Op 19 juni in de middag nam de Nationale Vergadering de gewijzigde Prijzenwet aan met 459 afgevaardigden (een percentage van 92,91%). De gewijzigde Prijzenwet, bestaande uit 8 hoofdstukken en 75 artikelen, treedt in werking op 1 juli 2024.
Eerder heeft het Permanent Comité van de Nationale Assemblee een toelichting gegeven op de reden waarom het prijskader niet is verwijderd en dit punt het marktmechanisme heeft gevolgd.
De voorzitter van de Commissie Financiën en Begroting van de Nationale Vergadering, Le Quang Manh, zei dat wat betreft de prijs van binnenlandse luchtvervoersdiensten voor passagiers (vliegtickets), de meerderheid van de meningen het eens was met het voorstel van de regering : de staat stelt een maximumprijs (plafondprijs) vast om de belangen van de bevolking te waarborgen; sommigen stelden voor om de regelgeving omtrent prijskaders af te schaffen.
Het Permanent Comité van de Nationale Assemblee is van mening dat in de huidige context, waarin de luchtvaartmarkt nog steeds een beperkt concurrentievermogen heeft, er nog steeds inspanningen nodig zijn om de synchrone en moderne ontwikkeling van transportvormen te bevorderen, vooral nu de hogesnelheidslijn Noord-Zuid nog niet is aangelegd en geëxploiteerd en de impact en gevolgen van het afschaffen van de prijsplafondregulering nog niet zijn beoordeeld.
Dit moet enerzijds het initiatief van luchtvaartmaatschappijen waarborgen, maar anderzijds moet de staat, om de belangen van de bevolking te beschermen, de maximumprijsregulering voor binnenlandse luchtvervoersdiensten voor passagiers handhaven als instrument voor prijsbeheer door de staat. Zo kan de staat zijn verantwoordelijkheid nemen om de markt te stabiliseren, gezonde concurrentie te behouden en de sociaaleconomische ontwikkeling te bevorderen.
Afgevaardigden van de Nationale Vergadering stemden voor het aannemen van de gewijzigde Prijzenwet.
Op basis van de actuele context, na zorgvuldige bestudering van de verschillende meningen en op basis van het beginsel van de meerderheidsbeslissing, verzoekt het Permanent Comité van de Nationale Vergadering op dit moment de Nationale Vergadering om de regulering van prijsplafonds voor binnenlandse luchtvervoersdiensten voor passagiers toe te staan.
Met betrekking tot het voorstel om het prijskader voor schoolboeken (inclusief de minimumprijs) te reguleren, zei het Permanent Comité van de Nationale Vergadering dat schoolboeken volgens de huidige Prijzenwet geen handelswaar zijn waarvan de prijs door de staat wordt bepaald.
Vanaf de 14e Nationale Vergadering tot nu toe hebben veel afgevaardigden echter gesuggereerd dat de staat de prijs van dit artikel moet controleren om de belangen van de bevolking te beschermen en prijsverhogingen door uitgevers te voorkomen.
Naar aanleiding van de meningen van de afgevaardigden gaf het Permanent Comité van de Nationale Assemblee opdracht om een maximumprijs en geen minimumprijs voor dit artikel vast te stellen, omdat schoolboeken essentiële goederen zijn met een zeer grote consumentenbasis en een zeer breed scala aan invloeden, en de prijs van dit artikel direct van invloed is op de meerderheid van de mensen, met inbegrip van mensen met een laag inkomen.
Momenteel tellen uitgevers bij de berekening van de prijs van schoolboeken de kosten van het uitgeven van boeken mee, waardoor de kortingsvoet zeer hoog is (in het schooljaar 2022-2023 bedraagt de korting voor schoolboeken 28,5% van de omslagprijs, voor werkboeken 35% van de omslagprijs), wat leidt tot hogere boekprijzen in verhouding tot het inkomen van veel mensen. Daarom is het noodzakelijk om een controle-instrument te hebben om ervoor te zorgen dat dit geen negatieve gevolgen heeft voor mensen.
Het niet vaststellen van een minimumprijs is redelijk omdat het hier om een speciaal product gaat, met verplichte consumptie, ook voor kwetsbare groepen. Als er een minimumprijs wordt vastgesteld, kunnen boekuitgevers niet verkopen aan mensen voor een lagere prijs dan de minimumprijs, wat direct de belangen van mensen raakt, vooral van mensen met een laag inkomen.
De overheid heeft momenteel geen minimumprijsregulering voorgesteld, waardoor de impact van een minimumprijsregulering op schoolboeken nog niet is beoordeeld. Volgens de Wet op de bekendmaking van juridische documenten is er daarom onvoldoende basis om de regulering van minimumprijzen aan te vullen.
Bovendien zijn schoolboeken een divers product qua type en worden ze landelijk geconsumeerd, waardoor het lastig is om voor elk type boek een geschikte minimumprijs te berekenen die geschikt is voor alle verschillende regio's. In de praktijk zal de overheid, afhankelijk van de sociaaleconomische situatie op dat moment, een geschikte maximumprijs vaststellen.
Met betrekking tot de mening dat er oneerlijke concurrentie zal ontstaan als er geen regulering van de minimumprijs is, stelde het Permanent Comité van de Nationale Assemblee dat de Mededingingswet duidelijk verboden concurrentiepraktijken vastlegt. De bevoegde autoriteiten moeten de controle versterken. Overtredingen zullen worden afgehandeld volgens de bepalingen van de wet.
Om de markt voor schoolboeken te stabiliseren, gezonde concurrentie te creëren en de belangen van de consument te beschermen, verzoekt het Permanent Comité van de Nationale Assemblee de Nationale Assemblee om in het wetsontwerp alleen plafondprijzen voor schoolboeken vast te stellen, en geen minimumprijzen.
De Nationale Vergadering stemde er ook mee in om 'melk voor ouderen' en varkensvlees niet toe te voegen aan de lijst van goederen en diensten met prijsstabilisatie .
Bron
Reactie (0)