uniforme wijze wordt toegepast, zonder onderscheid per regio of bevolkingsgroep.
Voor personen die in moeilijke gebieden werken, bepaalt de Wet op de inkomstenbelasting dat regionale subsidies, subsidies voor aantrekking en verhuissubsidies... niet in het belastbare inkomen zijn opgenomen. Deze subsidies zijn bedoeld om werknemers te ondersteunen en personen aan te trekken om in deze gebieden te werken.
Daarom stelt het opstelbureau voor om het algemene aftrekprincipe te handhaven zoals het nu is, zonder onderscheid te maken naar onderwerpgroepen of regio's.
Tijdens de groepsdiscussie kwamen ook een aantal meningen naar voren die voorstelden om het niveau van de gezinsaftrek te verhogen naar 17,3 miljoen voor belastingbetalers en 6,9 miljoen voor personen ten laste. Hierbij werd gedacht aan een nieuw niveau van gezinsaftrek dat in lijn is met de verwachte verhoging van het minimumloon naar 3,45 miljoen VND/maand vanaf 1 juli 2026, in plaats van de niveaus van 15,3 miljoen en 6,9 miljoen die het Ministerie van Financiën voorstelde.
Het Ministerie van Financiën legde uit dat de overheid, volgens de huidige wetgeving, bij schommelingen van de CPI-index van meer dan 20% een aanpassing van de gezinsaftrek zal voorleggen aan het Permanent Comité van de Nationale Assemblee, op basis van de prijsschommelingen die van toepassing zijn op de volgende belastingperiode.
Op basis van de schommelingen in de CPI-index heeft de overheid proactief een ontwerpresolutie opgesteld om het niveau van de gezinsaftrek aan te passen. Hierbij worden twee opties voorgesteld en ter commentaar van het publiek voorgelegd.
Uit de synthese van de meningen blijkt dat de meeste meningen het erover eens zijn om het aftrekniveau voor de belastingbetaler zelf aan te passen van 11 miljoen VND per maand naar ongeveer 15,5 miljoen VND per maand, elk afhankelijk van 4,4 miljoen VND per maand tot ongeveer 6,2 miljoen VND per maand. Het Permanent Comité van de Nationale Assemblee heeft vervolgens een resolutie aangenomen over dit aanpassingsniveau.
Het Ministerie van Financiën heeft berekend dat met deze nieuwe gezinsaftrek een persoon met een inkomen van 17 miljoen VND/maand (indien er geen personen ten laste zijn), 24 miljoen VND/maand (indien er 1 persoon ten laste is) of 31 miljoen VND/maand (indien er 2 personen ten laste zijn) geen belasting hoeft te betalen.
Met betrekking tot het voorstel om een gezinsaftrek voor personen ten laste vast te stellen die gelijk is aan 50% van de aftrek voor belastingbetalers, legde de opsteller van het voorstel uit dat de gezinsaftrek uit twee delen bestaat, één voor belastingbetalers en één voor personen ten laste.
Volgens het Ministerie van Financiën handhaaft de Wet op de inkomstenbelasting, die in werking is getreden op 1 januari 2009, de aftrek voor personen ten laste nog steeds op 40% ten opzichte van de belastingplichtige en wordt deze dienovereenkomstig aangepast op basis van de aanpassingsgraad voor de belastingplichtige. De opsteller van de wet stelt daarom voor om de wet te handhaven zoals in het wetsontwerp.
Bron: https://dantri.com.vn/thoi-su/vi-sao-giam-tru-gia-canh-de-nop-thue-thu-nhap-ca-nhan-khong-chia-theo-vung-20251119110108086.htm






Reactie (0)