Op de ochtend van 25 juni heeft de Nationale Vergadering de wet aangenomen die een aantal artikelen van de wet op aanbestedingen wijzigt en aanvult; de wet op investeringen in het kader van het publiek-private partnerschap; de wet op de douane; de wet op de belasting over de toegevoegde waarde; de wet op uitvoer- en invoerbelasting; de wet op investeringen; de wet op overheidsinvesteringen; de wet op het beheer en gebruik van publieke activa (1 wet die 8 wetten wijzigt).
Deze wet treedt in werking op 1 juli 2025.
Minister van Financiën Nguyen Van Thang zei eerder in het verslag over de ontvangst, toelichting en herziening van het wetsontwerp dat de regering, op basis van de meningen van de beoordelaars en de meningen van afgevaardigden van de Nationale Assemblee over het wijzigen van het btw-tarief van 0% voor ter plaatse geëxporteerde goederen die niet onder de douanewet vallen, onderzoek heeft gedaan, een evaluatie heeft uitgevoerd en heeft voorgesteld om een artikel aan het wetsontwerp toe te voegen om de wet op de btw te wijzigen en aan te vullen (door een btw-beleid van 0% toe te voegen voor ter plaatse geëxporteerde goederen).
De naam van het wetsontwerp is dan ook: "Wet tot wijziging en aanvulling van een aantal artikelen van de Wet op aanbestedingen; Wet op investeringen in het kader van het publiek-private partnerschapsmodel; Wet op de douane; Wet op de belasting over de toegevoegde waarde; Wet op uitvoerbelasting en invoerbelasting; Wet op investeringen; Wet op overheidsinvesteringen; Wet op het beheer en gebruik van overheidsactiva".
Staatsbedrijven krijgen autonomie bij inkoop- en aanbestedingsactiviteiten.
Wat betreft enkele specifieke inhoud van de wijziging van de wet op aanbestedingen, zei de minister dat de regering, wat betreft de regelgeving die de selectie van methoden voor de selectie van aannemers toestaat, rekening houdend met de meningen van het Economisch en Financieel Comité en de afgevaardigden van de Nationale Assemblee, deze regelgeving heeft herzien en aangevuld in de richting van het vastleggen van het principe dat investeerders voorrang moeten krijgen bij de toepassing van methoden voor de selectie van aannemers met de eenvoudigste en meest geschikte processen en procedures, zoals aangewezen aanbestedingen, aannemersselectie in speciale gevallen en bestellen.
Naast de bovengenoemde prioriteitsvormen kunnen investeerders kiezen voor andere vormen, zoals openbare aanbesteding, concurrerende aanbesteding en andere vormen die passen bij de omvang en aard van het aanbestedingspakket. Tegelijkertijd moeten we de gevallen waarin de vorm van aangewezen aanbesteding, aannemersselectie in speciale gevallen, beperkte aanbesteding, opdrachtverstrekking... kan worden toegepast, blijven uitbreiden om flexibiliteit in de uitvoeringsorganisatie te garanderen.
Bovenstaande bepalingen hebben de autonomie van investeerders vergroot bij het beslissen over de vormen van aannemersselectie volgens de bepalingen van de wet. Tegelijkertijd is er een flexibel en proactief mechanisme gecreëerd, dat de uitvoering van het beleid van versterking van de decentralisatie en delegeren van bevoegdheden waarborgt en bijdraagt aan het versnellen van de voortgang van de projectuitvoering.
Het wetsontwerp bepaalt ook de bevoegdheid van staatsbedrijven om hun eigen beslissingen te nemen over aanbestedingen en aanbestedingsactiviteiten. Het wetsontwerp wordt daarom gewijzigd in die zin dat staatsbedrijven bij de selectie van aannemers die geen staatskapitaal gebruiken, het recht hebben om hun eigen beslissingen te nemen op basis van publiciteit, transparantie, efficiëntie en verantwoording. Tegelijkertijd worden er bepalingen toegevoegd om inspectie en toezicht te versterken en strikt beheer, risicopreventie en effectief gebruik van het kapitaal van bedrijven te waarborgen.
Door een aantal artikelen van de Wet op investeringen in het kader van de Wet publiek-private samenwerking (PPS) te wijzigen en aan te vullen met betrekking tot het mechanisme voor de verdeling van stijgende en dalende inkomsten, waarbij rekening is gehouden met de standpunten van afgevaardigden van de Nationale Assemblee en de Economische en Financiële Commissie, heeft de regering het ontwerp herzien in de richting van het vaststellen van een ratiokader, met name een verlaging van 75-90% en een verhoging van 110%-125%, waarover bevoegde autoriteiten tijdens het projectvoorbereidingsproces en de onderhandelingen met investeerders kunnen beslissen, om zo flexibiliteit te garanderen.
Voor PPS-projecten in de wetenschap en technologie vereist de regelgeving niet dat investeerders de toegenomen inkomsten in de eerste drie jaar na de start van de exploitatie en de bedrijfsvoering delen. Tegelijkertijd is het toestaan van een 100%-deling van het verschil tussen de werkelijke inkomsten en de inkomsten in het financiële plan in dezelfde periode, indien de werkelijke inkomsten lager zijn, een uitstekend beleid om publiek-private samenwerking op dit gebied te bevorderen en Resolutie 57-NQ/TW te institutionaliseren.
Vroegtijdige wijziging van de Grondwet
De minister wijzigde en vulde een aantal artikelen van de Investeringswet aan met betrekking tot de bevoegdheid om investeringsbeleid goed te keuren. Hij zei dat het wetsontwerp de bevoegdheid van de premier om investeringsbeleid goed te keuren voor zeven groepen investeringsprojecten sterk heeft gedecentraliseerd naar het Provinciaal Volkscomité. Tegelijkertijd zal het ontwerpbesluit tot oprichting van de Investeringswet ook de administratieve procedures voor de goedkeuring van investeringsbeleid en de verlening van investeringsregistratiecertificaten vereenvoudigen.
De minister zei dat de regering bezig is met een samenvatting van de implementatie van de Investeringswet. Tegelijkertijd zal het voorstel om de afschaffing van de procedure voor het accepteren van beleggingspolissen te bestuderen, tijdens dit proces uitgebreid worden bestudeerd en geëvalueerd.
Met betrekking tot de wijziging en aanvulling van een aantal artikelen van de Wet op de overheidsinvesteringen inzake de taak van voorbereiding op terreinsanering, aanvaardt de regering, in overeenstemming met de adviezen van het Economisch en Financieel Comité en de adviezen van de afgevaardigden van de Nationale Assemblee, de aanwijzing om de inhoud van de taak van voorbereiding op terreinsanering niet in de wet te regelen.
"De regering zal doorgaan met het bestuderen en voorstellen van beleid om de Grondwet en andere relevante wetten te wijzigen en de uitvoering van compensatie, ondersteuning en hervestiging voor publieke investeringsprojecten te versnellen", aldus minister Thang.
Wat betreft de decentralisatie van bevoegdheden en de acceptatie van adviezen van bevoegde autoriteiten, bepaalt het wetsontwerp de bevoegdheid van de regering om het jaarlijkse plan voor overheidsinvesteringen aan te passen met behulp van centraal begrotingskapitaal, in gevallen waarin dit de totale centrale begrotingsuitgaven van het hele land, zoals vastgesteld door de Nationale Vergadering, niet overschrijdt. Tegelijkertijd wordt de bevoegdheid om het jaarlijkse plan aan te passen gedecentraliseerd van de Volksraden op alle niveaus naar de Volkscomités op alle niveaus om consistentie met de bepalingen van de Wet op de Staatsbegroting (gewijzigd) te waarborgen.
(Volgens de PLO)
Bron: https://baoyenbai.com.vn/12/352266/Chu-dau-tu-duoc-trao-quyen-chon-nha-thau-tr111ng-truong-hop-dac-biet.aspx
Reactie (0)