Op 22 april gaf de vaste commissie van de Nationale Vergadering haar advies over het wetsontwerp inzake stedelijke en landelijke planning. De heer Bui Van Cuong, secretaris-generaal van de Nationale Vergadering, was het eens met de noodzaak van de afkondiging van de wet en zei dat de afkondiging van het wetsontwerp inzake stedelijke en landelijke planning beoogt de richtlijnen en het beleid van de partij te institutionaliseren, te voldoen aan de eisen van duurzame ontwikkeling en een belangrijk wetsontwerp is, samen met het wetsontwerp inzake grond, de wet inzake huisvesting en de wet inzake onroerend goed.
Volgens de heer Cuong zal dit project bijdragen aan de verfijning van het wettelijk kader voor grondbeheer en infrastructuurontwikkeling. Het is echter noodzakelijk om de regelgeving op functioneel gebied in de Bouw- en Grondwet te herzien om conflicten en overlappingen te voorkomen en consistentie in de regelgeving te waarborgen.
Naar aanleiding van de deelname aan het evaluatieproject van het Wetsvoorstel door de Economische Commissie van de Nationale Vergadering, suggereerde de heer Le Quang Huy, voorzitter van de Commissie Wetenschap, Technologie en Milieu van de Nationale Vergadering, dat het noodzakelijk is om de technische economische indicatoren, normen en technische voorschriften te vergelijken, te herzien en opnieuw te evalueren, op welke basis en hoe deze moeten worden uitgegeven, en de relatie van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en de daaraan gerelateerde gespecialiseerde wetten te herzien. In het bijzonder is het noodzakelijk om artikel 46 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening te herzien en te vergelijken.
Volgens Hoang Thanh Tung, voorzitter van de wetgevingscommissie van de Nationale Vergadering, is het wetsontwerp in principe gebaseerd op de overgenomen bepalingen van de Wet op de Stadsontwikkeling uit 2009 en de overgenomen bepalingen over plattelandsontwikkeling en functionele gebiedsinrichting van de Wet op de Bouw uit 2014.
De heer Tung oordeelde dat het wetsontwerp is herzien om consistentie met de Planningswet van 2017 te waarborgen. De heer Tung stelde echter voor dat de opsteller van het ontwerp de herziening zou voortzetten om het detailniveau en de relatie tussen planningstypen in het stedelijke en landelijke planningssysteem te bepalen, en daarbij een duidelijk onderscheid te maken tussen de rollen en functies van elk type planning en elk planningsniveau, om zo duplicatie en overlapping tussen planningstypen te voorkomen.
Tijdens de vergadering oordeelde Vuong Dinh Hue, voorzitter van de Nationale Assemblee, dat het wetsontwerp een voortzetting was van de huidige Wet op de Ruimtelijke Ordening. Daarnaast concretiseerde het de inhoud, voegde het een aantal nieuwe regels toe, loste het knelpunten en tekortkomingen op en zorgde het voor consistentie in het rechtssysteem.
Volgens de voorzitter van de Nationale Vergadering moet het wetsontwerp worden herzien om de relatie tussen verstedelijking en nieuwe plattelandsontwikkeling te verduidelijken en te verduidelijken. De relatie tussen verstedelijking en stedelijke economische ontwikkeling. Planning voor aanpassing aan klimaatverandering. Stedenbouwkundige normen en criteria met betrekking tot bevolkingsdichtheid en infrastructuur om de balans tussen stedelijke ontwikkeling in breedte en stedelijke ontwikkeling te berekenen volgens het TOD-model. Essentiële criteria voor stadsplanning en plattelandsplanning.
De voorzitter van de Nationale Vergadering stelde ook een herziening voor om ervoor te zorgen dat het rechtssysteem consistent is met gerelateerde wetten, waaronder wetsontwerpen zoals de Wet op het beheer van stedelijke ontwikkeling, maar ook huidige wetten zoals de Wet op de ruimtelijke ordening, de Wet op overheidsinvesteringen, de Wet op de staatsbegroting, de Wet op de bosbouw en de Wet op de milieubescherming.
Ter afsluiting van de bijeenkomst zei Nguyen Duc Hai, vicevoorzitter van de Nationale Vergadering, dat het Permanent Comité van de Nationale Vergadering had voorgesteld dat de regering door zou gaan met het herzien en vollediger institutionaliseren van het partijbeleid op het gebied van planning, bouw, beheer en duurzame ontwikkeling van Vietnamese stedelijke gebieden, en de stedelijke en plattelandsplanning zou voltooien om te voldoen aan de vereisten van duurzame en langetermijnontwikkeling, waarbij de harmonie tussen economische ontwikkeling en culturele en sociale factoren wordt gewaarborgd, het milieu wordt beschermd, stedelijke en plattelandsgebieden worden verbonden en de ontwikkeling van regio's in het hele land wordt ondersteund.
Bron
Reactie (0)