
Zorgen voor consistentie in persmanagement in cyberspace en toepassing van kunstmatige intelligentie
De voorzitter van de commissie Cultuur en Samenleving van de Nationale Assemblee, Nguyen Dac Vinh, bracht verslag uit over een aantal belangrijke kwesties bij de ontvangst, uitleg en herziening van het gewijzigde ontwerp van de perswet. Hij zei dat de Nationale Assemblee op 23 oktober en 24 november 2025 het gewijzigde ontwerp van de perswet in de Groep en de Hal heeft besproken en er haar mening over heeft gegeven.
Ter uitvoering van de richtlijnen van het Permanent Comité van de Nationale Vergadering en de toegewezen taken, heeft het Permanent Comité van de Commissie voor Cultuur en Sociale Zaken samengewerkt om de meningen van de afgevaardigden van de Nationale Vergadering te synthetiseren en vele vergaderingen georganiseerd met het opstelbureau, relevante instanties en deskundigen om het wetsontwerp te bestuderen, te verwerken, toe te lichten en te herzien.
Wat de perstypen betreft, hebben het Permanent Comité en de opsteldienst rekening houdend met de standpunten van de afgevaardigden van de Nationale Vergadering, de naam van het type "gesproken krant, visuele krant" gewijzigd in "radio, televisie".
Wat betreft het belangrijkste multimediapersbureau (artikel 15) kwamen het Permanent Comité van de Commissie en het opstelbureau overeen om, rekening houdend met de standpunten van de afgevaardigden van de Nationale Assemblee, de zinsnede "belangrijkste multimediapersbureau" te herzien naar "belangrijkste multimediapersbureau" om de nauwkeurigheid en consistentie met de reikwijdte van het wetsontwerp te waarborgen.
Wat betreft de inhoud met betrekking tot " perseconomie ", hebben het Permanente Comité en het opstelbureau, rekening houdend met de standpunten van de afgevaardigden van de Nationale Vergadering, de regelgeving inzake overheidsinvesteringen, het autonomiemechanisme en de regelgeving inzake inkomsten uit zakelijke activiteiten van persagentschappen in artikelen 9, 20 en 23 van het wetsontwerp herzien en aangepast.
Wat betreft persactiviteiten in cyberspace (artikel 29) hebben het Permanent Comité van het Comité en het opstelbureau, rekening houdend met de standpunten van afgevaardigden in de Nationale Vergadering, artikel 29 van het wetsontwerp herzien en aangepast in de richting van het reguleren van staatsmaatregelen voor persactiviteiten in cyberspace die vergelijkbaar zijn met die voor vier soorten traditionele pers, terwijl onlinediensten worden geïntegreerd en de integriteit van informatie-inhoud die op het nationale digitale persplatform wordt geplaatst en uitgezonden, wordt gewaarborgd.
Tijdens de vergadering werd veel commentaar geleverd op de kwestie van het grondig herzien en waarborgen van de consistentie en uniformiteit van het rechtssysteem, met name de consistentie met het project voor de wetgeving inzake kunstmatige intelligentie (AI). Tijdens deze tiende zitting zal de Nationale Assemblee voor het eerst de wet inzake kunstmatige intelligentie (AI) behandelen en aannemen, die dit keer (gewijzigd) betrekking heeft op het project voor de wetgeving inzake de perswetgeving.
Als agentschap dat verantwoordelijk is voor de beoordeling van het project voor de wetgeving inzake kunstmatige intelligentie (AI), zei Nguyen Thanh Hai, voorzitter van de Commissie voor Wetenschap, Technologie en Milieu, dat de commissie heeft voorgesteld om inhoud toe te voegen met betrekking tot de toepassing en het gebruik van kunstmatige intelligentie (AI) in wetenschappelijk onderzoek, onderwijs en opleiding, en in de pers en media. De regering accepteert echter momenteel de richtlijn dat de inhoud van het gebruik van AI op gespecialiseerde gebieden zal worden gereguleerd in gespecialiseerde wetten. Voorzitter van de commissie, Nguyen Thanh Hai, stelde voor om een "kader"-artikel toe te voegen om consistentie en coördinatie tussen wetten te waarborgen wanneer deze in de praktijk worden gebracht.

In zijn commentaar op het wetsontwerp benadrukte de voorzitter van de Nationale Assemblee, Tran Thanh Man, de noodzaak om de regelgeving te herzien en aan te vullen met betrekking tot: beleid voor de ontwikkeling van de pers; persmanagement in cyberspace en kunstmatige intelligentie (AI); bescherming van de veiligheid van journalisten; licentie- en managementvoorwaarden voor medewerkers; en definities en juridische status.
De voorzitter van de Nationale Vergadering was het er sterk mee eens om de specifieke en haalbare regelgeving inzake persondersteuning en fiscale prikkels voor de pers, zoals vastgelegd in de Wet op de vennootschapsbelasting, aan te passen. Persagentschappen hebben recht op een belastingtarief van 10%, terwijl voorheen alleen de gedrukte pers recht had op dit tarief. Andere persorganisaties kregen nu een belastingtarief van 20%.
De voorzitter van de Nationale Vergadering merkte ook op dat, om het auteursrecht en aanverwante rechten te waarborgen, het wetsontwerp een paragraaf 2, artikel 39 bevat, waarin staat dat agentschappen, organisaties en personen die perswerken gebruiken, een overeenkomst moeten sluiten met het persagentschap in overeenstemming met de wettelijke bepalingen.
De voorzitter van de Nationale Vergadering verzocht de agentschappen om het wetsontwerp zorgvuldig en uitgebreid te bestuderen, met de huidige wetten en gerelateerde wetsvoorstellen die worden gewijzigd en aangevuld, om consistentie en uniformiteit te garanderen in de regelgeving met betrekking tot de pers, wetenschap en technologie, digitale transformatie, informatiebeveiliging, reclame en intellectueel eigendom.
Modernisering van onderwijs en opleiding
Ook gaf het Permanente Comité van de Nationale Assemblee tijdens de ochtendsessie van 4 december advies over het uitleggen, accepteren en herzien van 5 ontwerpen: Wet tot wijziging en aanvulling van een aantal artikelen van de Onderwijswet; Wet op het Hoger Onderwijs (gewijzigd); Wet op het Beroepsonderwijs (gewijzigd); Resolutie van de Nationale Assemblee over doorbraken in de ontwikkeling van onderwijs en opleidingen; Resolutie over het investeringsbeleid voor het nationale doelprogramma voor modernisering en verbetering van de kwaliteit van onderwijs en opleidingen in de periode 2026-2035.
Met betrekking tot enkele kwesties op het gebied van onderwijs en opleiding waar veel afgevaardigden opmerkingen over maakten, meldde het regeringsrapport dat sommige afgevaardigden van de Nationale Vergadering voorstelden om het opleidingsprogramma aan te vullen en graden te erkennen voor de opleiding tot specialist I, specialist II en arts-assistenten, en tegelijkertijd de opleidingstypen te erkennen als postdoctorale opleidingsprogramma's binnen het nationale onderwijssysteem. De regering gaf aan dat het wetsontwerp, naar aanleiding van de meningen van afgevaardigden van de Nationale Vergadering, is herzien in de volgende zin: "Het gespecialiseerde postdoctorale opleidingsprogramma in de gezondheidszorg dat graden toekent aan arts-assistenten en specialisten wordt beheerd door het Ministerie van Volksgezondheid."
Wat betreft het model en systeem van hogeronderwijsinstellingen, zijn sommigen van mening dat het huidige regionale universiteitsmodel met een managementmechanisme met twee niveaus de administratieve tussenlaag vergroot, wat leidt tot organisatorische tekortkomingen. Daarom is het raadzaam om dit model niet te handhaven of in te voeren. Sommigen stellen voor om de herstructurering van regionale universiteiten (naar universiteiten met één niveau) te bestuderen om een gestroomlijnde administratie te garanderen.
De regering legde uit dat de beoordeling van de superioriteit van een universitair model vanuit meerdere invalshoeken moet worden bekeken, samengevat en integraal geëvalueerd. Het wetsontwerp blijft het regionale universitaire model in artikel 12 vastleggen om de missie van het bevorderen van regionale connectiviteit, het bundelen van middelen en het ondersteunen van de sociaaleconomische ontwikkeling van de regio te vervullen.
Na evaluatie heeft de regering vastgesteld dat dit model recentelijk beperkingen heeft vertoond op het gebied van organisatie en werking. Om deze tekortkomingen te verhelpen, is het wetsontwerp bedoeld om de missie en functies duidelijk te definiëren en de eenheid in het interne bestuur van de regionale universiteiten te versterken op het gebied van organisatie, werking, coördinatiemechanisme, decentralisatie en middelengebruik. Tegelijkertijd wordt het apparaat herstructureerd en geperfectioneerd volgens de routekaart, waarbij de tussenfase van regionale universiteiten duidelijk wordt gedefinieerd om het proces van vermindering van het aantal knooppunten te implementeren.
Met betrekking tot het beleid om landelijk één uniforme set leerboeken uit te geven en dit vanaf het schooljaar 2026-2027 te implementeren, stelden veel afgevaardigden voor om de reikwijdte van "verplichte boeken of standaardboeken voor selectie" duidelijk te definiëren. Afgevaardigden stelden ook voor om het beleid van gratis, herbruikbare en gedeelde leerboekenbibliotheken te verduidelijken.
Wat deze inhoud betreft, zei de regering dat de taak is vastgelegd in Resolutie nr. 71 van het Politbureau. In het wetsontwerp staat dat "het Ministerie van Onderwijs en Vorming een reeks algemene leerboeken vaststelt die op uniforme wijze in het hele land moeten worden gebruikt".
Met deze regeling moet worden gewaarborgd dat het Ministerie van Onderwijs en Vorming kan besluiten om een nieuwe set boeken samen te stellen of om bestaande sets boeken te selecteren en te bewerken, afhankelijk van de praktische situatie en het besluit van de bevoegde autoriteit.
"In dit stadium is het niet haalbaar om in de wet vast te stellen of de uniforme set boeken rechtstreeks door de staat zal worden samengesteld of via socialisatie zal worden uitgevoerd, omdat het specifieke plan door de bevoegde autoriteit wordt bestudeerd", aldus het regeringsrapport. De regering bevestigde dat de open regelgeving zoals in het ontwerp de stabiliteit van de wet zal waarborgen en geen aanleiding zal geven tot rigide beperkingen terwijl het beleid nog wordt bestudeerd en de impact ervan wordt beoordeeld.
Daarnaast heeft de regering aangegeven dat het Ministerie van Onderwijs en Opleiding de opdracht heeft gekregen een rapport op te stellen over het plan om vanaf het schooljaar 2026-2027 een uniforme set schoolboeken landelijk in te voeren. Hierbij wordt gezorgd voor publiciteit, transparantie, objectiviteit, zuinigheid en het tegengaan van verspilling.
Tijdens de bijeenkomst benadrukte de voorzitter van de Nationale Assemblee, Tran Thanh Man, dat onderwijs en training een van de zeer belangrijke gebieden is waar kiezers en burgers veel belangstelling voor hebben. De voorzitter van de Nationale Assemblee verzocht de regering om de standpunten van de afgevaardigden van de Nationale Assemblee volledig in zich op te nemen en toe te lichten.
De voorzitter van de Nationale Vergadering merkte ook op dat er vijf belangrijke kwesties zijn die door de regering moeten worden uitgelegd, verduidelijkt en aangepast, waaronder: universitaire autonomie en onderwijsfinanciering; faciliteiten, docenten en lesboeken; digitale transformatie; toepassing van kunstmatige intelligentie (AI) in het onderwijs; specifieke mechanismen en organisatiemodellen.
Met betrekking tot het investeringsbeleid van het Nationaal Doelprogramma voor modernisering en verbetering van de kwaliteit van onderwijs en opleidingen voor de periode 2026-2035 benadrukte de voorzitter van de Nationale Vergadering dat dit een grootschalig programma is, gericht op de modernisering van onderwijs en opleidingen in ons land. De voorzitter van de Nationale Vergadering stelde dat om onderwijs te ontwikkelen, prioriteit moet worden gegeven aan investeringen in digitale transformatie; dat flexibele kapitaalallocatie moet worden gewaarborgd, zodat gemeenten zich proactief kunnen aanpassen aan de actuele omstandigheden; en dat het mechanisme voor kapitaalallocatie en -beheer moet worden geïnnoveerd in overeenstemming met de geest van het bevorderen van decentralisatie en delegeren van bevoegdheden.
Bron: https://baotintuc.vn/thoi-su/bo-sung-cac-chinh-sach-nguon-luc-phat-trien-bao-chi-20251204145051400.htm










Reactie (0)