Het Ministerie van Onderwijs en Opleiding heeft zojuist een document gepubliceerd met richtlijnen voor het oplossen van de moeilijkheden en problemen bij de toepassing van het model van de lokale overheidsorganisatie met twee niveaus op het gebied van onderwijs en opleiding.
Het Ministerie van Onderwijs en Opleiding heeft een verzoek ontvangen voor specifieke en duidelijke richtlijnen over de bevoegdheid om leiding te geven aan leraren, managementpersoneel, ambtenaren en werknemers bij het hanteren van een lokaal overheidsorganisatiemodel met twee niveaus.

Het recht om directeuren van kleuterscholen, basisscholen en middelbare scholen te benoemen ligt nu bij de voorzitter van het Volkscomité op gemeentelijk niveau.
FOTO: THANH NAM
Het Ministerie van Onderwijs en Opleiding verklaarde: Op 12 juni heeft de regering decreet nr. 142/2025/ND-CP uitgevaardigd, waarin de verdeling van de bevoegdheden van lokale overheden met twee niveaus op het gebied van staatsbeheer van het Ministerie van Onderwijs en Opleiding wordt geregeld (van kracht vanaf 1 juli 2025).
In punt b, lid 4, artikel 40 wordt bepaald dat de directeur van het Departement van Onderwijs en Vorming de bevoegdheid heeft om "leidinggevend personeel in openbare onderwijsinstellingen in de provincie te benoemen".
Op 16 juni 2025 heeft de Nationale Vergadering echter de Wet op de Organisatie van het Lokale Bestuur aangenomen (van kracht vanaf 16 juni 2025). Artikel 23, lid 10, van de wet bepaalt dat de voorzitter van het Volkscomité op gemeentelijk niveau de bevoegdheid heeft om "te beslissen over de benoeming, het ontslag, de overplaatsing en het ontslag van het hoofd en de plaatsvervangend hoofd van gespecialiseerde agentschappen, andere administratieve organisaties en openbare diensten die onder het Volkscomité op zijn/haar niveau vallen".
Volgens het Ministerie van Onderwijs en Opleiding bepaalt artikel 58, lid 3, van de Wet op de bekendmaking van juridische documenten uit 2025 het volgende: "Indien juridische documenten verschillende bepalingen bevatten over hetzelfde onderwerp, is het document met de hoogste juridische werking van toepassing."
Op 24 juli heeft de minister van Onderwijs en Vorming circulaire nr. 15/2025/TT-BGDDT uitgevaardigd, waarin de functies, taken en bevoegdheden van het Departement van Onderwijs en Vorming en het Departement van Cultuur en Sociale Zaken onder de Volkscomités van gemeenten, wijken en speciale zones van provincies en centraal bestuurde steden op het gebied van onderwijs en vorming zijn vastgelegd (van kracht vanaf de datum van ondertekening).
Dienovereenkomstig bepaalt Clausule 2, Artikel 6 van Circulaire 15 dat de bevoegdheid om de hoofden en adjunct-hoofden van openbare onderwijsinstellingen die onder het bestuur vallen, te benoemen, herbenoemen, uit hun functie te ontheffen, te ontslaan... wordt beslist door de voorzitter van het Volkscomité op gemeentelijk niveau.
"Overeenkomstig de bovenstaande regelgeving beslist de voorzitter van het Volkscomité op gemeentelijk niveau over de bevoegdheid om hoofden en plaatsvervangende hoofden van kleuterscholen, basisscholen, middelbare scholen en algemene onderwijsinstellingen met verschillende onderwijsniveaus, waarvan het hoogste niveau het voortgezet onderwijs is, te benoemen, te ontslaan en te ontslaan", aldus het richtsnoer van het Ministerie van Onderwijs en Opleiding.
Criteria voor het bepalen van functies in scholen
Het Ministerie van Onderwijs en Opleiding ontving ook een verzoek om richtlijnen over criteria en procedures voor het bepalen van functies, de personeelsstructuur op basis van beroepstitels en het aantal werknemers dat werkzaam is bij algemene onderwijsinstellingen en openbare gespecialiseerde scholen. Deze richtlijnen moeten als basis dienen voor de juiste implementatie van de regelgeving door de gemeenten.
In dit verband verwees het Ministerie van Onderwijs en Opleiding naar Clausule 4, Artikel 3 van Circulaire nr. 20/2023/TT-BGDDT, waarin het volgende staat: "In bijzondere gevallen waarin het aantal studenten/klas lager of hoger moet zijn dan het gemiddelde niveau per regio zoals voorgeschreven in Clausule 2 van dit Artikel, beslist het Provinciaal Volkscomité over het aantal studenten/klas dat past bij de realiteit."
Het Ministerie van Onderwijs en Vorming geeft het volgende advies: "In bijzondere gevallen, op basis van de huidige omstandigheden (faciliteiten, personeel), berekenen directeuren van onderwijsinstellingen het quotum van studenten/klas en leggen dit voor aan de volkscomités op gemeentelijk niveau.
Het volkscomité op gemeentelijk niveau zal het ministerie van Onderwijs en Opleiding in overweging nemen en hierover verslag uitbrengen, zodat het ministerie van Onderwijs en Opleiding aan de voorzitter van het provinciaal volkscomité een specifieke regeling kan voorleggen over het aantal studenten dat het voorgeschreven maximum overschrijdt of onderschrijdt, in overeenstemming met de werkelijke situatie van elke onderwijsinstelling in het gebied, teneinde bijzondere situaties op te lossen die zich voordoen tijdens de uitvoering van Circulaire nr. 20.
Bron: https://thanhnien.vn/chu-tich-ubnd-cap-xa-bo-nhiem-hieu-truong-hieu-pho-mam-non-tieu-hoc-thcs-185250731125417252.htm






Reactie (0)