Berggemeenten en vooral achtergestelde gebieden streven er niet naar om aan de nieuwe plattelandsnormen te voldoen, uit angst om sociale zekerheid, rijst voor studenten en voordelen voor ambtenaren en overheidsdienaren te verliezen.
De bovenstaande situatie wordt beschreven in het rapport van de Toezichthoudende Delegatie van de Nationale Assemblee over de resultaten van de uitvoering van de resolutie van het nationale doelprogramma inzake nieuwe plattelandsontwikkeling, duurzame armoedebestrijding voor de periode 2021-2025 en sociaaleconomische ontwikkeling in etnische minderheids- en berggebieden voor de periode 2021-2030.
De toezichthoudende delegatie heeft vastgesteld dat de resultaten van de implementatie van het nationale programma voor nieuwe plattelandsontwikkeling in verschillende regio's grote verschillen vertonen, met de laagste in de noordelijke berggebieden en de centrale hooglanden. Er is een fenomeen waarbij berggemeenten zich niet registreren om te voldoen aan de nieuwe plattelandsnormen tegen 2025, omdat ze anders niet langer als bijzonder achtergestelde gemeenten worden beschouwd en geen recht hebben op socialezekerheidsstelsels zoals ziektekostenverzekering , rijstsubsidie voor studenten, regelingen voor kaderleden, ambtenaren, enz.
Inwoners van het district Khanh Vinh, provincie Khanh Hoa, oogsten in 2022 rijst in de hooglanden. De meeste gemeenten in dit district kampen met bijzondere problemen. Foto: Xuan Ngoc .
Volgens Besluit 861 van 2021 van de premier telt het hele land meer dan 3.400 gemeenten in bergachtige en etnische minderheidsgebieden. Hiervan bevinden zich bijna 1.700 gemeenten in regio I (initiële ontwikkeling), 210 gemeenten in regio II (nog steeds in moeilijkheden) en meer dan 1.500 gemeenten in regio III (bijzonder moeilijk).
Gemeenten in regio III en regio II worden, indien erkend wordt dat zij voldoen aan de nieuwe plattelandsnormen, aangemerkt als gemeenten in regio I en vallen dan niet langer onder het beleid dat van toepassing is op gemeenten in regio III en regio II.
Volgens de regelgeving hebben kaderleden, ambtenaren en overheidspersoneel dat in gebieden met bijzondere moeilijkheden werkt, recht op: een aantrekkingstoelage, een toelage voor langdurig werk, een toelage voor eerste dienst, een toelage voor de aankoop en het vervoer van vers en schoon water en een eenmalige toelage bij overplaatsing naar een werklocatie buiten gebieden met bijzondere sociaal-economische moeilijkheden of bij pensionering.
Daarnaast ontvangen ze een vergoeding voor vervoer, toelagen voor sightseeing, studie en beroepsopleiding, voorkeurstoelagen op basis van beroep, mobiliteitstoelagen en toelagen voor het lesgeven in talen van etnische minderheden aan leraren en leidinggevenden in het onderwijs. Studenten in deze regio ontvangen ook ondersteuning van de staat met voedsel, huisvesting en rijst.
De monitoringdelegatie oordeelde dat de resultaten van de nieuwe bouw op het platteland niet uniform en niet echt duurzaam waren; sommige plaatsen misten vastberadenheid en vertoonden tekenen van vertraging. Het mechanisme voor de integratie van centrale budgettaire kapitaalbronnen van programma's ter ondersteuning van de nieuwe bouw op het platteland in bijzonder moeilijke gemeenten en arme districten was niet echt effectief.
De kwaliteit van de nieuwe plattelandsnormen en het duurzame behoud van de resultaten van sommige gemeenten na het behalen van de normen zijn nog steeds beperkt, met name op het gebied van milieu, inkomen, sociale zekerheid en orde. De kwaliteit van de infrastructuurwerken na het behalen van de normen vertoont in sommige gemeenten tekenen van achteruitgang door gebrek aan aandacht en regelmatig onderhoud.
De monitoringdelegatie adviseerde de regering en de premier om de problemen en zorgen met betrekking tot woongebieden, huisvesting, landbouwgrond, drinkwater en de vestiging van inwoners in etnische minderheids- en berggebieden grondig aan te pakken; en tekortkomingen in de implementatie van beleid voor gemeenten die erkend zijn als voldoend aan de nieuwe plattelandsnormen, te verhelpen. Ondersteuningsbeleid voor gemeenten met bijzondere problemen, arme districten, arme en bijna-arme huishoudens en kwetsbare groepen in plattelands- en etnische minderheidsgebieden moet worden herzien en aangevuld.
"Er moet beleid komen voor beroepsopleidingen, het creëren van banen, huisvestingssteun in plattelandsgebieden en sociale bescherming voor arme huishoudens die niet kunnen werken", stelde de toezichthoudende delegatie voor.
De Nationale Vergadering zal op 30 oktober de gehele dag besteden aan de bespreking van het rapport over het toezicht op de resultaten van de uitvoering van de resolutie over de drie bovengenoemde nationale doelprogramma's.
Bronlink






Reactie (0)