(NLDO) - Zal de regelgeving voor functies bestuderen en aanpassen in overeenstemming met de eisen van de industrie en de sector; geleidelijk de regelgeving voor ambtenaren afschaffen
Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft zojuist het voorstel aangekondigd om de gewijzigde Wet op Kaders en Ambtenaren zodanig op te stellen dat meningen van relevante instanties en organisaties worden verzameld.
In de indiening stelde het Ministerie van Binnenlandse Zaken dat na vijf jaar van wijzigingen en aanvullingen een aantal regelingen van de Wet op Kader- en Ambtenarenzaken bepaalde beperkingen aan het licht hebben gebracht en verder verbeterd moeten worden om te voldoen aan de eisen van de nieuwe situatie. Deze regelingen moeten worden onderzocht, gewijzigd en aangevuld om consistent te zijn met de nieuwe regelgeving van de Partij.
De minister van Binnenlandse Zaken heeft zojuist een document ondertekend dat naar de relevante ministeries, afdelingen en agentschappen wordt gestuurd.
Daarom moeten een aantal nieuwe partijbeleidsmaatregelen op het gebied van personeelswerk blijvend worden geïnstitutionaliseerd en gewaarborgd door wettelijke regelingen, waaronder: mechanismen en beleid om talent aan te trekken en te benutten; mechanismen om dynamische, creatieve kaders aan te moedigen en te beschermen die durven te denken, durven te doen en verantwoordelijkheid durven te nemen voor het algemeen belang; mechanismen om onverantwoordelijke kaders, ambtenaren en overheidsmedewerkers met beperkte capaciteit en laag aanzien te screenen en te vervangen.
Bovendien zijn enkele bepalingen in de wet niet in overeenstemming met de regelgeving van de Partij, bijvoorbeeld met betrekking tot de bevoegdheid om kaderleden en ambtenaren te beheren, met betrekking tot disciplinaire maatregelen tegen kaderleden en ambtenaren en met betrekking tot de bevoegdheid om te beslissen over de salarissen van ambtenaren...
Volgens het Ministerie van Binnenlandse Zaken zijn er in de praktijk veel nieuwe kwesties ontstaan die niet bij wet zijn geregeld, zoals: specifieke regelgeving inzake publieke ethiek; gedragswijzen en sancties voor ambtenaren en ambtenaren die de regelgeving inzake publieke ethiek overtreden; de toepassing van een uniform managementmechanisme tussen ambtenaren en ambtenaren op districtsniveau en hoger en ambtenaren en ambtenaren op gemeentelijk niveau; regelgeving inzake toelating tot de ambtenarij, met inbegrip van de noodzaak om afgestudeerde studenten toe te voegen aan het selectiesysteem; beleid inzake de plaatsing van leiders en managers na disciplinaire maatregelen.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken stelde dat kaders en kaderwerk "zeer belangrijke" kwesties zijn, "alles bepalend", "kaders vormen de basis van alle werk" en de doorslaggevende factor zijn voor het succes of falen van de revolutie. Momenteel voeren onze partij en staat een revolutie door in het stroomlijnen van het apparaat, gekoppeld aan de herstructurering en verbetering van de kwaliteit van kaders, ambtenaren en overheidspersoneel met voldoende kwaliteiten en capaciteit om het land een nieuw tijdperk in te leiden, een tijdperk van nationale ontwikkeling. Daarom moeten de vereisten en mechanismen voor het beheer en de inzet van kaders en ambtenaren worden bestudeerd en gereguleerd in overeenstemming met de huidige managementpraktijken.
In deze herziening stelde het Ministerie van Binnenlandse Zaken voor om vijf beleidslijnen te ontwikkelen. Beleid 1 is gericht op innovatie van het mechanisme voor het aansturen van kaders en ambtenaren op basis van functie. Beleid 2 is gericht op het perfectioneren van de regelgeving met betrekking tot de rechten en plichten van kaders en ambtenaren en wat kaders en ambtenaren niet mogen doen; ethiek en cultuur van de publieke dienstverlening.
Beleid 3 is om regelgeving te perfectioneren om methoden voor het beheer van kaders en ambtenaren te innoveren in overeenstemming met de vereisten van het bevorderen van digitale transformatie en het opbouwen van een digitale overheid , waarbij wordt gezorgd voor meer moderniteit, openbaarheid, transparantie en efficiëntie in de activiteiten van het staatsbeheer.
Beleid 4 is gericht op het perfectioneren van de regelgeving voor kader- en ambtenarenbeheer om consistentie en uniformiteit met de partijregelgeving en het rechtssysteem te waarborgen; het verder institutionaliseren van het partijbeleid en de richtlijnen voor kaderwerk die nog niet geïnstitutionaliseerd zijn. Beleid 5 is gericht op het verenigen van de ambtenarij, van centraal tot provinciaal, districts- en gemeentelijk niveau.
Wat betreft de beleidsgroep Innovatie in het mechanisme voor het aansturen van kaders en ambtenaren op basis van functies, heeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken duidelijk aangegeven dat het mechanisme voor het aansturen van kaders en ambtenaren moet innoveren. Het gaat hierbij niet alleen om het combineren van normen voor titels, functies en personeelsquota, maar ook om het mechanisme voor het aansturen van kaders en ambtenaren op basis van functies. Functies dienen als basis voor werving, gebruik, evaluatie, planning, training, bevordering en implementatie van regimes en beleid voor kaders en ambtenaren. Tegelijkertijd moet er een concurrentiemechanisme worden gecreëerd op basis van werkresultaten, gericht op een werkelijk getalenteerde ambtenarij.
Wat betreft oplossingen om bovenstaand beleid door te voeren, zei het Ministerie van Binnenlandse Zaken dat het de regelgeving voor functies zal bestuderen en aanpassen in overeenstemming met de vereisten van de sector en het vakgebied. Ook zal het de regelgeving voor rangen en de structuur van ambtenaren geleidelijk afschaffen. Daarnaast zal het het beheer, gebruik en de salarisbetalingsmechanismen voor kaderleden en ambtenaren op basis van de functies perfectioneren.
Daarnaast moeten er onderzoek en aanvullende regelgevingen worden gedaan die overheidsinstanties toestaan arbeidsovereenkomsten te sluiten voor een aantal handhavings- en uitvoeringsfuncties die door ambtenaren worden bekleed, om zo meer flexibiliteit te creëren bij de inzet van menselijke hulpbronnen, met name voor administratieve instanties met inkomstenbronnen die passen binnen de wettelijke bepalingen.
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken stelde voor om de wet voor te leggen aan de Vaste Commissie van de Nationale Vergadering ter opname in het Programma voor de ontwikkeling van wetgeving en verordeningen van de Nationale Vergadering voor 2025. De wet zou ter beoordeling worden voorgelegd aan de 15e Nationale Vergadering tijdens de 10e zitting (november 2025) en goedgekeurd tijdens de 11e zitting (april 2026). Het Ministerie van Binnenlandse Zaken stelde voor om de wet naar verwachting in te laten gaan op 1 januari 2027.
Bron: https://nld.com.vn/bo-noi-vu-quan-ly-can-bo-cong-chuc-theo-vi-tri-viec-lam-196241202192158679.htm






Reactie (0)