Verminder 17 algemene afdelingen en organisaties die gelijkwaardig zijn aan algemene afdelingen
Op de ochtend van 17 november hield het Permanent Comité van de Nationale Assemblee (NASC) een conferentie om de implementatie van het toezichtprogramma van de Nationale Assemblee in 2024 te bespreken.
Trieu Van Cuong, plaatsvervangend minister van Binnenlandse Zaken, presenteerde een rapport over de resultaten van de uitvoering van taken door het Ministerie van Binnenlandse Zaken via toezichthoudende activiteiten en stelde oplossingen voor om het toezichtprogramma van de Nationale Assemblee in 2024 effectief uit te voeren.
Met betrekking tot de hervorming van het staatsbestuur, die moet worden gestroomlijnd, effectief en efficiënt moet functioneren, en waarbij zuinigheid moet worden betracht en verspilling moet worden bestreden, zei de heer Cuong dat de reorganisatie van het staatsbestuur op centraal en lokaal niveau heeft geleid tot een vermindering van 17 algemene departementen en organisaties die gelijkwaardig zijn aan algemene departementen; een vermindering van 10 departementen; een vermindering van 145 departementen en besturen die onder algemene departementen en onder ministeries vallen; en in feite een vermindering van het aantal kamers binnen departementen.
Wat betreft de organisatie en consolidatie van lokale beroepsorganisaties werden 7 departementen en 2.159 kantoren onder de departementen en volkscomités op districtsniveau teruggebracht.
Wat betreft het aantal adjunct-directeuren van administratieve organisaties, voor ministeries en afdelingen, zullen deze, na de organisatorische indeling van ministeries en afdelingen, moeten worden teruggebracht volgens het stappenplan voor 61 algemeen directeuren (14 algemeen directeuren en 47 adjunct-algemeen directeuren), 17 afdelingshoofden van ministeries, 63 afdelingshoofden van ministeries en 404 afdelingshoofden van algemene afdelingen. Organisaties die fuseren of fuseren en het aantal adjunct-directeuren verhogen, zullen zich moeten organiseren volgens het stappenplan dat is voorgeschreven in Decreet nr. 101.
Onderminister van Binnenlandse Zaken Trieu Van Cuong.
Voor gemeenten geldt dat zij, op basis van de overheidsvoorschriften betreffende criteria voor het bepalen van het aantal afgevaardigden en de resultaten van de administratieve organisatie, het leiderschaps- en managementpersoneel op alle niveaus binnen hun bestuursbereik hebben herzien en geherstructureerd.
Voor organisaties die fuseren of fuseren, zal de verhoging van het aantal afgevaardigden moeten worden geregeld volgens het stappenplan dat is vastgelegd in Besluit nr. 107 van de regering.
Wat betreft innovatie in het organisatie- en managementsysteem, verbetering van de kwaliteit en efficiëntie van de eenheden van de publieke dienstverlening: het inrichten van knooppunten van eenheden van de publieke dienstverlening van ministeries, afdelingen en lokale overheden, voor ministeries en afdelingen zijn er 1.035 eenheden, een afname van 98 eenheden, wat overeenkomt met een afname van 8,6%;
Voor de gemeenten zijn er 46.653 eenheden, een afname van 7.631 eenheden, wat neerkomt op een afname van 14,05%. Ministeries, afdelingen en gemeenten hebben het Autonomieproject voor de eenheden onder hun beheer proactief herzien en goedgekeurd. Dit project dient als basis voor de implementatie van de doelstelling om 10% van de eenheden in de publieke dienstverlening financieel autonoom te maken, zoals vereist in Resolutie nr. 19.
Wat betreft het beheer van de salarisadministratie en het stroomlijnen van het personeel, bedroeg het aantal werknemers (loopbaanloonadministratie) dat in 2021 salarissen ontving uit de staatsbegroting bij overheidsdiensten 1.789.585 personen, een daling van 236.366 personen, wat neerkomt op een daling van 11,67%. Daarmee overschreed het de doelstelling van een minimale vermindering van 10% volgens de resolutie van de partij.
Om de verwezenlijking van de doelstelling te waarborgen om het aantal ambtenaren met 5% te verminderen en het aantal vaste medewerkers dat salarissen ontvangt uit de staatsbegroting met 10% te verminderen tegen 2026 ten opzichte van 2021, heeft het Politbureau besluiten genomen om het aantal medewerkers voor de periode van 5 jaar (2022-2026) toe te wijzen aan agentschappen van het politieke systeem.
Bijna 66.000 leraren toegevoegd aan de loonlijst
Met betrekking tot het toevoegen van lerarenposities en de kwestie van salarissen, regimes en beleid voor het onderwijzend personeel, zei de heer Cuong dat om het overschot en tekort aan leraren in de regio's aan te pakken, de regering onmiddellijk aan het Politbureau rapporteerde om 65.980 lerarenposities toe te voegen, waarvan 27.850 voor het schooljaar 2022-2023.
Voor het schooljaar 2023-2024 heeft de regering het Ministerie van Binnenlandse Zaken belast met de coördinatie met het Ministerie van Onderwijs en Opleiding om het overschot en tekort aan leraren op elk onderwijsniveau in kaart te brengen, teneinde aan de behoeften van de lokale overheden te voldoen.
Tegelijkertijd heeft de regering decreet nr. 111 uitgevaardigd, waarin is vastgelegd dat gemeenten die niet over voldoende quota beschikken, contracten met leraren mogen afsluiten volgens de regelgeving, zodat er tijdig wordt gezorgd voor voldoende personeel in openbare onderwijsinstellingen.
Met betrekking tot de implementatie van de hervorming van het salarisbeleid, met inbegrip van de salarissen van leraren, zei de heer Cuong dat de implementatie van Resolutie nr. 27 van de 7e Centrale Conferentie, Sessie XII;
Conclusie nr. 20 en Resolutie nr. 75, Resolutie nr. 101, de regering bracht verslag uit aan het Regeringspartijcomité om verslag uit te brengen aan het Centraal Uitvoerend Comité, verslag uit te brengen aan de Nationale Assemblee over de resultaten en het stappenplan voor de hervorming van het salarisbeleid voor kaderleden, ambtenaren, overheidspersoneel, strijdkrachten en werknemers in bedrijven overeenkomstig Resolutie nr. 27.
In het bijzonder werd een routekaart voor salarishervorming voor kaderleden, ambtenaren, overheidspersoneel en strijdkrachten voorgesteld, met de inhoud van de salarishervorming van 2006, overeenkomstig Resolutie nr. 27 (die naar verwachting vanaf 1 juli 2024 in werking zal treden).
6 Inhoud van de salarishervorming overeenkomstig Resolutie nr. 27 (naar verwachting vanaf 1 juli 2024 van kracht).
Leraren in het kleuteronderwijs en het basisonderwijs hebben recht op salarissen en salaristoeslagen op basis van locatie of functietoewijzing, net zoals ambtenaren in het algemeen. Daarnaast hebben ze recht op voorkeursregelingen, zoals: voorkeurstoeslag voor leraren; anciënniteitstoelage (gebruikt voor de berekening van sociale verzekeringsbijdragen en uitkeringen).
Leraren die in sectoren met bijzonder moeilijke sociaal-economische omstandigheden werken, hebben ook recht op: Aantrekkingstoelage; voorkeurstoelage op basis van beroep (70%); toeslag voor langdurig werk in bijzonder moeilijke sectoren; toeslag; mobiliteitstoelage; toeslag voor het lesgeven in talen van etnische minderheden.
Hoewel ze recht hebben op speciale toeslagen en voorrechten, waardoor ze een hoger totaal inkomen hebben (salaris en toeslagen) dan in andere sectoren en beroepen, kennen kleuter- en basisschoolleraren nog steeds veel moeilijkheden in hun leven.
"Wanneer het salarishervormingsbeleid wordt geïmplementeerd volgens resolutie nr. 27, zal het leven van leraren in de komende tijd verbeteren", benadrukte de heer Cuong.
De heer Cuong heeft de groep oplossingen voor de implementatie van het toezichtprogramma van de Nationale Assemblee en het Permanent Comité van de Nationale Assemblee in 2024 duidelijk uiteengezet. Dienovereenkomstig zijn gespecialiseerde toezichtonderwerpen gekozen, waarbij nauwlettend de realiteit van actuele en urgente kwesties in het economische en sociale leven wordt gevolgd, die actueel, dringend, strategisch en op de lange termijn van aard zijn, om gericht en cruciaal toezicht uit te voeren .
Bron






Reactie (0)