Op 9 mei 2024 vaardigde het Politbureau Verordening nr. 144-QD/TW uit over revolutionaire ethische normen voor kaderleden en partijleden in de nieuwe periode, waarin de criteria van "ijver, spaarzaamheid, integriteit, oprechtheid en onpartijdigheid" duidelijk werden gedefinieerd. Deze kernkwaliteiten van revolutionaire kaderleden zijn door de jaren heen benadrukt in vele werken van president Ho Chi Minh, documenten van het Partijcongres, resoluties, richtlijnen en conclusies van het Centraal Uitvoerend Comité, het Politbureau en het Secretariaat.
In het werk "Diligence, Thrift, Integrity and Uprightness" uit 1949 schreef president Ho Chi Minh : "De hemel heeft vier seizoenen: lente, zomer, herfst en winter. De aarde heeft vier windrichtingen: oost, west, zuid en noord. Mensen hebben vier deugden: ijver, spaarzaamheid, integriteit en oprechtheid. Als één seizoen ontbreekt, kan de hemel niet gemaakt worden. Als één windrichting ontbreekt, kan de aarde niet gemaakt worden. Als één deugd ontbreekt, kan de mens niet gemaakt worden."
President Ho Chi Minh legde ook gedetailleerd uit wat ijver, spaarzaamheid, integriteit en oprechtheid zijn en hoe je ijverig, spaarzaam, integriteit en oprecht kunt zijn. Concreet betekent ijver en spaarzaamheid ijverig, ijverig en zuinig zijn in arbeid en productie om het land op te bouwen. Integriteit en oprechtheid zijn jezelf rein en oprecht houden, niet hebzuchtig zijn, geen publieke eigendommen stelen, de bevolking niet uitbuiten, altijd nationale zaken vooropstellen, vóór privézaken en familiezaken.
Dit zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden kwaliteiten van revolutionaire kaders. De eigenschap ‘integriteit en oprechtheid’ heeft een diepgaande praktische betekenis bij het voorkomen, tegengaan en bestrijden van degradatie op het gebied van politieke ideologie, ethiek, levensstijl, corruptie en negativiteit onder kaders en partijleden.
Dit zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden kwaliteiten van revolutionaire kaders. De eigenschap ‘integriteit en oprechtheid’ heeft een diepgaande praktische betekenis bij het voorkomen, tegengaan en bestrijden van degradatie op het gebied van politieke ideologie, ethiek, levensstijl, corruptie en negativiteit onder kaders en partijleden.
Bij het samenstellen van een kadercontingent besteedt onze partij altijd aandacht aan en stuurt zij de ontwikkeling aan van de twee kwaliteiten "integriteit en oprechtheid", die zij beschouwt als belangrijke criteria voor een echt kader. Het 13e Partijcongres benadrukte dat kaderleden "eerlijk en niet opportunistisch" moeten zijn en "geen onwaardige mensen, mensen die niet aan de normen voldoen, tekenen van politiek opportunisme en machtsambities vertonen, mogen toelaten tot het contingent van leiders en managers op alle niveaus...".
Om dit beleid uit te voeren, besteden partijorganisaties regelmatig aandacht aan het opleiden en verbeteren van de integriteit en oprechtheid van partijleden en -functionarissen. Zo dragen ze bij aan het voorkomen van degradatie op het gebied van politieke ideologie, ethiek en levensstijl en aan de strijd tegen corruptie en negativiteit.
De laatste tijd zijn de corruptie en negativiteit in sommige gebieden echter complex en ernstig geworden. Veel ernstige schendingen hebben geleid tot bijzonder ernstige gevolgen, die frustraties bij kaderleden, partijleden en de bevolking hebben veroorzaakt. Een van de belangrijkste redenen voor de bovengenoemde situatie is dat de inspanningen om corruptie en negativiteit te voorkomen op veel plaatsen nog steeds formeel en niet echt effectief zijn.
Met name oplossingen voor het "niet willen" van corruptie en negativiteit hebben niet echt de aandacht, leiding, richting en goede implementatie gekregen van sommige partijcomités en -organisaties. Dit geldt met name voor het werk om ethiek en integriteit te onderwijzen en een cultuur van integriteit op te bouwen.
Het versterken van het leiderschap van de partij op het gebied van integriteitseducatie om corruptie en negativiteit te voorkomen, is een vereiste voor partijcomités op alle niveaus, instanties en afdelingen van vandaag. De eerste onderwerpen zijn kaderleden, partijleden en degenen die door het volk zijn toevertrouwd.
Om het integriteitsonderwijs te versterken, moeten partijcomités, -agentschappen en -eenheden de propaganda opvoeren en het bewustzijn onder kaderleden en partijleden vergroten over de inhoud en betekenis van de integriteitskwaliteiten die de afgelopen jaren zijn aangevuld en verduidelijkt in partijdocumenten, met name Verordening nr. 144-QD/TW van het Politbureau.
Integriteitseducatie moet worden beschouwd als een belangrijke, regelmatige en langetermijntaak bij het opbouwen en verbeteren van de partij en het politieke systeem. Vergroot het bewustzijn van zelfontplooiing en training van kaders en partijleden; bevorder de voorbeeldrol van kaders en partijleden, met name de hoofden van agentschappen en eenheden.
Partijcomités op alle niveaus versterken de richting van innovatie in de inhoud en methoden van integriteitsonderwijs op scholen; allereerst voor academies, scholen en politieke opleidingscentra. Ontwikkel educatieve content die geschikt is voor elke doelgroep.
Diversifieer lesmethoden, zoals het onderzoeken en maken van de inhoud van integriteitseducatie een apart vak, het ontwikkelen van aparte thema's, het integreren van professionele training. Richt u tegelijkertijd op het creëren van een schone, gezonde, gedisciplineerde en ordelijke werkomgeving, het creëren van een cultuur van integriteit in organisaties, agentschappen en eenheden. Zorg voor een mentaliteit waarbij corruptie bij alle kaderleden en partijleden 'niet is toegestaan'.
Bron: https://nhandan.vn/giao-duc-liem-chinh-de-phong-ngua-tham-nhung-tieu-cuc-tu-goc-post832245.html






Reactie (0)