- Besluit nr. 28/2021/QD-UBND van het Provinciaal Volkscomité, uitgevaardigd in mei 2021, bepaalt de vergoeding voor het gebruik van zeegebieden. Dit besluit is al meer dan vier jaar van kracht. Kunt u ons iets vertellen over de resultaten van de toewijzing van zeegebieden in de afgelopen periode en de impact van de huidige vergoeding op organisaties en individuen?
Volgens Besluit nr. 28/2021/QD-UBND is de vergoeding voor het gebruik van zeegebieden van toepassing op 5 groepen activiteiten: onderdompeling; aanleg van zeehavens, drijvende havens, offshore olie- en gashavens en andere havens en kades; aanleg van kabelbanen, drijvende en onderwaterconstructies, landaanwinning, kunstmatige eilanden, civiele werken en andere constructies op zee; aanleg van ondergrondse pijpleidingsystemen, installatie van telecommunicatie- en elektriciteitskabels; aquacultuur en aanleg van vissershavens. Van deze activiteiten is voor aquacultuur het door de overheid vastgestelde maximumtarief van 7,5 miljoen VND/ha/jaar van toepassing.
Op 30 mei 2025 hadden de belastingautoriteiten 21 besluiten ontvangen van bevoegde instanties betreffende de toewijzing van zeegebieden, voornamelijk aan bedrijven en coöperaties, met een totaal verschuldigd bedrag van bijna 85 miljard VND; tot op heden is meer dan 8,15 miljard VND geïnd, waardoor er nog ongeveer 76,78 miljard VND onbetaald is (gedeeltelijk nog niet verschuldigd, of waarvoor uitstel is verleend).
Uit de praktische toepassing en de samenwerking tussen de verschillende instanties is gebleken dat de tarieven voor aquacultuur zoals vastgelegd in Besluit 28/2021/QD-UBND niet aansluiten bij de sociaaleconomische omstandigheden en de unieke productiekenmerken van de visserijsector, die afhankelijk is van de natuur en hoge risico's kent. Zo heeft tyfoon nr. 3 in 2024 bijvoorbeeld grote schade aangericht, waardoor de aquacultuuractiviteiten zich nog steeds niet volledig hebben hersteld.
Met de huidige maximale vergoeding bedragen de kosten voor het gebruik van het zeegebied 15-25% van de totale directe productiekosten, en in sommige projecten zelfs bijna 30%. Dit legt een aanzienlijke druk op organisaties, vermindert de economische efficiëntie en de aantrekkelijkheid voor investeringen, vooral in de context van de visserijsector die constant wordt getroffen door natuurrampen. Als de vergoeding daarentegen wordt verlaagd naar 4 miljoen VND/ha/jaar (het minimumniveau zoals vastgelegd in punt d, clausule 1, artikel 34 van Regeringsbesluit 11/2021/ND-CP van 10 februari 2021), zouden de kosten slechts 8-13,3% van de totale directe productiekosten bedragen. Dit zou de aantrekkelijkheid voor investeringen vergroten, grootschalige en moderne modellen voor aquacultuur stimuleren en zo een positieve bijdrage leveren aan de groei van de landbouw-, bosbouw- en visserijsector van de provincie.
- Gezien bovenstaande situatie heeft het Ministerie van Landbouw en Milieu op 11 augustus document nr. 6872/SNN&MT-CCBTS uitgegeven, waarin het Provinciale Volkscomité wordt voorgesteld de vergoeding voor het gebruik van het zeegebied aan te passen. Kunt u de inhoud en de grondslag van dit voorstel toelichten?
+ Door onderzoek en directe samenwerking met aquacultuurbedrijven hebben we vastgesteld dat het voorstel om de heffing te verlagen gerechtvaardigd is en aansluit bij de wensen van de lokale bevolking, bedrijven en burgers. Veel provincies met een sterke positie in de mariene aquacultuur, zoals Kien Giang en Thanh Hoa, hanteren al een heffing van 4 miljoen VND/ha/jaar; Khanh Hoa hanteert een flexibel tarief van 4-7,5 miljoen VND/ha/jaar, afhankelijk van de oppervlakte, en heeft bovendien van de Nationale Assemblee een speciale regeling gekregen voor langdurige vrijstellingen en kortingen om investeringen aan te trekken.
Juridisch gezien bepaalt artikel 34, lid 2, van decreet nr. 11/2021/ND-CP dat de provinciale volkscomités elke vijf jaar specifieke tarieven moeten vaststellen, gebaseerd op het prijskader en de sociaaleconomische omstandigheden. Besluit nr. 28/2021/QD-UBND is echter pas vier jaar en zeven maanden van kracht; daarom zijn wijzigingen en aanvullingen in de periode 2021-2026 volkomen terecht, vooral wanneer zich actuele kwesties voordoen die een tijdige oplossing vereisen.
Daarom heeft het Departement van Landbouw en Milieu een voorstel ingediend bij het Provinciaal Volkscomité om de heffing voor de aanleg van aquacultuur- en vissershavens te verlagen naar 4 miljoen VND/hectare/jaar en de geldigheidsduur te verlengen van 25 mei 2021 tot 24 mei 2026, zodat een volledige cyclus van vijf jaar wordt gewaarborgd zoals vastgelegd. Het verlagen van de heffing verlicht niet alleen de directe problemen voor bedrijven, maar is ook een strategische stap om de concurrentiekracht van de visserijsector in Quang Ninh te vergroten. Wanneer de kosten op een eerlijke manier worden verdeeld, komen investeringsmiddelen vrij, wat een impuls geeft aan de ontwikkeling van moderne en duurzame aquacultuurgebieden en bijdraagt aan de verwezenlijking van de ambitie van de provincie om de open zee te bereiken.
Hartelijk dank, meneer!
Bron: https://baoquangninh.vn/dieu-chinh-muc-thu-tien-su-dung-khu-vuc-bien-de-gia-tang-suc-canh-tranh-cho-nganh-thuy-san-3371941.html






Reactie (0)