Op de middag van 26 juni stemde de 15e Nationale Vergadering tijdens de 9e zitting voor de resolutie van de Nationale Vergadering inzake de universalisering van voorschoolse educatie voor kinderen van 3 tot 5 jaar. De elektronische stemuitslag toonde aan dat 436 van de 439 afgevaardigden vóór stemden, wat neerkomt op 91,21% van het totale aantal afgevaardigden van de Nationale Vergadering.
Deze resolutie voorziet in universeel voorschools onderwijs voor kinderen van 3 tot 5 jaar. De resolutie is van toepassing op kinderen van 3 tot 5 jaar, voorschoolse onderwijsinstellingen en relevante organisaties en personen.
Volgens de ontwerpresolutie zal in 2030 100% van de provincies en centraal bestuurde steden voldoen aan de normen voor universeel voorschools onderwijs voor kinderen van 3 tot 5 jaar. De staat zal middelen vrijmaken voor universeel voorschools onderwijs voor kinderen van 3 tot 5 jaar en sociale middelen mobiliseren conform de wettelijke bepalingen.
Implementeer universeel voorschools onderwijs voor kinderen van 3 tot 5 jaar volgens een stappenplan dat is afgestemd op de sociaal -economische ontwikkelingsomstandigheden van de regio, en zorg voor universele voorwaarden volgens de regelgeving.
Wat betreft de uitvoeringsmechanismen en het beleid stelt de ontwerpresolutie duidelijk: Ten eerste, investeer in de ontwikkeling van het netwerk van scholen en klassen en zorg voor faciliteiten en lesmateriaal in overeenstemming met de regelgeving;
Ten tweede moeten we ervoor zorgen dat er voldoende kleuterleidsters zijn, die voldoen aan de voorgeschreven normen.
Ten derde moeten er beleid en regelingen worden opgesteld voor kinderen van 3 tot 5 jaar, het management, de leerkrachten en werknemers in de kleuterscholen.
Ten vierde moeten maatschappelijke middelen worden gemobiliseerd om voorschoolse educatie te ontwikkelen, conform de wettelijke bepalingen.
Ten vijfde moet prioriteit worden gegeven aan de ontwikkeling van voorschools onderwijs in gebieden met bijzonder moeilijke sociaal-economische omstandigheden, gebieden met etnische minderheden, berggebieden, grensgebieden, eilanden, kustgebieden, dichtbevolkte gebieden, industriezones, clusters en exportverwerkingszones.
Wat betreft de financiële middelen voor de uitvoering, stelt de resolutie duidelijk dat de financiering voor de uitvoering van het beleid voor universalisering van voorschoolse educatie voor kinderen van 3 tot 5 jaar wordt gegarandeerd door de staatsbegroting, overeenkomstig de decentralisatie van het beheer van de staatsbegroting.
De centrale begroting ondersteunt gemeenten die hun begroting niet in evenwicht hebben bij het uitvoeren van het beleid voor universele voorschoolse educatie voor kinderen van 3 tot 5 jaar, conform de bepalingen in de wet.
De Nationale Vergadering draagt de regering op om de uitvoering van de resolutie te leiden en te begeleiden. De Nationale Vergadering, het Permanent Comité van de Nationale Vergadering, het Comité van het Vietnamees Vaderlandfront, de Nationaliteitsraad , de commissies van de Nationale Vergadering, de delegaties en afgevaardigden van de Nationale Vergadering, en de Volksraden op alle niveaus houden, binnen de grenzen van hun taken en bevoegdheden, toezicht op de uitvoering van deze resolutie.
Bron: https://giaoducthoidai.vn/thong-qua-nghi-quyet-ve-pho-cap-giao-duc-mam-non-cho-tre-mau-giao-3-den-5-tuoi-post737397.html






Reactie (0)