Wijzig de manier waarop landgebruiksvergoedingen worden berekend bij het verlenen van certificaten
Met betrekking tot de methode voor het berekenen van grondgebruiksvergoedingen bij het verlenen van certificaten van grondgebruiksrechten en eigendom van aan grond verbonden activa (certificaten) in gevallen van gebruik van grond die is toegewezen zonder de juiste bevoegdheid zoals voorgeschreven in artikel 140 van de Grondwet, heeft Besluit nr. 291/2025/ND-CP de punten a, b, c, Clausule 3, Artikel 12 van Besluit nr. 103/2024/ND-CP gewijzigd en aangevuld, waarin de methode wordt vastgelegd voor het berekenen van grondgebruiksvergoedingen voor huishoudens en individuen die certificaten hebben gekregen van bevoegde staatsinstanties zoals voorgeschreven in Punt a, Clausule 3, Artikel 140 van de Grondwet.

Volgens de nieuwe regelgeving worden de grondgebruikskosten voor huishoudens en personen die een certificaat hebben gekregen van een bevoegde overheidsinstantie zoals voorgeschreven in punt a en punt b, clausule 3, artikel 140 van de Grondwet van 2024, als volgt berekend:
a) Indien een certificaat van grondgebruiksrechten en eigendom van aan grond verbonden activa (certificaat) is verleend overeenkomstig de bepalingen van punt a en punt b, clausule 3, artikel 140 van de Grondwet van 2024 zonder documenten waaruit de betaling voor het grondgebruik blijkt, wordt de grondgebruikvergoeding voor het gebied waarvoor een certificaat voor residentieel land is verleend, als volgt berekend:
Grondgebruiksvergoeding = oppervlakte van de grond waarvoor het certificaat voor residentieel gebruik is afgegeven x prijs voor residentieel gebruik zoals vermeld in de grondprijslijst x 70%.
b) Indien een certificaat is verleend volgens de bepalingen in punt a en punt b, clausule 3, artikel 140 van de Grondwet 2024, en er documenten zijn waaruit blijkt dat het volledige bedrag is betaald voor het gebruik van het land volgens de bepalingen in clausule 5 van dit artikel, hoeven er geen grondgebruikskosten te worden betaald.
Indien er een document is waaruit blijkt dat de grondgebruiksvergoeding is betaald, maar de betaalde vergoeding voor het grondgebruik lager is dan de wettelijk voorgeschreven vergoeding op het moment van betaling, wordt het betaalde bedrag omgezet in een percentage van het grondoppervlak waarvoor de grondgebruiksvergoeding is betaald overeenkomstig het beleid en de grondprijs op het moment van betaling; de grondgebruiksvergoeding voor het resterende grondoppervlak wordt berekend overeenkomstig de bepalingen onder punt a van dit artikel op het moment van indiening van een volledige en geldige aanvraag voor een certificaat.
c) Voor het resterende gebied zoals voorgeschreven in punt c, clausule 3, artikel 140 van de Grondwet van 2024, indien dit wordt erkend voor residentiële gronddoeleinden (indien van toepassing) en een certificaat wordt verleend, worden grondgebruikskosten geïnd ter hoogte van 100% van de grondgebruikskosten, berekend volgens het beleid en de residentiële grondprijzen zoals voorgeschreven in de grondprijslijst op het moment dat een volledige en geldige aanvraag voor een certificaat wordt ingediend.
Wijziging van de regelgeving inzake vrijstelling en verlaging van grondgebruiksvergoedingen
Met Besluit nr. 291/2025/ND-CP worden een aantal clausules van artikel 17 van Besluit nr. 103/2024/ND-CP gewijzigd en aangevuld, waarin de beginselen voor de uitvoering van de vrijstelling en verlaging van grondgebruiksvergoedingen worden vastgelegd voor onderwerpen die in aanmerking komen voor vrijstelling en verlaging van grondgebruiksvergoedingen.
Meer specifiek wijzigt Decreet nr. 291/2025/ND-CP de bepalingen van clausule 1, artikel 17 van Decreet nr. 103/2024/ND-CP in die zin dat huishoudens en personen die in aanmerking komen voor vrijstelling of vermindering van grondgebruiksvergoedingen, eenmalig worden vrijgesteld of verminderd voor de toegewezen oppervlakte woonoppervlakte. Tegelijkertijd verduidelijkt het het principe van vrijstelling of vermindering van grondgebruiksvergoedingen voor huishoudens en personen die tot een etnische minderheid behoren, dat alleen van toepassing is op etnische minderheden die wonen op plaatsen waar grond...
Overeenkomstig wijzigt en vult Besluit nr. 291/2025/ND-CP Clausule 1, Artikel 17 aan als volgt: Huishoudens en personen die in aanmerking komen voor vrijstelling of vermindering van grondgebruikskosten overeenkomstig de bepalingen van Artikelen 18 en 19 van Besluit nr. 103/2024/ND-CP, worden slechts eenmaal vrijgesteld of verminderd voor grondgebruikskosten voor het grondoppervlak binnen de toewijzingslimiet voor residentiële grond wanneer de staat grond toewijst voor huisvesting of toestemming heeft om het grondgebruiksdoel te wijzigen van ander land naar residentieel land of is erkend voor residentiële gronddoeleinden overeenkomstig de bepalingen van de wet op grond.
Vrijstelling en vermindering van grondgebruikskosten voor arme huishoudens, personen en etnische minderheden zijn alleen van toepassing op huishoudens en personen die (permanent) wonen op de plaats waar het land zich bevindt; registratie van vrijstellingen en verminderingen van grondgebruikskosten wordt uitgevoerd volgens de bepalingen van de wet op belastingbeheer.
Tegelijkertijd wijzigt en vult Decreet nr. 291/2025/ND-CP clausule 5, artikel 17 van Decreet nr. 103/2024/ND-CP aan als volgt: Vrijstelling of vermindering van grondgebruikskosten is niet van toepassing in gevallen van veiling van grondgebruiksrechten om grond toe te wijzen waarvoor grondgebruikskosten zijn geïnd; grond voor de bouw van commerciële woningen zoals voorgeschreven in punt a, clausule 1, artikel 157 van de Grondwet van 2024.
Vrijstelling en vermindering van grondgebruiksvergoedingen in gevallen van grondtoewijzing voor hervestiging worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van het Besluit van de regering inzake compensatie, ondersteuning en hervestiging wanneer de staat grond terugkrijgt. In het bijzonder vrijstelling en vermindering van grondgebruiksvergoedingen voor mensen die moeten verhuizen wanneer de staat grond terugkrijgt vanwege risico's die het menselijk leven bedreigen en in gevallen waarin de staat grond terugkrijgt die aan huizen vastzit en moeten verhuizen zonder te voldoen aan de voorwaarden voor compensatie voor woongrond en zonder andere woonplaats te hebben in de administratieve eenheid op gemeentelijk niveau waar de grond wordt teruggewonnen overeenkomstig de bepalingen van Punt b, Punt l, Clausule 1, Artikel 157 van de Grondwet van 2024 worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van Punt c, Clausule 1, Artikel 18, Clausule 1, Artikel 19 van Besluit nr. 103/2024/ND-CP.
Met betrekking tot de beginselen voor de behandeling van gevallen waarin bevoegde overheidsinstanties ontdekken dat grondgebruikers zijn vrijgesteld of verlaagd van grondgebruiksvergoedingen en grondhuren, maar niet voldoen aan de voorwaarden voor vrijstelling of verlaging volgens de regelgeving, wordt clausule 6, artikel 17 van besluit nr. 103/2024/ND-CP gewijzigd en aangevuld in de volgende richting:
- Regelgeving over de berekening van het bedrag aan grondgebruiksvergoedingen en grondhuren die zijn vrijgesteld of verminderd en die moeten worden geïnd volgens het beleid en de grondprijzen op het moment dat de grondgebruiksvergoedingen en grondhuren worden berekend volgens de regelgeving (het moment van de beslissing over de grondtoewijzing, grondpachten, wijziging van het grondgebruiksdoel, ... of het moment van de feitelijke grondoverdracht).
- Maak onderscheid tussen gevallen waarin bevoegde overheidsinstanties constateren dat niet aan de voorwaarden voor vrijstelling of verlaging is voldaan of dat het grondgebruik niet voor het juiste doel wordt gebruikt, en gevallen waarin gebruikers verzoeken om geen prikkels toe te passen (vrijwillige betaling van grondgebruiksvergoedingen en grondhuur) voor de periode waarin zij zijn vrijgesteld of verlaagd, omdat zij niet langer voldoen aan de voorwaarden voor vrijstelling of verlaging, om de berekening van vrijgestelde of verlaagde grondgebruiksvergoedingen en grondhuur die voor elk geval moeten worden geïnd, dienovereenkomstig te regelen.
- Meer specifiek de verantwoordelijkheden van belastingdiensten en landbeheersinstanties vastleggen bij het berekenen, innen en betalen van de bedragen aan grondgebruiksvergoedingen en grondhuren die zijn vrijgesteld of verlaagd en moeten worden geïnd.
Bron: https://baohatinh.vn/quy-dinh-moi-ve-tinh-tien-su-dung-dat-khi-cap-giay-chung-nhan-post299078.html






Reactie (0)