De dam brak op 11 september buiten Derna, een kuststad in Oost-Libië, nadat orkaan Daniel het land had getroffen. Hulporganisaties schatten het dodental op 4.000 tot 11.000.
De stad Derna na de ramp. Foto: France24
Volgens een verklaring van het kantoor van procureur-generaal al-Sidiq al-Sour was ook burgemeester Abdel-Moneim al-Ghaithi van Derna, die na de ramp werd ontslagen, onder de ondervraagden.
Het Openbaar Ministerie heeft tevens bevolen dat ambtenaren van het Water Resources Agency en de Dam Authority in afwachting van de afronding van het onderzoek worden vastgehouden, zo staat in de verklaring.
Ze worden nu verhoord in verband met vermeend wanbeheer, nalatigheid en fouten die hebben bijgedragen aan de ramp. Volgens de aanklagers hebben de functionarissen onvoldoende bewijs geleverd om aan te tonen dat ze vóór de ramp verantwoordelijk handelden.
De dammen werden in de jaren zeventig gebouwd door een bouwbedrijf uit het voormalige Joegoslavië in de Wadi Derna-vallei.
De dammen moeten de stad beschermen tegen plotselinge overstromingen. In 2007 werd ook een Turks bedrijf ingehuurd om het onderhoud aan de twee dammen uit te voeren.
Uit een staatsauditrapport uit 2021 bleek dat de twee dammen niet waren onderhouden, ondanks dat er in 2012 en 2013 meer dan 2 miljoen dollar voor dat doel was toegewezen.
Libië verkeert al geruime tijd in politieke onrust, sinds een opstand ruim tien jaar geleden, die tot doel had dictator Moammar Gaddafi omver te werpen.
Sindsdien is het land verdeeld tussen rivaliserende besturen in het oosten en het westen, waardoor de situatie ter plaatse ingewikkelder is geworden en kritieke infrastructuur in verval is geraakt.
Het olierijke land kampte tussen 2014 en 2020 ook met een burgeroorlog, waardoor er grote schade aan de cruciale infrastructuur ontstond.
Binnenlandse experts hebben herhaaldelijk, ook vorig jaar, de noodklok geluid over de noodzaak om de dammen te onderhouden.
Hoang Nam (volgens France24, DW)
Bron






Reactie (0)