
Versterking van de autonomie van onderwijsinstellingen op het gebied van kwaliteitsborging
Minister van Onderwijs en Opleiding Nguyen Kim Son presenteerde de wetsontwerpen tot wijziging en aanvulling van een aantal artikelen van de Onderwijswet, het wetsontwerp voor het Hoger Onderwijs (gewijzigd) en het wetsontwerp voor het Beroepsonderwijs (gewijzigd). Hij gaf aan dat de drie wetsontwerpen nauw met elkaar samenhangen en synchroon worden ontwikkeld om de belangrijkste beleidslijnen en richtingen van de Partij snel te institutionaliseren, met name Resolutie nr. 71-NQ/TW van het Politbureau over doorbraken in de ontwikkeling van onderwijs en opleidingen en belangrijke resoluties over wetenschap en technologie, innovatie, digitale transformatie, internationale samenwerking, particuliere economische ontwikkeling en innovatie in wetgeving en handhaving.
"Dit is een noodzakelijke stap om knelpunten op het gebied van onderwijs en opleiding weg te nemen; de autonomie van onderwijsinstellingen te vergroten en tegelijkertijd de kwaliteit, effectiviteit en efficiëntie te waarborgen. Tegelijkertijd moeten we voldoen aan nieuwe eisen op het gebied van decentralisatie, hervorming van administratieve procedures, stroomlijning van het apparaat en de invoering van een lokaal bestuursmodel met twee niveaus", benadrukte de minister.

De ontwerpwet tot wijziging en aanvulling van een aantal artikelen van de Onderwijswet richt zich in essentie op vier groepen kwesties.
Eén daarvan is het institutionaliseren van enkele belangrijke inhoud van de partij, met name resolutie 71, zoals: het verplicht stellen van lager secundair onderwijs, het universeel maken van voorschools onderwijs voor kinderen van 3 tot 5 jaar en het aanvullen van de regelgeving met principes over het staatsbeleid op het gebied van wetenschap, technologie en digitale transformatie...
Ten tweede moeten praktische problemen worden opgelost en moet het staatsbestuur en de eenheid van het rechtssysteem worden gewaarborgd.
Ten derde moeten we duidelijk blijk geven van de geest van decentralisatie en delegatie in het onderwijsmanagement, en het initiatief en de autonomie van het Ministerie van Onderwijs en Opleiding, lokale overheden en onderwijsinstellingen vergroten. Daarmee voldoen we aan de eisen van moderne, effectieve en efficiënte ontwikkeling en zijn we in lijn met het beleid van de Partij en de Staat ter bevordering van decentralisatie en delegatie.
Ten vierde heeft het wetsontwerp gevolgen voor ongeveer 69 van de 126 huidige administratieve procedures (goed voor 54,76%), met als doel administratieve procedures niet rechtstreeks in de wet te regelen, maar ze over te brengen naar regelgeving in het regeringsbesluit. Tegelijkertijd zorgt het voor inkrimping, digitalisering en sterke decentralisatie naar gemeenten en onderwijsinstellingen, wat bijdraagt aan een efficiënter beheer en meer gemak biedt aan leerlingen en scholen.
De basisinhoud van het gewijzigde wetsontwerp inzake beroepsonderwijs is: het waarborgen van volledige autonomie voor instellingen voor beroepsonderwijs, ongeacht het financiële niveau, waarbij beroepsonderwijs wordt aangemerkt als essentieel voor de ontwikkeling van een hooggekwalificeerde beroepsbevolking, dat prioriteit krijgt in de sociaaleconomische ontwikkelingsstrategie en in de toewijzing van de staatsbegroting.
Om praktische problemen op te lossen, zijn in het wetsontwerp 30 van de 42 artikelen (ongeveer 71,5%) herzien en aangevuld. Daarnaast zijn veel bepalingen die in andere juridische documenten waren aangepast, gestroomlijnd en geschrapt. Dit om overlapping te voorkomen en de consistentie van het rechtssysteem te waarborgen.
Het wetsontwerp geeft duidelijk blijk van de geest van decentralisatie en delegatie in het staatsbeheer van het beroepsonderwijs om te voldoen aan de eisen van moderne, effectieve en efficiënte ontwikkeling, terwijl het tegelijkertijd in overeenstemming is met het beleid van de Partij en de Staat om decentralisatie en delegatie te bevorderen.
Het gewijzigde wetsontwerp op het hoger onderwijs institutionaliseert volledig de belangrijkste richtlijnen en beleidslijnen van de partij voor de ontwikkeling en verbetering van de kwaliteit van het hoger onderwijs in de nieuwe periode.
Het wetsvoorstel is erop gericht de rol van de staat bij het creëren en waarborgen van middelen en eerlijkheid in het hoger onderwijs te bevestigen. Tegelijkertijd moet de autonomie van opleidingsinstellingen worden bevestigd, ongeacht de mate van financiële autonomie. Autonomie moet worden gekoppeld aan het mechanisme van eigen verantwoordelijkheid en verantwoordingsplicht.
De doorbraken in het wetsontwerp richten zich op het perfectioneren van het systeem, het verbeteren van de managementcapaciteit, het vergroten van de synchrone en uniforme aansturing binnen het systeem; het investeren met focus en kernpunten, het ontwikkelen van een modern, onderling verbonden systeem, het aantrekken van excellente wetenschappers; het versterken van het beleid om studenten rechtstreeks te ondersteunen; en het afschaffen van formele accreditatie...
De staat stelt een reeks schoolboeken ter beschikking voor landelijk gebruik.
In het evaluatierapport dat werd gepresenteerd door de voorzitter van de Commissie voor Cultuur en Samenleving, Nguyen Dac Vinh, werd gesteld dat de Commissie het eens was met de noodzaak, doelstellingen en standpunten van het wijzigen en aanvullen van een aantal artikelen van de Onderwijswet om het beleid en de richtlijnen van de Partij zo snel mogelijk te institutionaliseren, met name Resolutie nr. 71-NQ/TW van 22 augustus 2025 over doorbraken in de ontwikkeling van onderwijs en opleidingen en de thematische resoluties die onlangs zijn uitgevaardigd door het Politbureau.

Tegelijkertijd moeten we de juridische corridor van het nationale onderwijssysteem verbeteren, de decentralisatie bevorderen en de effectiviteit en efficiëntie van het staatsbeheer van het onderwijs verbeteren, in overeenstemming met het model van lokale overheden met twee niveaus.
Het Comité stemt in met de regeling dat de staat een reeks schoolboeken ter beschikking stelt voor uniform gebruik in het hele land, om zo het beleid van de Partij ten aanzien van algemene onderwijsleerboeken te institutionaliseren. Wat betreft lokaal lesmateriaal stemt het Comité in met de regeling om de bevoegdheid om de samenstelling te organiseren toe te wijzen aan gespecialiseerde instanties onder het provinciaal Volkscomité, de provinciale beoordelingsraad te beoordelen, en de bevoegdheid om lokaal lesmateriaal goed te keuren over te dragen aan de voorzitter van het provinciaal Volkscomité om het initiatief van de lokale overheden te waarborgen.

Het Comité heeft tevens ingestemd met de afschaffing van alle regelgeving inzake de voorwaarden voor het oprichten van onderwijsinstellingen en de voorwaarden voor de vergunning om onderwijsinstellingen te exploiteren; de opschorting van onderwijsactiviteiten; de fusie, splitsing, scheiding en ontbinding van onderwijsinstellingen...
De regering is belast met het uitvaardigen van aparte richtsnoeren inzake universitaire autonomie.
De commissie heeft de alomvattende wijziging van de Wet op het Hoger Onderwijs goedgekeurd. Zij stelde dat het wetsontwerp de belangrijkste beleidslijnen van de Partij en de Staat fundamenteel, volledig en snel heeft geïnstitutionaliseerd. De commissie heeft belangrijke, fundamentele en principiële inhoud vastgelegd die onder de bevoegdheid van de Nationale Assemblee valt om institutionele knelpunten weg te nemen. Hiermee wordt een duidelijke, uniforme en gunstige wettelijke basis gecreëerd voor doorbraken in de ontwikkeling van het hoger onderwijs.
Het Comité heeft de regelgeving inzake de organisatie en het bestuur van instellingen voor hoger onderwijs (Hoofdstuk II) goedgekeurd en heeft verklaard dat het wetsontwerp de geest van Resolutie nr. 71-NQ/TW heeft geïnstitutionaliseerd door volledige en alomvattende autonomie voor instellingen voor hoger onderwijs te garanderen, ongeacht de mate van financiële autonomie.

Het Comité stelde echter voor dat de regering een apart richtsnoer zou opstellen over de autonomie van de universiteit, waarin de mate van autonomie duidelijk zou worden vastgelegd op basis van de bestuurlijke capaciteit, de geaccrediteerde onderwijskwaliteit en de financiële capaciteit van de universiteit.
Definieer duidelijk de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van relevante partijen bij het toezicht op de activiteiten van instellingen voor hoger onderwijs bij het beëindigen van de werking van de schoolraad in openbare scholen; verduidelijk de rollen, posities en functies van bepaalde eenheden in de organisatiestructuur van instellingen voor hoger onderwijs, zoals aangesloten scholen, vestigingen, productiefaciliteiten, wetenschappelijke en opleidingsraden, enz.
Het bepalen van de positie van het beroepssecundair onderwijs in het niveau-/kwalificatiesysteem van het Vietnamese nationale kwalificatiekader
Het Comité stemde er tevens mee in dat de Wet op het Beroepsonderwijs gewijzigd moest worden, met wijzigingen en aanvullingen op veel belangrijke punten. Daarmee werd het nieuwe beleid van de Partij inzake doorbraken in de ontwikkeling van onderwijs en opleidingen geïnstitutionaliseerd. Daarmee werd in principe voldaan aan de eisen van innovatief denken in de wetgeving.
De commissie is het in grote lijnen eens met de bepalingen van het wetsontwerp inzake opleidingsprogramma's, doelstellingen en certificaten in het beroepsonderwijs (artikel 6).

Het is echter aan te raden om de positie van het beroepsonderwijs in het niveau-/kwalificatiesysteem van het Vietnamees Nationaal Kwalificatiekader te bepalen; de regelgeving voor de integratie tussen kernkennis van het middelbareschoolprogramma en beroepsdeskundigheid in het beroepsonderwijs te verduidelijken. De inputnormen, trainingstijd en outputnormen van het middelbaar onderwijs en het beroepsonderwijs moeten duidelijk worden gespecificeerd om de doorstroming en aansluiting op hogere niveaus te vergemakkelijken; en de regelgeving voor eindexamens in het beroepsonderwijs te verduidelijken.
Wat betreft het model van het beroepsonderwijs (artikel 7) stelde de commissie voor om het beleid te bestuderen en een stappenplan op te stellen voor de integratie van centra voor beroepsonderwijs en permanente educatie in beroepsonderwijsinstellingen, en om het beleid voor de netwerkorganisatie te harmoniseren. Het beroepsonderwijsmodel (opleiding op universitair niveau) aanvullen in instellingen voor hoger onderwijs, met name voor technische en technologische sectoren.
Tijdens de vergadering van vanmiddag zal de Nationale Assemblee in groepen de bovengenoemde drie wetsontwerpen bespreken.
Bron: https://daibieunhandan.vn/thao-go-diem-nghen-trong-linh-vuc-giao-duc-dao-tao-10392337.html
Reactie (0)