Grote beslissingen
- Tijdens de 9e zitting heeft de 15e Nationale Vergadering een resolutie aangenomen over de universalisering van voorschoolse educatie voor kinderen van 3 tot 5 jaar. Wat betekent dit voor de mensen en de gemeenschap, meneer?
- De goedkeuring door de Nationale Assemblee van de resolutie over de universalisering van voorschools onderwijs voor kinderen van 3 tot 5 jaar (resolutie) is een grote stap voorwaarts in de strategie voor duurzame ontwikkeling van menselijk potentieel. Voorschools onderwijs is de gouden periode voor fysieke, cognitieve, emotionele en sociale ontwikkeling. Investeren in voorschools onderwijs is investeren in de toekomst van het land. Universalisering van onderwijs voor kinderen van 3 tot 5 jaar creëert een basis voor gelijke toegang tot onderwijs, waardoor alle kinderen de kans krijgen hun individuele potentieel ten volle te ontwikkelen.
De resolutie draagt direct bij aan de verbetering van de kwaliteit van de bevolking. Kinderen die vanaf jonge leeftijd worden verzorgd, opgevoed en wetenschappelijk onderwijs krijgen, hebben een goede basis in gezondheid, intelligentie en persoonlijkheid en zijn klaar om naar groep 1 te gaan en beter te leren op de volgende niveaus. Dit is een sleutelfactor in de overgang van een "grote bevolking" naar een "hoogwaardige gouden bevolking", die voldoet aan de eisen van snelle en duurzame ontwikkeling in de context van digitale transformatie en diepgaande internationale integratie.
Het universeel maken van voorschools onderwijs is een duidelijk voorbeeld van beleid op het gebied van sociale zekerheid en gelijkheid. Kinderen in afgelegen gebieden, etnische minderheden, industriezones, enz. krijgen voorrang van de staat om hun recht op onderwijs te waarborgen, waardoor de ontwikkelingskloof tussen regio's en doelgroepen wordt verkleind. De resolutie toont ook de sterke inzet van de partij en de staat om kinderen centraal te stellen en niemand achter te laten op de weg naar ontwikkeling.
De goedkeuring van de resolutie is een belangrijk beleid met een lange termijnvisie, dat bijdraagt aan de opbouw van een eerlijk, humaan en alomvattend ontwikkeld onderwijssysteem - in lijn met de gedachte van "onderwijs is het hoogste nationale beleid" dat onze partij en staat altijd standvastig ten uitvoer leggen.
- Om dit beleid te implementeren, moet er aandacht worden besteed aan personeel en faciliteiten, met name in achterstandsgebieden en industriegebieden. Welke concrete plannen heeft het Ministerie van Onderwijs en Opleiding om tussen nu en 2030 het aantal leraren te verhogen en scholen uit te breiden?
- Het Ministerie van Onderwijs en Opleiding identificeert een aantal belangrijke oplossingsgroepen voor de periode van nu tot 2030, als volgt:
Wat betreft het personeel, het implementeren van beleid ter ondersteuning van collegegeld en levensonderhoud voor pedagogische studenten overeenkomstig decreet nr. 60/2025/ND-CP, het ontwikkelen van specifiek lokaal beleid en het project voor het ontwikkelen van een team van leerkrachten en managers van instellingen voor voorschools onderwijs voor de periode 2026-2035 om de doelstelling te waarborgen van voldoende hoogwaardige middelen om universeel voorschools onderwijs te kunnen bieden.
Ten tweede adviseert het Ministerie van Onderwijs en Opleiding de regering over het Nationale Doelprogramma voor modernisering en verbetering van de kwaliteit van onderwijs en opleiding. Daarbij wordt gezorgd voor investeringsbeleid ten aanzien van faciliteiten en apparatuur om te voldoen aan de eisen voor universalisering in de komende periode. Hierbij ligt de nadruk op bijzonder moeilijke gebieden en gebieden die snel verstedelijken.
Tegelijkertijd zal het Ministerie van Onderwijs en Vorming de regering adviseren om de lokale overheden aan te sporen om de socialisatie van het voorschoolse onderwijs op een duidelijke en transparante manier te bevorderen en de deelname van organisaties en bedrijven aan de bouw van scholen te stimuleren, vooral op plaatsen waar de staat niet genoeg tijd kan investeren.
Ten derde zal het ministerie van Onderwijs en Opleiding, wat betreft het ondersteuningsbeleid, coördineren om wijzigingen en verbeteringen voor te stellen in het prioriteitsbeleid voor kleuters uit arme en bijna-arme gezinnen, kinderen van etnische minderheden, kinderen met een beperking, kinderen van arbeiders in industriegebieden, enz. om eerlijke toegang tot voorschools onderwijs te waarborgen. Ook zal het beleid voor directe ondersteuning van managers, leerkrachten en personeel worden bestudeerd en aangepast aan de praktische behoeften.
Met synchrone oplossingen op het gebied van instellingen, middelen en beleid, en de drastische deelname van alle niveaus, sectoren en de hele samenleving, is het universeel maken van voorschoolse educatie voor kinderen van 3 tot 5 jaar tegen 2030 volledig haalbaar en duurzaam.

Zorgen voor een lerarenregime
- In werkelijkheid kampen veel plaatsen momenteel met een tekort aan kleuterleidsters en ongepaste beloning. Welk beleid zal het Ministerie van Onderwijs en Opleiding in de nabije toekomst voeren om dit probleem aan te pakken?
- Er is een beleid voor leerkrachten geïmplementeerd overeenkomstig Besluit nr. 77/2021/ND-CP inzake anciënniteitstoelage; aantrekkingsvergoedingen voor afgelegen gebieden overeenkomstig Besluit 76/2019/ND-CP; ondersteuning voor kleuterleidsters in achterstandsgebieden om gecombineerde klassen te geven en de Vietnamese taalvaardigheid te verbeteren; ondersteuning voor leerkrachten die lesgeven aan kinderen van arbeiders in industrieparken overeenkomstig Besluit nr. 105/2020/ND-CP.
In de door de Nationale Vergadering aangenomen Wet op het Onderwijs raadpleegt het Ministerie van Onderwijs en Opleiding de regering om een decreet uit te vaardigen ter regeling van de voorkeursvergoedingen voor ambtenaren en werknemers in openbare scholen. Hierin wordt verwacht dat de voorkeursvergoedingen voor kleuterleidsters zullen stijgen van 35% naar 45-80%; kleuterleidsters in gunstige gebieden krijgen hun vergoeding verhoogd naar 45% en in gebieden met moeilijke sociaal-economische omstandigheden naar 80%; service- en ondersteunende functies zullen naar verwachting een percentage van 15% genieten; 20% voor gedeelde beroepstitels en 25% voor gespecialiseerde titels.
Bovendien worden de salarissen van leraren in het algemeen, met inbegrip van kleuterleidsters, het hoogst gewaardeerd in de administratieve sector. Er wordt voorgesteld dat leraren in kleuteronderwijsinstellingen, indien zij dat wensen, met pensioen kunnen gaan op een lagere leeftijd, maar niet meer dan 5 jaar ouder dan de regelgeving voorschrijft. Bovendien wordt hun salaris van vóór hun pensionering niet in mindering gebracht op de Wet op leraren.
- Wat betreft het stappenplan voor de universalisering van voorschoolse educatie voor kinderen van 3 tot 5 jaar: op welke locaties zal het Ministerie van Onderwijs en Opleiding prioriteit geven aan de implementatie en wat zijn de evaluatiecriteria?
- In de resolutie van de Nationale Vergadering worden de doelstellingen en principes als volgt vastgelegd: "Tegen 2030 zullen 100% van de provincies en centraal bestuurde steden voldoen aan de normen voor universeel voorschools onderwijs voor kinderen van 3 tot 5 jaar" en "het voorschools onderwijs voor kinderen van 3 tot 5 jaar universaliseren volgens de routekaart, in overeenstemming met de sociaal-economische ontwikkelingsomstandigheden van de regio, waarbij de voorwaarden voor universalisering worden gewaarborgd volgens de regelgeving".
Nadat de resolutie door de Nationale Vergadering is aangenomen, zal het Ministerie van Onderwijs en Opleiding een project ontwikkelen dat aan de regering zal worden voorgelegd. Het project zal een specifiek stappenplan voor de voltooiing op elke locatie opstellen om te garanderen dat het project aansluit bij de sociaal-economische situatie en uiterlijk in 2030 voltooid moet zijn.
De evaluatiecriteria zullen in principe gebaseerd zijn op de mobilisatienormen voor kinderen, de teamomstandigheden en de schoolfaciliteiten die nodig zijn om de universalisering te implementeren. Vergelijkbaar met de leeftijdsgroep van 5 jaar die van 2011 tot nu is geïmplementeerd.

Geen enkel kind achtergelaten
- In gebieden met industriezones moeten veel werknemers hun kinderen terugsturen naar hun geboorteplaats of naar spontane opvanggroepen sturen. Welke oplossingen heeft het Ministerie van Onderwijs en Opleiding om deze groep mensen te ondersteunen?
- Dit is een punt van zorg in het huidige sociaal-economische ontwikkelingsproces, vooral in industriële en exportverwerkingszones.
Deze resolutie van de Nationale Assemblee heeft prioriteit gegeven aan de ontwikkeling van voorschools onderwijs in gebieden met een groot aantal migrantenarbeiders. Concreet is de regering, in clausule 5, artikel 3 van de resolutie, verantwoordelijk voor het aansturen van de planning van schoolnetwerken in deze gebieden, ter bevordering van socialisatie, om de toegang tot kwalitatief hoogstaand voorschools onderwijs te vergroten.
Het Ministerie van Onderwijs en Opleiding heeft een project ontwikkeld om de kwaliteit van het voorschoolse onderwijs in stedelijke gebieden en op industrieterreinen te verbeteren voor de periode 2025-2035, met een visie tot 2045. Dit project zal ter afkondiging aan de premier worden voorgelegd. Het moet ervoor zorgen dat kinderen in de voorschoolse fase, die afkomstig zijn van arbeiders en werklieden op industrieterreinen, toegang hebben tot kwalitatief hoogstaand, eerlijk en gelijkwaardig voorschools onderwijs.
Bovendien creëert de resolutie een basis voor de ontwikkeling van specifiek ondersteuningsbeleid voor kinderen van werknemers. Zo wordt momenteel ondersteuning geboden aan kinderen van arbeiders en arbeiders die in industriegebieden werken, conform Decreet 105/2020/ND-CP.
Zo heeft de Nationale Vergadering op 26 juni een resolutie aangenomen over vrijstelling van collegegeld en ondersteuning voor kleuters, basisschoolleerlingen, enz. Het ministerie van Onderwijs en Opleiding zal de komende tijd onderzoek blijven doen en advies blijven uitbrengen over aanvullend beleid voor de hierboven genoemde onderwerpen. Dit om het recht op onderwijs en volledige ontwikkeling van de kinderen van werknemers te waarborgen en om omstandigheden te creëren waarin werknemers met een gerust hart kunnen werken en langdurig op hun woonplaats kunnen blijven wonen.
- Universalisering van voorschoolse educatie moet hand in hand gaan met verbetering van de kwaliteit van kinderopvang, onderwijs en opvoeding. Wat is de koers van het ministerie van Onderwijs en Vorming voor de komende tijd?
- Universalisering gaat niet alleen over het verhogen van het percentage kinderen dat naar school gaat, maar, nog belangrijker, over het garanderen dat kinderen leren in een veilige en kwalitatief goede omgeving. Het ministerie zal zich richten op drie hoofdlijnen:
Ten eerste moeten we doorgaan met het onderzoeken en innoveren van het voorschoolse educatieprogramma, zodat het voldoet aan de eisen van de nieuwe fase.
Ten tweede moet de capaciteit van het onderwijzend personeel worden verbeterd door middel van regelmatige training en ontwikkeling en door het ondersteuningsbeleid te verbeteren.
Ten derde moeten inspectie en toezicht worden versterkt. Dit omvat onder meer de inzet van informatietechnologie om de kwaliteit van het universele voorschoolse onderwijs nauwlettend te bewaken.
Tegelijkertijd werkt het Ministerie van Onderwijs en Opleiding samen met lokale overheden en relevante departementen om een allesomvattende ontwikkelingsomgeving voor kinderen te creëren tijdens het hele universaliseringsproces.
Bedankt!
Het ministerie van Onderwijs en Opleiding zal proactief, vastberaden en synchroon optreden bij de organisatie van de implementatie van de resolutie. Het zal daarom dringend samenwerken met ministeries en afdelingen om de regering te adviseren over het uitvaardigen van decreten en implementatieprojecten met duidelijke stappenplannen, doelstellingen en middelen.
Ontwikkel gedetailleerde en praktische richtlijnen voor gemeenten, die eenvoudig kunnen worden geïmplementeerd en gecontroleerd. Versterk de inspectie en voortgangscontrole. Los problemen snel op, vooral in achterstandsgebieden, dichtbevolkte gebieden en industriële gebieden. Zorg ervoor dat het principe centraal staat en dat de daadwerkelijke effectiviteit de maatstaf is en dat geen enkel kind aan zijn lot wordt overgelaten.
We stellen duidelijk: de resolutie is pas zinvol als deze wordt omgezet in echte klaslokalen, echte leerkrachten en gelijke kansen voor alle kinderen. Dit is de politieke inzet en verantwoordelijkheid van de gehele onderwijs- en opleidingssector. - Dhr. Nguyen Thanh De - Directeur van de afdeling Voorschoolse Educatie (Ministerie van Onderwijs en Opleiding)
Bron: https://giaoducthoidai.vn/pho-cap-giao-duc-mam-non-cho-tre-3-5-tuoi-ro-lo-trinh-va-chien-luoc-post741551.html






Reactie (0)