Volgens de Dienst Brandpreventie en Reddingsbrigades van het Ministerie van Openbare Veiligheid wordt de beginfase beschouwd als de "gouden tijd" voor brandbestrijding. Op dit moment heeft de brand zich nog niet ontwikkeld en is het brandbereik niet groot, waardoor de brandbestrijding ter plaatse gemakkelijk een hoge efficiëntie kan bereiken. Om de beginfase van de brandbestrijding goed te laten verlopen, speelt brandblusapparatuur ter plaatse een zeer belangrijke rol.
De vertegenwoordiger van de afdeling Brandpreventie en Redding van de politie stelde dat het beheer, de instandhouding en het onderhoud van brandpreventie-, bestrijdings- en reddingsmiddelen, op basis van daadwerkelijke inspecties van instanties, organisaties en faciliteiten, nog steeds veel tekortkomingen en beperkingen kent, zoals: Er worden geen inspecties en onderhoudsbeurten uitgevoerd; er worden geen instandhoudings- en onderhoudsprocedures ontwikkeld volgens de regelgeving; beschadigde brandpreventie-, bestrijdings- en reddingsmiddelen en voertuigen worden niet tijdig gerepareerd...
"De tekortkomingen en beperkingen zijn een van de redenen waarom de eerste brandbestrijdingsorganisatie niet effectief is als er brand uitbreekt. De brandbestrijdings- en reddingsapparatuur ter plaatse kan niet worden gebruikt of kan wel worden gebruikt, maar de brandbestrijdingsefficiëntie is niet hoog", aldus een vertegenwoordiger van de afdeling Brandpreventie en Reddingsdiensten van de politie.
De vertegenwoordiger van de brandweerpolitie gaf ook aan dat de bovengenoemde problemen worden veroorzaakt doordat de hoofden van de diensten, organisaties en voorzieningen hun verantwoordelijkheden op het gebied van brandpreventie en -bestrijding in het algemeen en op het gebied van beheer, behoud en onderhoud van brandpreventie-, brandbestrijdings- en reddingsmaterieel in het bijzonder niet volledig nakomen.
Het toekennen van de verantwoordelijkheid van het hoofd aan het beheer van brandpreventie- en brandbestrijdingsmiddelen
In artikel 13 van de circulaire nr. 17/2021/TT-BCA van het Ministerie van Openbare Veiligheid, waarin het beheer, de instandhouding en het onderhoud van brandpreventie- en bestrijdings- en zoek- en reddingsuitrusting wordt geregeld, worden de verantwoordelijkheden van hoofden van agentschappen, organisaties en instellingen met betrekking tot het beheer, de instandhouding en het onderhoud van brandpreventie- en bestrijdings- en reddingsuitrusting specifiek vastgelegd:
Organiseren, aansturen en inspecteren van de implementatie van beheer, behoud en onderhoud van brandpreventie-, brandbestrijdings- en reddingsmiddelen binnen de reikwijdte van het beheer. Het hoofd van de instantie moet ervoor zorgen dat functionarissen, medewerkers en werknemers binnen de instantie, organisatie en faciliteit de uitgeruste brandpreventie-, brandbestrijdings- en reddingsmiddelen bestuderen en gebruiken.
Tegelijkertijd moet het hoofd van de dienst mensen aanstellen voor het beheer, onderhoud en de instandhouding van brandpreventie-, brandbestrijdings- en reddingsmiddelen. Zorg voor financiering voor het beheer, onderhoud en de instandhouding van brandpreventie-, brandbestrijdings- en reddingsmiddelen.
Bovendien moet het hoofd van de instantie of eenheid toezicht houden op het beheer, de instandhouding en het onderhoud van brandpreventie-, brandbestrijdings- en reddingsmaterieel, overtredingen afhandelen en bevoegde instanties aanbevelen deze overtredingen af te handelen.
Rapporteer volgens de statistieken aan de direct leidinggevende en bevoegde autoriteit over het beheer, de instandhouding en het onderhoud van brandpreventie-, brandbestrijdings- en reddingsmiddelen. Organiseer en beheer de registraties van brandpreventie-, brandbestrijdings- en reddingsmiddelen volgens de instructies van de bevoegde autoriteit.
De vertegenwoordiger van de afdeling Brandpreventie en Reddingsdiensten van de politie was van mening dat de volledige uitvoering van de verantwoordelijkheden van het hoofd van de faciliteit voor brandpreventie en -bestrijding in het algemeen en het beheer, de instandhouding en het onderhoud van brandpreventie-, brandbestrijdings- en reddingsapparatuur in het bijzonder een belangrijke rol speelt bij het handhaven van de beste kwaliteit van de apparatuur en het waarborgen van de constante brandbestrijdingsgereedheid. Deze werkzaamheden zorgen er niet alleen voor dat de apparatuur altijd stabiel werkt, maar helpen ook om technische fouten en schade vroegtijdig op te sporen en de levensduur van de apparatuur te verlengen; dit draagt met name positief bij aan het bevorderen van de effectiviteit van het gebruik van apparatuur ter plaatse om branden te blussen.
Bron
Reactie (0)