Mag ik vragen of werknemers volgens de wet jaarlijks verlof kunnen sparen om eenmalig verlof op te nemen? - Lezer Ha Linh
Kan ik vakantiedagen sparen om één vakantie op te nemen?
Artikel 113 van de Arbeidswet van 2019 bepaalt specifiek de jaarlijkse vakantie voor werknemers als volgt:
- Werknemers die 12 maanden voor een werkgever werken, hebben recht op jaarlijkse vakantie met volledige bezoldiging volgens de arbeidsovereenkomst, als volgt:
+ 12 werkdagen voor werknemers die onder normale omstandigheden werken;
+ 14 werkdagen voor minderjarige werknemers, werknemers met een beperking, werknemers in zwaar, giftig of gevaarlijk werk;
+ 16 werkdagen voor mensen die bijzonder zwaar, giftig of gevaarlijk werk doen.
- Werknemers die korter dan 12 maanden bij een werkgever in dienst zijn, ontvangen het aantal vakantiedagen naar rato van het aantal gewerkte maanden.
- Indien de werkgever ontslag neemt of zijn baan verliest zonder dat hij/zij vakantie heeft opgenomen of niet alle vakantiedagen heeft opgenomen, betaalt de werkgever het salaris voor de niet opgenomen dagen.
- De werkgever is verantwoordelijk voor het vaststellen van de vakantieregeling na overleg met de werknemer en dient de werknemer hiervan vooraf op de hoogte te stellen. De werknemer kan met de werkgever onderhandelen over het opnemen van vakantie in termijnen of het combineren van vakantie voor maximaal 3 jaar.
- Bij het opnemen van vakantie vóór de datum van uitbetaling van het salaris hebben werknemers recht op een voorschot op het salaris overeenkomstig de bepalingen van Clausule 3, Artikel 101 van de Arbeidswet 2019.
- Indien de werknemer bij het opnemen van jaarlijkse vakantie over de weg, per spoor of over water reist en het aantal dagen retour meer dan 2 bedraagt, wordt vanaf de 3e dag de reistijd bij de jaarlijkse vakantie gerekend en telt deze slechts voor 1 vakantie per jaar mee.
Zo kunnen werknemers met werkgevers onderhandelen over het sparen van vakantiedagen, zodat ze deze in één keer kunnen opnemen, maar niet vaker dan één keer in de drie jaar.
De tijd wordt beschouwd als werktijd om het aantal jaarlijkse vakantiedagen van werknemers te berekenen.
Op grond van artikel 65 van Decreet 145/2020/ND-CP bedraagt de tijd die als arbeidstijd wordt beschouwd voor de berekening van het aantal jaarlijkse vakantiedagen van werknemers, als volgt:
- Leer- en stageperiode zoals voorgeschreven in artikel 61 van het Arbeidswetboek 2019, indien de werknemer na afloop van de leer- en stageperiode bij de werkgever in dienst treedt.
- Proeftijd indien de werknemer na afloop van de proeftijd in dienst blijft bij de werkgever.
- Betaald persoonlijk verlof overeenkomstig clausule 1, artikel 115 van de Arbeidswet 2019.
- Onbetaald verlof indien overeengekomen met de werkgever, maar niet langer dan 1 maand per jaar.
- Verlof wegens arbeidsongevallen of beroepsziekten, maar niet langer dan in totaal 6 maanden.
- Verlof wegens ziekte, maar cumulatief niet meer dan 2 maanden per jaar.
- Zwangerschapsverlof volgens de bepalingen van de wet op de sociale verzekering.
- De tijd die wordt besteed aan het uitvoeren van de taken van de personeelsvertegenwoordigingsorganisatie op de vestiging, wordt beschouwd als arbeidstijd overeenkomstig de wettelijke bepalingen.
- Verlof, verlof of afwezigheid die niet te wijten is aan de schuld van de werknemer.
- Verlof vanwege een tijdelijke schorsing van het werk, maar later geconcludeerd dat er geen sprake was van een overtreding en dat er geen arbeidsdiscipline was opgelegd.
Hoe bereken je de jaarlijkse vakantie in bijzondere gevallen?
Volgens artikel 66 van Decreet 145/2020/ND-CP wordt de berekening van de jaarlijkse vakantiedagen in enkele bijzondere gevallen als volgt geregeld:
- Het aantal jaarlijkse vakantiedagen van werknemers die minder dan 12 maanden hebben gewerkt, zoals voorgeschreven in clausule 2, artikel 113 van de Arbeidswet 2019, wordt als volgt berekend: neem het aantal jaarlijkse vakantiedagen plus het aantal extra vakantiedagen op basis van anciënniteit (indien van toepassing), deel dit door 12 maanden en vermenigvuldig dit met het werkelijke aantal werkmaanden in het jaar om het aantal jaarlijkse vakantiedagen te berekenen.
- Indien een werknemer geen volledige maand heeft gewerkt en het totaal aantal werkdagen en betaalde vakantiedagen van de werknemer (feestdagen, nieuwjaar, jaarlijkse vakantie, betaald persoonlijk verlof volgens artikelen 112, 113, 114 en 115 van het Arbeidswetboek 2019) 50% bedraagt van het aantal normale werkdagen in de maand zoals overeengekomen, dan wordt die maand beschouwd als 1 werkmaand voor de berekening van de jaarlijkse vakantiedagen.
- De totale tijd die een werknemer werkt bij agentschappen, organisaties, eenheden in de overheidssector en staatsbedrijven, wordt meegerekend als werktijd voor de berekening van extra vakantiedagen volgens de bepalingen van artikel 114 van de Arbeidswet van 2019 als de werknemer blijft werken bij agentschappen, organisaties, eenheden in de overheidssector en staatsbedrijven.
Bron






Reactie (0)